Een andere kijk op de val van het oninneembare Fort van Eben Emael

Citadelpark Gent

Buskruitfabriek Cooppal Wetteren

Vliegvelden WO I Regio Gent

WO I Munitiepark Kwatrecht

De Dodendraad

De Hollandstellung - Duitse WO I bunkerlinie

Reichsschüle Flandern - SS-School Kwatrecht

Duitse Atlantic Wall Radarpost - Goldammer

WOI en II Munitiedepot De Ghellinck Zwijnaarde

Duitse gangen onder centrum Gent WOII

Publieke WOII Schuilplaatsen Groot Gent

Het Fort van Eben Emael

KW-linie

WO I - Kwatrecht - Melle

18 daagse veldtocht gekoppeld aan TPG

Neergestorte B17 te Kwatrecht 19-09-1944

De bevrijding WO II van de regio rond TPG

Details van de legers:

Gesneuveldenlijsten:

Contact en onbeantwoorde vragen

Media-aandacht

Copyright

Links

De bouw van het Fort van Eben Emael.

Het fort van Eben Emael past perfect binnen de Belgische fortificatie-politiek. Het diende de parel op de kroon te worden van de Belgische fortificaties als aanvulling op de bestaande en vanaf 1929 opnieuw gemoderniseerde en uitgebreide fortengordel rond Luik.

Op 1 april 1932 startte de bouw van dit gigantisch en als oninneembaar beschouwde fort. Zijn hoofdtaken waren de volgende:

  • Enerzijds diende het fort "de opening van Lixhe", ook gekend als "het gat van Visé", af te sluiten. Dit was een open vlakte tussen Visé en Maastricht die bij de aanvang van de Duitse inval in België op 4 augustus 1914 reeds een zwakke schakel gebleken was in het toenmalige Belgische verdedigingsstelsel. Het fort moest van de eerste keer er voor zorgen dat de Duitse bedreiging van de eerste keer van een tweede aanval via dezelfde weg zou afzien.
  • Daarnaast diende dit fort bij een Duitse aanval er voor te zorgen dat drie cruciale bruggen over het Albertkanaal zouden vernietigd worden zodat het Albertkanaal een lastig te nemen hindernis zou zijn voor de Duitse aanvallers. Dit betroffen de bruggen van Kanne, Veldwezelt en Vroenhoven.
  • Het fort moest indien er toch een nieuwe Duitse aanval zou komen, de aanvaller voor minimum 5 dagen vastzetten en tegenhouden zodat het neutrale België zijn bevriende geallieerde troepen het land kon binnenlaten om de KW-linie te bezetten. Hierbij rekende men op de Franse en Britse Expeditielegers.

Het totale oppervlak van het fort is 75 hectaren groot (dit komt overeen met 150 voetbalvelden). Van oost naar west is de langste afstand +/- 700 meter. Van zuid naar noord +/- 900 meter.

Beschrijving van de belangrijkste gedeeltes van het Fort.

Als men dit fort gaat vergelijken met andere forten in België en de rest van Europa, moet men inderdaad toegeven dat dit zo goed als zeker het grootste tot één van de grootste forten moet geweest zijn voor zijn periode. Aan Franse kant zijn inderdaad nog grotere structuren terug te vinden, deel uitmakend van de Maginot-Linie. Alleen betreffen het daar steeds kleinere structuren die vaak in een tweede fase met bijkomende gangenstelsels met elkaar verbonden werden tot een vaak veel groter geheel. Het betroffen dus fortificatiegedeeltes die origineel nooit bedoeld worden om samen als één aangesloten eenheid te fungeren.

Schets Eben Emael - Duitse Denkschrift

(Schets Fort Eben Emael zoals terug te vinden in de Duitse studie van de Belgische fortificaties uit 1941 - Denkschrift über die belgische Landesbefestigung)

Het centrale hart van het fort was de ondergrondse kazerne. Gezien het fort werd gebouwd (uitgegraven in kalksteenlagen en mergel), zat dit kazernegedeelte ongeveer op hetzelfde niveau dan het maaiveld aan de huidige ingang van het fort (Blok I). De top van de heuvel hierboven is ongeveer 40 meter hoger.

Het inwendige fort had alle voorzieningen om onafhankelijk van de buitenomgeving volledig autonoom te kunnen blijven weerstaan aan bij voorbeeld een omsingeling en belegering gedurende 3 maanden met zijn volle bezetting, zonder enige hulp van buitenaf.

In volle bezetting diende het fort bezet te worden door 1200 man. Dit waren in totaal 2x 500 man artilleristen (forttroepen) en ook nog eens 200 man personeel allerhande (o.a. Technici, elektriciens, wapenreparateurs, koks, medisch personeel, administratief personeel,...)

(Plannetje: Museum Fort Eben- Emael)

Kazerne Eben Emael

Per week dienden steeds 500 artilleristen hun dienst uit te voeren in het fort terwijl de andere 500 man op dat moment in rustkantonnement lagen in Wonck (op een 7 tal km van het fort). De staf en technici verbleven in houten barakken net buiten het fort of waren ingekwartierd in het dorp van Eben Emael zelf. In geen geval waren de vrouwen van de officieren inwonende in het fort zoals ons werd wijsgemaakt in de TV-reeks "De Smaak van de Keijzer". Ook voor nog meer kleinere geromantiseerde zaken gaat de TV-reeks trouwens flink de mist in.

Deze kazerne bevatte onder andere: de officieren- en soldatenvertrekken, wasplaatsen (uniek voor zijn tijd reeds voorzien van douches met warm water), keukens, magazijnen, een volledig hospitaal, operatiekamers, administratieve bureau's, wapenkamers, een machinekamer met 6 stroomgroepen van 175 pk (wat neerkomt op een levering van 142 kWh per groep), een interne elektriciteitscentrale, een waterput,...

Om vanuit deze kazerne alle andere structuren van het fort te kunnen bereiken, beschikt dit fort over een gangenstelsel van 5.2 km lang. Als men via de gangen van het fort alle aanwezige structuren zou wensen aan te doen in 1 lijn, zou men ongeveer 13 km dienen te wandelen. Allicht is de grootte van het fort uiteindelijk ook zijn zwakte geworden. Het fort moet uiteindelijk zo groot geweest zijn dat het op de duur nog nauwelijks haalbaar was op een snelle manier binnen het fort te kunnen reageren op aanvallen die zich boven hun hoofd op het boventerrein en in de kazematten en blokken afspeelden. In praktijk had het fort ongeveer 3.5 a 4 uur nodig om volledig operationeel te zijn.

Soldatentrap Eben Emael

Enkele foto's die het moeten mogelijk maken u een beeld te vormen van de uitgestrektheid van de inwendige structuren van het fort. Bovenaan: een zicht op de eindeloos lange gangen zoals men er meerdere kan vinden binnen het fort. Deze zijn soms enkele honderden meters lang, zonder enige afslag. - Midden links: De soldatentrap die vanaf de kazerne leidde tot het gangenstelsel. Het hoogteverschil gemaakt met deze trap komt ook meteen overeen met het hoogteverschil tussen het gangenstelsel en de ondergrondse kazerne. - Midden rechts: sfeerfoto van één der gangenstelsels (Foto: Inge De Staercke) - Daar onder: Een van de twee filterkamers die instonden voor het zuiveren van de lucht voor de binnenkant van het fort als men vreesde met vervuilde binnenkomende lucht te maken te hebben. - Onderste foto: Immense betonnen luchtschacht om de nog 20 meter lager gelegen kazerne van verse lucht te voorzien.

Het derde niveau binnen dit fort wordt gevormd door de uitwendige structuren die het fort bevatte aan de randen en op de bovenstructuur. Zo telde het fort origineel 17 zwaar bewapende structuren. Hiervan zijn er heden nog 16 aanwezig. De mitrailleurbunker Canal Sud is gesloopt voor verbredingswerken van het Albertkanaal. Van de 3 bijkomend gebouwde valse koepels zijn de 2 noordelijke exemplaren bij de Duitse aanval van mei 1940 vernield. De derde koepel die in de buurt van Blok 01 lag, werd verhuisd en ligt nu links van de ingang van Blok I, de ingang van het fort.

Alle betonnen structuren waren van bij de bouw bestand tegen de zwaarste op dat moment gekende kalibers van projectielinslagen. De muren zijn hier gevormd uit gewapend beton met diktes van maar liefst 2.5 meter dik. Toch was dit opnieuw gerekend op gekende zaken uit WO I en zou dit opnieuw niet blijken te voldoen aan het Duitse nieuwe aanvalswapen, de holle lading (zie verderop).

Bovenstaande schets van Jean Louis Lhoest toont zeer mooi de bovenstructuur van het fort met alle bijhorende vuurrichtingen. Wel merkwaardig is dat men hier ook de bunker Fortin 0 mee vermeld als deel uitmakend van het fort van Eben Emael. Dit was een losse bunker net buiten het terrein van het fort die tijdens de meidagen wel degelijk bijkomend werd gebruikt en bezet door forttroepen maar in feite geen echt deel meer uitmaakte van het fort. De bunker was er ook ondergronds niet mee verbonden. Deze bunker was gericht op de brug over het kanaal aan de noordkant van het fort.

Toen het fort in 1935 +/- als afgewerkt mocht beschouwd worden, had het aan de Belgische staat reeds 50 miljoen BEF gekost. Omgerekend naar de levensduurte van 2013 zou dit neerkomen op een actuele kostprijs van 3.7 Miljard BEF of 92.5 Miljoen Euro.

Beschrijving van de kazematten van het fort.

De randen van het fort werden aan de kant van het Albertkanaal beschermd door een zeer hoge en stijle rotswand.

Langs de oostzijde beschermd het fort het door de rotsformatie trekkende Albertkanaal. Vanaf de bovenkant van de wand is dan ook nauwelijks het wateroppervlak van het kanaal zelf te zien (Foto's: Replica)

Langs beide zijdes wordt het kanaal aan de onderzijde gevolgd door een trekweg. Langs de kant van het fort zitten hier twee zware antitank en mitrailleurkazematten. De foto links geeft een blik op de kazemat Canal Sud. Deze is heden gesloopt voor verbredingswerken aan het kanaal. De rechter foto toont de kazemat Canal Nord, die heden wel nog bestaat. (Foto's: Replica)

 

 

 

 

 

 

 

Leuk is wel vast te stellen dat voor deze kazematten de "Deutsche Gründlichkeit" door de mand viel. Zo staat in de studie volgens hen een foto van elk van deze kazematten. Als men echter iets nauwer toekijkt moet men echter vaststellen dat men twee maal (vrij sterk uit elkaar geplaatst in de brochure) dezelfde foto heeft gepubliceerd. Als men iets nauwer kijkt ziet men op de rechter foto achteraan een bijgetekende tweede kazemat om te laten uitschijnen dat het wel degelijk twee verschillende kazematten zijn. Beide foto's zijn in feite van de kazemat "Canal Nord" (Foto's: Denkschrift über die belgische Landesbefestigung)

De oost- en zuidkant werden beschermd door een droge gracht en een anti-tankmuur waar op cruciale plaatsen verdedigingsblokken waren opgetrokken. Aan de Oostkant waren dit Blok I (toegangsgebouw), blok II en Blok VI.

Blok I - Het toegangsgebouw

Blok I is het toegangsgebouw van het fort. Het niveau van dit blok moet ongeveer overeenkomen met het niveau van de kazerne die in de heuvel zit ingewerkt. De onderste foto rechts geeft een blik op de antitankhindernis die de blokken onderling met elkaar verbond en er moest voor zorgen dat tanks onmogelijk de heuvel zouden kunnen oprijden. Op de achtergrond reeds een blik op blok VI. (Foto's: Replica).

Blok I is als toegang van het fort (en het huidige museum) beperkt in originele staat terug gezet. Men vindt er enkele fraaie opstellingen met poppen zoals het er vroeger toch ongeveer moet hebben uitgezien. Zo zie je links een kanonopstelling. De gebruikte patronen vielen automatisch achteraan in een bak waarlangs de lege patronen in een apart kamertje onder deze kanonkamer vielen. De middenste foto toont een soldaat die bezig is losse patronen in linnen kogelbanden aan het persen. Dit was de standaardmunitie voor de nog zeer courant gebruikte Maximmitrailleur. De rechter foto toont een dergelijke Maximmitrailleur. In het fort vindt men nog verschillende stoelen terug voor dubbele Maximmitrailleurs. Dit was om niet verplicht te worden de mitrailleur te laten afkoelen. Aan beide zijdes (onder en boven) bevond zich een mitrailleur. Wanneer een mitrailleur defect of oververhit dreigde te geraken, kon men de opstelling omdraaien en een tweede op dezelfde structuur opgebouwde mitrailleur gebruiken. Op die wijze kon de eerste mitrailleur bv hersteld worden of afkoelen. (Foto midden rechts: Roel Van de Sijpe - Foto links onder: Inge De Staercke - onderaan midden en rechts: Brecht Van de Sijpe)

Blok VI

Blok VI is de kanon-mitrailleurkazemat die men vanaf het toegangsgebouw op de rechter kant kan zien liggen. Beide blokken blijven verbonden met een ononderbroken anti-tankmuur. Op de foto rechtsonder zijn de originele camouflagekleuren nog goed zichtbaar. (Foto rechtsonder: Replica).

Als je langs de zijkant van Blok I in de richting gaat van het bovenliggend terrein, kan men links van het pad, deze luchtkoepel zien zitten in het bos. Hij wordt heden nog altijd gebruikt, allicht voor afvoer van lucht uit de ondergrondse kazerne die hier zo goed als onder moet gelegen zijn. Aanvoer van verse lucht voor bijvoorbeeld de stroomgroepen gebeurde langs het fort zelf.

Verse lucht werd onder andere via luchtkanalen aangezogen komende via schachten die vertrokken in de stijle wand met het Albertkanaal.

Blok II

Blok II is allicht een van de meest gefotografeerde blokken van het fort. Het heeft ook bij de aanval in mei 1940 zware schade opgelopen. Het is gelegen op de westkant van het fort, beneden de heuvel. Heden ligt hij eenvoudig zichtbaar langs het verharde wegeltje dat vanaf het toegangsgebouw loopt langs de westkant van het fort. Van deze kant gekeken ziet men duidelijk dat de bunker na mei 1940 nog extra schade heeft opgelopen (verglijk maar eens foto's van meteen na de strijd en heden). Dit effect is duidelijk te zien aan het grote schietgat van het kanon.

De schade is inderdaad niet allemaal veroorzaakt op 10 en 11 mei 1940. De Duitsers hebben namelijk voor hun fameuze propagandafilm over de aanval op het fort van Eben Emael die ongeveer 20 dagen later werd opgenomen, dit blok gebruikt om het effect te demonstreren van een aanval met een holle lading. Dat zo een film een gans opgezet spectakel is mag duidelijk zijn want men heeft toen de bunker volgestoken met explosieven en deze dan bij deze film laten exploderen door te doen alsof hij werd opgeblazen door het gooien van een Geballte Ladung (dit was een soort steelgranaat met meerdere explosieve koppen). Allicht was het effect indrukwekkend als je wist dat hij volgepropt zat met kilo's explosieven. Geloof dus niet alles wat je ziet op film...

Ook zijn nog heel duidelijk de camouflagekleuren zichtbaar (Oude foto's: Replica)

De bunker ligt letterlijk op de overgang tussen droge en natte gracht. Het zwaar toegetakelde schietgat voor een kanon, is heden dichtgemetst met betonblokken. Men vindt nog vrij veel oude foto's getrokken door het zwaar gehavende schietgat (Foto: Replica)

Nog verder langs de antitankmuur aan de rechter kant, voorbij blok I en blok VI vindt men de blokken V en VI. Iets verder en eigenlijk ook nog op de rand van de anti-tankmuur, vindt men ook nog de noordelijke koepel van 75 mm, die men ook als één van de blokken zou kunnen beschouwen.

Blok V en de daarop gebouwde zuidelijke 75 mm koepel

In feite dient men deze structuur te beschouwen als twee totaal gescheiden structuren. Enerzijds heeft men Blok V met enkel schietgaten in de richting van de gracht komende vanaf blok VI. Van de andere kant zit dit blok volledig weggewerkt achter de anti-tankmuur.

Daarnaast is op dezelfde structuur ook nog een tweede als volledig apart te beschouwen structuur te bekijken, de zuidelijke 75 mm koepel. Deze koepel kon over 360° draaien en bevatte 2 75 mm Bofors (kanonnen) met centraal tussen de twee lopen een mitrailleur. Deze koepel kon zowel voor lange afstandsbeschietingen gebruikt worden (tot 10.2 km ver) alsook voor het beschieten van het dak van het fort.

Hiervoor beschikte men over specifieke obussen, Obus a balles. Deze obussen waren gevuld met vele kleine loden bolletjes. Bij ontploffing gaven deze kogeltjes een ontzettende verspreiding en hierdoor waren ze zeer efficient tegen manschappen. Dit was in feite een oud type van WO I loopgravenmunitie. (Oude foto's: Replica)

 

Koepel 75 mm Eben Emael Blok V

Blok IV

Blok IV verdedigde net zoals blok V de droge gracht. Dit blok had echter opnieuw schietgaten in de twee richtingen van de anti-tankmuur. Voorlopig vind ik enkel maar foto's van dezelfde kant gefotografeerd terug. (Oude foto's: Replica)

Koepel Noord

Bij de onderste foto links van Blok IV ziet men op de achtergrond op de linker kant nog Coupole Nord liggen. Deze 2e koepel van 75 mm is identiek met de koepel op Blok V en stond eveneens kortbij de anti-tankmuur.

Buiten de antitankmuur, ligt nog de vooruitgeschoven zware bunker, Block 01 of Fortin 01. Deze blok was in feite de belangrijkste uitkijkpost van het fort van Eben Emael. Dit blok diende zelfs bijkomend als observatieblok voor een ander Luiks fort, namelijk dit van Pontisse. Dit blok kijk uit op de volledige vallei van Visé. Daarnaast kon hij ook het sas van Ternaaien onder schot houden. (Foto: Replica)

Koepel 120

Iets meer centraal op het fort bevond zich een koepel met 2 120 mm kanonnen die de ganse rondliggende omgeving konden bestrijken. Dit was het belangrijkste stuk artillerie van het fort. Deze hadden een vuurbereik tot 17,5 km. De koepel kon zelfs verder schieten maar dan kon men niet echt meer zo precies richten. Alle koepels en kanonnen van het fort waren van het snelvurend type zodat deze praktisch konden vuren met een tussentijd van amper 10 seconden.

Deze koepel had twee periscopen. Een horizontale (gaatje nog zichtbaar onderaan het draaiende gedeelte) en één verticale op de koepel (heden losse gaatjes op bovenkant nog zichtbaar). (Foto links: Replica - Foto rechts: Inge De Staercke)

Daarnaast bevatte de bovenbouw nog 4 zware kanonkazematten met elk 3 75 mm kanonnen. Hiervan waren er twee blokken noordelijk gericht in de richting van Maastricht (Ma1 en Ma2), een vuurrichting die letterlijk een doorn in het oog was voor invallende Duitse troepen. Daarnaast waren er nog 2 gelijkaardige kazematten gericht in zuidelijke richting (Visé1 en Visé2). Alle kanonnen van deze kazematten hadden een vuurbereik tot 11 km. Deze 75 mm kanonnen waren van het type Krupp 1904, Duitse kanonnen dus. De plannen van dit type kanonnen maakten namelijk deel uit van de oorlogsvergoeding die Duitsland aan België diende te betalen als compensatie voor de geleden oorlogsschade tijdens WO I. De kanonnen zelf werden uiteindelijk op basis van die plannen in 1934 bij FN in Herstal gebouwd.

Kazemat Visé 2 - Vi2

Allicht is kanonkazemat Visé 2, de enige van deze kazematten die wel ooit vlot zichtbaar moet geweest zijn vanaf het terreinen voor het fort. Op de oude foto van kort na mei 1940 is op de voorgrond ook nog Blok VI zichtbaar.

Omdat deze kazemat reeds deels in de heuvel was gebouwd en gericht was op de vallei naar Visé, kon hij in geen geval het boventerrein van het fort beschieten of de oprukkende Duitse troepen storen. Hierdoor is deze kazemat zo goed als intact over gebleven omdat de Duitse aanvaller er bij zijn aanval op het fort niet echt gevaar van verwachtte. (Oude foto's: Replica)

Kazemat Maastricht 1 - Ma1

Kanonkazemat Maastricht 1 anno 1940 en heden in 2013. (Oude foto: Replica).

Kazemat Maastricht 2 - Ma2

Kanonkazemat Maastricht 2, was op Eben Emael de enige dergelijke kazemat met een eigen koepel. Toch valt deze op vele foto's niet te zien omdat hij nogal ver achteraan op de bunker zit. Deze bunker is op oude foto's vrij gemakkelijk te herkennen door de camouflagetekening. Ook is hij na de val van Eben Emael zeer vaak gebruikt voor groepsfoto's met Duitse soldaten zoals er hier eentje te zien is. Op de onderste foto links zie nog enkele Belgische graven voor de kazemat. De foto rechtsonder toont een blik vanop het dak van de bunker in zuidelijke richting. In de verte zie je duidelijk Blok V met de 75 mm kanonkoepel. (Oude foto's: Replica)

Kazemat Visé 1 - Vi1

Dit is van de 75 mm kanonkazematten, allicht het exemplaar dat aan de binnenkant niet al te zwaar gehavend uit de strijd is gekomen in mei 1940. Dit is bij een bezoek aan het fort een zeer interessante kazemat om de binnenkant eens van te zien. Op sommige momenten zijn er ook dagen dat men in het fort hier en daar gebruik maakt van re-enactment om het geheel nog iets echter voorstelbaar te maken. De kanonnen in deze bunker werden ook onder handen genomen door een specialist die ze zo goed en kwaad als het ging, probeerde in een zo goed als originele staat te herstellen, iets wat hier zeker gelukt mag genoemd worden. (Oude foto: Replica).

Vooral nog leuk om eens te vermelden zijn de foto's onderaan. Links en in het midden zie je het liftsysteem voor onder andere de munitie. Het staat boven de haspel geschreven dat men exact 42 omwentelingen diende te maken om het materiaal hetzij beneden of boven te brengen. Deze lift diende de afstand van de kelderverdieping naar de kanonruimte te overbruggen. Tussen het gangenstelsel en de kelderverdieping was nog eens een aparte met motor aangedreven specifieke munitielift voorzien, verwerkt in de trappengalerij. Dit was een werkwijze die van toepassing was bij alle kazematten en blokken die niet op het niveau van het gangenstelsel waren gebouwd.

Rechtsonderaan ook nog een blik op het Franse toilet zoals er één aanwezig was in alle kanonkazematten. Ook niet echt overdreven in aantal als je weet dat hier iedereen in deze kazemat diende gebruik van te maken. Ook diende het bijhorende reservoir voor de uitwerpselen dagelijks manueel leeggemaakt te worden wat inhield dat dit volledig manueel door soldaten diende leeggemaakt te worden en volledig naar de voorzien plaats op het boventerrein gebracht te worden. Weet dat deze kazematten geen deuren naar buiten hadden en dat je dus met de beeremmers via het trappenstelsen eerst 20 meter naar beneden moest om dan via de gangen en opnieuw een opwaardse trap van 20 meter alles op een voorziene plek op het boventerrein te kunnen lozen. Je wilt hierbij allicht geen verdere details over deze rottaak alsook over de geureffecten die er bijhoorden kennen. In een latere fase (in elk geval voor mei 1940) is men voor deze geurproblemen te vermijden begonnen met de uitwerpselen in het reservoir te bedekken met ongebluste kalk waardoor dit bijna ogenblikkelijk verdroogde. Het gebruik van deze ongebluste kalk heeft echter nog andere gevolgen gehad zoals u verderop zult kunnen lezen in het relaas van de gebeurtenissen in het fort ten tijde van mei 1940.

Nog een leuk iets voor als u die ondergrondse kazerne zou willen situeren vanaf het boventerrein. Men kan zich dit het eenvoudigst proberen voorstellen door dit te situeren tussen de kanonkazematten Maastricht 1, Maastricht 2 en Visé 2.

De Noordkant van het bovenfort werden bewaakt door 2 zware mitrailleurbunkers, bestempeld als "Mi Nord" en "Mi Sud".

Mitrailleurbunker Nord - Mi Nord

Deze mitrailleurkazemat nam in 3 richtingen het boventerrein onder vuur. Namelijk in de richting van de kazematten "Mit Sud" en "Ma1", richting "Vi1" en "Koepel 120" en in noordelijke richting waar de 2 valse koepels zich bevonden. (Oude foto's: Replica)

Mitrailleurbunker Zuid - Mi Sud

Ook deze mitrailleurkazemat nam in 3 richtingen het boventerrein onder vuur. Namelijk in de richting van Blok II (pad er naar toe, zie foto's midden), noordelijk waar de 2 valse koepels zich bevonden en Zuidelijk tussen "Maastricht 1" en "Koepel 120". (Oude foto's: Replica).

Daarnaast beschikte het fort nog over 3 valse koepels. Deze hadden hetzelfde uitzicht als de centrale 120 mm koepel in gesloten toestand. Hiervan bevonden er zich 2 aan de noordzijde van het fort. Deze 2 zijn beiden door de Duitsers opgeblazen (denkend dat het echte koepels waren). De derde bevond zich origineel tussen de anti-tankmuur en Blok 01 (Fortin 01). Deze werd verhuisd naar de toegang van het fort, links voor de ingang van Blok I (het toegangsgebouw).

Van de 2 noordelijke koepels resten nog wat ontplofte restanten en funderingen. De funderingen van de derde valse koepel zouden nog aanwezig zijn maar liggen nog bedekt onder het plaatselijke maaiveld.

Aan de ingang van het toegangscomplex Blok I, ligt heden 1 van de oude valse koepels. Waarom deze van van zijn originele lokatie werd verhuisd is mij op het moment ook niet duidelijk.

Het fort had origineel in totaal 1 hoofdingang (blok I) en 3 infanterie uitgangen waarvan er 2 op het boventerrein uit kwamen, namelijk "koepel Noord" en "Mitrailleur Nord". Een derde kwam beneden het fort uit bij Blok II.

Naast deze infanterie-uitgangen had het fort ook nog 6 specifieke nooduitgangen. Namelijk bij "Canal Nord", "Canal Sud", "Blok 01" (vooruitgeschoven bunker op flank rotswand Albertkanaal), Blok IV, Blok V en Blok VI.

Misschien toch ook nog interessant om te melden is dat in de heuvel waar het fort werd gebouwd, nog lang voor de bouw van het fort, mergelgrotten aanwezig waren. Of de gangenstelsels van deze grotten ooit met het fort zelf zijn verbonden geweest is nog altijd een raadsel. Allicht omdat de Duitse bezetter vermoedde dat deze mogelijks verbonden konden zijn met het fort, werden ze toen allicht ooit afgesloten.

 

 

Ook ziet men nog duidelijk de restanten van loopgraven op de rand van de heuvel, voor de deels nog dichtgemetste gaten van de oude grotten. Om de lokatie van deze gaten beter te kunnen positioneren, kunt u best eens op oude foto's van de opgeblazen brug voor het fort kijken. Op deze foto's ziet men de grotten duidelijk hogerop in de heuvel liggen. Voor wie iets nader toekijkt, in het bruggenhoofd van de brug zat ook nog een bunker, hier nog zichtbaar op de foto. (Foto's: Replica)

Was dit fort van bij zijn bouw reeds achterhaald?

Toch zou de Belgische militaire overheid ook bij de bouw van dit fort, zoals bij zijn ganse verdere fortificatiepolitiek zich doodstaren op oude achterhaalde militaire statische technieken nog daterend uit WO I. De grootste boosdoener voor dit ganse project was dat men reeds van voor de bouw van het fort er van overtuigd was dat dit fort omwille van zijn ligging gewoon weg "oninneembaar" zou zijn. Deze hoogmoed heeft er zeker tot geleid dat een aantal zeer cruciale tactische fouten en onderschattingen zijn gemaakt.

  • Ondanks dat reeds tijdens WO I mocht blijken dat er belangrijke nieuwe aanvalstechnieken mogelijk waren, zoals bijvoorbeeld het gebruik van vliegtuigen, werd de inzet van deze middelen bij de Belgische militaire overheid totaal onderschat en geminimaliseerd. Dit was niet alleen bij dit fort het geval maar in feite van toepassing op de ganse fortificatiepolitiek van België. Duitsland had al met veel succes in de Spaanse burgeroorlog het regime van Franco bijgestaan, onder andere met massale luchtaanvallen. Het fort had naast zijn bestaande kazematten amper luchtafweer. Zo stonden er op het bovenplatteau van het fort enkel tussen Coupole Sud (Blok V) en Coupole Nord vier specifieke stukken luchtdoelgeschut opgesteld. Voor de rest waren er op het ganse fort tegen luchtaanvallen geen verdere voorzieningen getroffen.
  • Het fort zoals het was opgetrokken, moet volgens principes en aanvalstechnieken uit WO I inderdaad zo goed als oninneembaar geweest zijn. Had de Duitse aanvaller het in zijn hoofd gehaald dit fort aan te vallen via het begane terrein (infanteristen, tanks, artillerie,...) zou dit inderdaad een vrij hopeloze zaak geweest zijn en had het fort het allicht gemakkelijk (zelfs in volledig omsingelde situatie) maanden uitgehouden. Het fort was zodanig opgebouwd dat het tegen alle types van voltreffers van de tot op dat moment gekende vormen van artillerie bestand was. Het was ook bestand tegen de artillerie van zijn eigen omliggende Luikse forten. Muren van kazematten zijn zoals bijvoorbeeld bij de bunkers van Bruggenhoofd Gent niet maximaal 1.30 meter dik maar maar liefst 2.50 meter dik.
  • De ganse verdediging van het fort was er op gebaseerd dat men de vijand zou hoeven van het fort weg te houden, zie de structuur met droge grachten, anti-tankmuren, kazematten (Blokken) die deze grachten moesten verdedigen tegen mogelijke pogingen tot doorbraken,... Als er al aanvallers op het boventerrein zouden geraken (dit zou dan hoogstens wat voetvolk kunnen zijn), zouden deze nog kunnen uitgeschakeld worden door de aanwezige mitrailleurkazematten bovenop het fort. Ook waren er bovenop het fort nog beperkt loopgraven om met soldaten in nood dergelijke situaties te proberen oplossen. Er werd nooit van uitgegaan dat dit massaal het geval zou kunnen zijn door bijvoorbeeld paradroppings, laat staan het landen van vliegtuigen...
  • Nog een duidelijk voorbeeld van het feit dat men dacht dat de vijand het boventerrein nooit zou kunnen bereiken is dat de kazematten bijvoorbeeld niet uitgerust zijn met granaatwerpgaten (tegen vijanden die schietgaten proberen te benaderen) of diepere betonnen kuilen zoals vaak terug te vinden aan de Maginot-linie. Hierdoor zou het onmogelijk zijn de schietgaten en bijhorende stukken geschut manueel zonder hulpmiddelen te bereiken. Op Eben Emael zijn bepaalde kanonnen gewoon van buitenaf uitgeschakeld door er rechtstreeks springladingen op of in te plaatsen. Er zijn zelfs scenario's gekend waarbij Duitse mitrailleurs door de kulas van het kanon naar binnen schoten.
Boven: 2 foto's van bunkers van de Maginotlinie waar men duidelijk de kuilen ziet voor de schietgaten. Hierdoor was het onmogelijk de schietgaten zelf met voetvolk te kunnen bereiken van buitenaf. (Foto's Replica) - Onder: Foto van een opgeblazen 75 mm kanon uit één van de kanonkazematten van het Fort van Eben Emael. Het springtuig is duidelijk van buitenaf aangebracht geweest of in de loop geworpen van buitenaf. (Foto: Duitse Denkschrift über die belgische Landesbefestigung)
  • Het boventerrein van het fort werd in eerste instantie door de Duitse legerleiding beschouwd als bestaande uit mijnenvelden. Als in opdracht van een Belgische aalmoezenier die er problemen mee had dat soldaten voor de ontspanning naar omliggende cafés trokken (waaronder één huisje van plezier), er bovenop het fort, vanuit de lucht zichtbaar, een voetbalplein werd aangelegd voor de ontspanning van de aanwezige soldaten, wordt het voor de Duitsers op die manier natuurlijk ook wel duidelijk dat er op dat voetbalplein (en mogelijk op de terreinen er meteen naast) van mijnen wel niet veel sprake zal zijn, zoals ze eerste vreesden. Van Belgische kant zou er bijkomend de vraag gekomen zijn het boventerrein te voorzien van palen of hindernissen die zouden verhinderen dat men er kon landen, ook dit werd onnodig geacht en nooit uitgevoerd wegens het oninneembaar zijn van het fort. Ter info, het voetbalveld zou gelegen hebben tussen "Visé1", "koepel 120" en "Mitrailleur Nord".
  • Ook zou het fort vergeleken met zijn grootte, te weinig onderlinge telefoonverbindingen hebben gehad of lagen deze als ze er al waren, te ver uit elkaar.
  • Toen de aanval op het fort op 10 mei 1940 in de ochtend startte, was het elektrisch paneel van de eigen machinekamer nog volledig in ombouw en de eigen stroomvoorziening dus zeker niet optimaal.
  • Toen het fort werd aangevallen waren bepaalde bunkers amper tot niet bezet en was de voorziene bezetting van het fort alles behalve volledig:
  • Het meest duidelijke bewijs van de onderschatting op een mogelijke inname van de bovenkant van het fort zal zeker zijn dat dit fort alleen werd bezet door forttroepen (artilleristen), en geen infanteristen. Dit duidt er dus nog eens op dat men enkel dacht vanuit het fort de aanvallende vijand te moeten afslaan. Het idee dat men wel eens structuren zou kunnen moeten herinnemen na verovering door een vijand, is wegens de oninneembaarheid van het fort, zelfs niet in beschouwing genomen. Indien dit zou gebeuren (wat ook zo was), zou een dergelijke tegenaanval moeten uitgevoerd kunnen worden door infanteristen (die er niet waren) en niet door artilleristen.
  • Niet bevestigd maar wel teruggevonden over dit fort. Aan de westzijde van dit fort bevinden zich nog oude mergelgrotten. Deze grotten zouden bij het graven van het fort opnieuw grotendeels opgevuld zijn met de vrijgekomen mergel van het graven. In de jaren '90 zouden de nog resterende grotten volledig geprospecteerd en opgetekend geweest zijn. Hierbij zou men het fort heden ten dage nog zeker kunnen benaderen tot een afstand van +/- 10 meter. Er zou zelfs een plaats zijn waar men nog duidelijk kan zien dat de grotten ooit effectief verbonden zouden zijn geweest met het fort. Of dit al dan niet waar is, is mij tot op heden nog niet bevestigd of ontkend.

De Duitse plannen voor de aanval op het Fort van Eben Emael.

De aanval op het fort van Eben Emael was reeds lang uitgekiend en ontsproot volledig uit het brein van het Duitse opperbevel, Adolf Hitler, zelf. Hij wenste met deze aanval de vijand aan de grond te nagelen door hen via een verrassingsaanval meteen te treffen op de plaats waar ze zich onaantastbaar achtten.

De plannen bestonden er in dat kort voor de Duitse troepen de Belgische en Nederlande grens zouden oversteken, blitzaanvallen zouden uitgevoerd worden op de Belgische verdedigingslinie, in eerste instantie volledig gevormd door het Albertkanaal en het op voor de Duitse aanvaller als een doorn in het oog gebouwde fort van Eben Emael. Dit fort nam namelijk die ideale doorsteekplaats om vanaf Duitsland België binnen te trekken, onder schot. Ook bedreigde het enkele bruggen over het Albertkanaal die een vlotte doortocht zouden moeten kunnen mogelijk maken.

De aanval zou uiteindelijk bestaan uit het droppen van para's (niet rechtstreeks met parachutes) maar met zweefvliegtuigen in de directe omgeving van de door hen te veroveren structuren. Dit waren in eerste instantie 4 bruggen over het Albertkanaal en het oninneembare fort van Eben Emael. (Foto: Collectie Lecturama)

De Duitse troepen die deze aanval dienden uit te voeren kregen een hele zware opleiding te verwerken waarbij zij zelf niet eens op de hoogte waren over de opdracht die zij zouden hoeven uit te voeren.

Voor de opleiding kregen zij oefeningen uit te voeren op bestaande vestingswerken in reeds veroverde Oost-Europese gebieden, onder andere in Tjechië en Polen.

De para's die getraind werden voor deze aanval dienden tijdens hun opleiding voortdurend allerhande oefeningen uit te voeren waarbij zij continu rondsleurden met gewichten van 2x 25 kg. Dit zou uiteindelijk een verborgen training zijn om achteraf zonder veel problemen tijdens hun aanvallen te kunnen omgaan met de meegebrachte holle ladingen die ook 50 kg (2x 25 kg) het stuk wogen. Wel is een feit dat deze para's verplicht gedopeerd werden voor hun aanval op de bruggen en het fort uit te voeren. Dit om een dergelijke risicovol houdende opdracht te durven uitvoeren. Daarnaast waren alle para's specifiek op grootte geselecteerd waardoor dit zeker imposante verschijningen moeten geweest zijn voor wie er mee te maken kreeg.

Tijdens hun opleiding kregen vele andere militairen de indruk met gestrafte soldaten te maken te hebben omwille van de extreem zware opleiding dat deze mannen ondergingen. Ze konden omgaan met alle courante Duitse wapens maar ook met deze van de mogelijke geallieerde vijanden die ze zouden kunnen tegenkomen. De piloten van de zwevers waren allen geoefende zweefvliegtuigpiloten die zelfs al aan zweefvliegtuigwedstrijden hadden deelgenomen (en deze wedstrijden zelfs al meermaals hadden gewonnen). Alle betrokken Duitse para's bij deze operatie genoten deze opleiding die startte op 1 november 1939 en duurde tot de dag van de landing op 10 mei 1940. In deze periode kregen zij geen toelating meer tot verlof, ontvingen geen post meer,... Ook mochten zij geen contacten onderhouden met andere Duitse militairen om alles wat ze wisten 100% geheim te houden. Zij oefenden in legerkledij zonder enige insignes.

Het veel gehoorde verhaal dat zij zouden hebben geoefend op een volledig nagebouwd fort van Eben Emael in de buurt van Tjechië mag u gerust klasseren onder de fabels, net zoals het verhaal dat zij voor de aanval reeds op de hoogte zouden zijn geweest van hoe het volledige fort was opgebouwd. De kennis van het fort die zij hadden was deze die was kunnen verzamelen via studies van luchtfoto's en wat van op het open terrein via spionnen had weten te verzamelen.

Dat er Duitse bouwfirma's zouden hebben meegewerkt aan de bouw van het fort, strookt ook niet met de waarheid. Er zijn wel Duitse firma's betrokken geweest bij het graven van het Albertkanaal, maar zeker niet bij de bouw van het fort zelf. Een van de bouwfirma's was wel uit het Duitstalige België en daar werd inderdaad ook Duits gesproken. Ook mag men niet vergeten dat het plaatselijke Limburgse dialect ook reeds sterk aanleunt bij het Duits waardoor er allicht wel vrij snel de conclusie is getrokken dat er Duitse werknemers betrokken waren bij de bouw van het fort.

Wat wel een feit was, is dat de Duitsers zeer goed op de hoogte waren van de structuren die reeds vanop bijvoorbeeld luchtfoto's konden gezien worden. Zo zal ook de aanwezigheid van de eerder vermelde voetbalvelden bovenop het fort niet ongemerkt zijn voorbijgegaan tijdens het plannen van de aanval op het fort.

Mochten de Duitsers het fort volledig gekend hebben, is het anders wel niet logisch te verklaren zijn dat er groepen para's de opdracht kregen de valse koepels uit te schakelen, wat in praktijk wel is gebeurd.

De aanval moest in eerste instantie een volledige verrassingsaanval zijn. De bedoeling was het intakt veroveren van 3 bruggen over het Albertkanaal (Veldwezelt, Vroenhoven en Canne) alsook het uitschakelen van het fort van Eben Emael. Voor het fort was het doel de aanwezige kazematten en kanonnen zo snel mogelijk uit te schakelen door ze in eerste instantie BLIND te maken en daarna hun vuurkracht te ontnemen. Voor het blind maken van het fort, dienden in eerste instantie de observatiekoepels aanwezig op de kazematten en blokken uitgeschakeld te worden. Het waren deze observatiekoepels die de ogen waren van deze kazematten. Als je bunkers zoals gebouwd op Bruggenhoofd Gent bekijkt, is het zicht dat men hieruit heeft op het vuurgebied reeds zeer beperkt. In de kazematten van het fort is dit nog veel minder en quasi "0" te noemen. Mitrailleurs en kanonnen kregen hun vuurinstructies bijna volledig via informatie die zij verkregen vanuit de koepels en observatieposten horende bij deze kazematten. Schakelt men deze koepels uit, kunnen zij nog wel vuren maar weten zij nog nauwelijks in welke richting zij de vijand moeten veronderstellen aanwezig te zijn.

De aanvalsgolf bestond er dan ook in dat er een aantal groepen van para's vervoert door zweefvliegtuigen, zouden landen in de directe nabijheid van enerzijds de bruggen en anderzijds de uit te schakelen kazematten en blokken van het fort.

De gebruikte zweefvliegtuigen waren uitgerust voor het vervoer van 8 personen (inclusief de piloot). Op de getoonde foto's ziet u gelijkaardige vliegtuigen met als grootste verschil dat de toestellen gebruikt voor deze aanval "geen" herkenningsinsignes droegen en niet gewapend waren zoals op deze fotos zichtbaar (Oude foto's: Replica). De foto onderaan toont een gerestaureerd exemplaar van een vliegtuig zoals wel degelijk landde op Eben Emael. Deze vliegtuigen konden bij het opstijgen hun wielen afgooien en dienden daarna te landen door middel van een slede onderaan het toestel (stel u dan maar voor wat voor smak men moet nemen bij het landen...). Omdat op Eben Emael de landingsstroken sterk beperkt waren wegens de lokatie bovenop het fort, werd de slede nogmaals bijkomend omwonden met prikkeldraad om het toestel nog eens meer te doen afremmen. (Onderste Foto: Inge De Staercke)

De Duitse aanval op de bruggen van het Albertkanaal en het fort van Eben Emael (enkel in detail besproken voor het fort).

Voor de totale aanval zou de Duitse kapitein Koch de beschikking krijgen over 42 zweefvliegers. Deze werden als volgt verdeeld:

  • Project Stahl: Verovering stalen brug Veldwezelt (10 zwevers)
  • Project Beton: Verovering betonnen brug Vroenhoven (11 zwevers)
  • Project Granit: Verovering fort Eben Emael (11 zwevers)
  • Project Eisen: Verovering spoorwegbrug Canne (10 zwevers)

De aanvalsgroep Granit die de aanval op Eben Emael uitvoerde bechikte bij de aanval over volgende wapens:

  • 28 holle ladingen van 50 kg
  • 28 holle ladingen van 12.5 kg
  • 83 ladingen van 3 kg
  • 98 ladingen van 1 kg
  • 2 snelle ladingen van 27 kg
  • 8 kisten springstoffen van 25 kg
  • 33 buisspringladingen van 1.5 kg (dynamietstaven)

De persoonlijke wapens die de mannen bij zich hadden omvatte:

  • 6 Zware MG 1934 mitrailleurs
  • 18 pistoolmitrailleurs
  • 54 geweren
  • 85 pistolen
  • In totaal beschikten zij hierbij over 30000 patronen.
  • 4 Vlammenwerpers

Uiteindelijk waren de taken van de zwevers als volgt verdeeld, alle zwevers die aan het fort wisten aan te komen, wisten tot op enkele tientallen meters na hun doelen te bereiken en te landen:

  • Zwever 1 - Uitschakelen kanonkazemat Ma2 + bijhorende observatiekoepel.
  • Zwever 2 - Uitschakelen koepel 120
    • + reserve voor opdracht zwever 5 (Koepel 75 mm blok V).
  • Zwever 3 - Uitschakelen kanonkazemat Ma1
    • + reserve voor opdracht zwever 9 (Mi Sud)
  • Zwever 4 - Uitschakelen en bezetten Mi Nord en deze blijven bezetten
    • + reserve voor opdracht zwever 1 (Ma1 + bijhorende koepel)
  • Zwever 5 - Vernielen artilleriekoepel 75 mm op blok V
      • + uitschakelen luchtdoelgeschut
      • + reserve voor opdracht zwever 1 (Ma1 + bijhorende koepel)
  • Zwever 6 - Vernietiging van de twee (valse) koepels op de noordpunt
  • Zwever 7 - Vernietiging van de twee (valse) koepels op de noordpunt
  • Zwever 8 - UItschakelen artilleriekoepel Noord van 75 mm
    • + reserve voor opdracht zwevers 2 of 5 (koepel 120 en koepel 75 bl V).
  • Zwever 9 - Inname van Mi Sud en deze blijven bezetten.
    • + reserve voor opdracht zwever 3 (Ma1)
  • Zwever 10 - In reserve blijven bij commandopost (locatie?)
    • + onderhouden radioverbinding + reserve voor opdracht zwever 2
  • Zwever 11 - In reserve te blijven bij Mi Nord en de 2 (valse) noordelijke koepels
    • + reserve voor zwevers 4 en 9 (Mitrailleurkazematten)

De zweefvliegtuigen werden opgetrokken vanaf 2 Duitse vliegvelden rond Keulen. De projecten Granit, Eisen en Beton zijn opgestegen op het vliegveld van Ostheim. Project Stahl is opgetrokken vanaf het vliegveld van Butzweilerhof.

Ten noorden van Aachen in de buurt van de Duits-Nederlandse grens werden de vliegtuigen afgekoppeld om dan in zweefvlucht hun doel te naderen.

Voor wat betrof de zwevers bedoeld voor Eben Emael deed zich kort na het opstijgen reeds een probleem voor, zo dienden de vliegtuigen allen gelijk in de lucht te zijn omdat men het niet kon maken dat de vliegtuigen één voor één bij hun doel zouden aankomen. Dit zou het volledige verrassingseffect wegnemen en de actie sowieso doen mislukken. Bij dit in de lucht blijven rondtoeren is de zwever van één van de 11 voorziene vliegtuigen voor Eben Emael losgekomen. Dit betrof zwever 1 uit bovenstaand lijstje. Laat dit dan nog net de zwever zijn van de commandant die de ganse operatie diende te leiden op het fort van Eben Emael...

Dit zweefvliegtuig zal uiteindelijk opnieuw verplicht moeten landen op Duits grondgebied. De commandant, Luitenant Witzig, zal er in slagen door eerst met een opgeëiste fiets en auto, opnieuw het vliegveld te bereiken om met een nieuwe sleper, de zweefvlieger opnieuw op te trekken en toch nog door te vliegen tot Eben Emael. Hij zal er +/- 3 uur na de eerste 10 zwevers nog landen als de ganse actie eigenlijk al afgehandeld bleek te zijn.

Nog een tweede zwever zal ongelukkig tijdens de vlucht (voor het officieel losmaken van de Junkers 52 toestellen), te vroeg loskomen. Ook deze zwever zal hierdoor het fort nooit bereiken. Het vliegtuig zal landen op Duits grondgebied nabij Eschweiler. De bemanning zal zelf als voetvolk mee oprukken met de Duitse grondtroepen en op die manier uiteindelijk toch nog op het fort toekomen. Dit was allicht zwever 2 uit bovenstaande lijst.

De rest van de zwevers zal zoals voorzien hun doelen bereiken. In de ochtend van 10 mei 1940, landen rond 4u10 de eerste zwevers in de omgeving van de brug van Veldwezelt. 5 minuten later volgt hetzelfde scenario aan de brug van Vroenhoven. Om 4u15 landen 9 (van de 11 originele) zwevers bovenop het fort van Eben Emael. De 10 zwevers voor de spoorwegbrug van Canne zullen daar arriveren om 4u28.

Voor wat betreft het Fort van Eben Emael krijgt men opnieuw een opstapeling van ongelukkige feiten. Zo waren er om één of andere onduidelijke reden datzelfde jaar in februari eens Franse militaire vliegtuigen geland bovenop het fort van Eben Emael. Dit bleek te gaan om een mislukte Franse luchtmachtoefening waarbij de vliegtuigen totaal uit hun bedoelde vliegbereik waren geraakt en dan uiteindelijk maar wisten te landen (hoe dom het ook mag klinken) op het Fort van Eben Emael, een partner in het geallieerde front tegen Duitsland. Zolang België nog niet aangevallen was door Duitsland was dit in feite een schending van de Belgische neutraliteit maar over deze mislukte missie is nauwelijks info terug te vinden in actuele geschiedenisboeken.

Toen de vliegtuigen voor Eben Emael het fort wisten te naderen, bleken deze te hoog gelost te zijn en bevonden deze zich nog te hoog om de landing in te zetten toen ze in de buurt van het fort kwamen. Gezien zij dienden te landen met een slede en de landingsstroken al zeer kort waren voorzien, zou een van hoger ingezette landing moeten gebeuren met nog grotere snelheid en nog meer risico inhouden. Hierdoor besloten de piloten van de vliegtuigen Eben Emael hoog te overvliegen. Gezien dit zweefvliegtuigen betrof die dan nog veel te hoog bleken te hangen, heeft niemand op het fort deze overvlucht toen al opgemerkt. Doordat deze zwevers dan allen een bocht dienden te maken om opnieuw bij het fort uit te komen, zijn deze zwevers natuurlijk uit zuidelijke richting het fort genaderd. Hierdoor kwamen zij in feite van de richting waaruit België geen vijandelijke vliegtuigen verwachtte. Dit heeft er toe geleid dat toen de vliegtuigen hun landing inzetten naar het fort dit wel door de observatietroepen op het fort werd vastgesteld maar er naar het commandocentrum werd doorgebeld dat "Die domme Fransen daar weer waren", de historie van datzelfde jaar in februari nog niet vergeten zijnde. Het gevolg is dat alle vliegtuigen praktisch op de grond stonden en waren geland toen ook maar de eerste onraad werd geroken en het eerste schot van de reeds sterk onderbemande luchtafweer werd gelost. Hopeloos te laat dus wetende dat de aankomende zwevers niet gewapend waren (en op dat moment dus ongevaarlijk). Om op gewicht te besparen beschikten de inzittende para's trouwens niet eens over parachutes. Alles wat men toen uit de lucht had geschoten, had bij de verdere aanval geen last meer bezorgd.

Schets landingsplaatsen Zwevers op Fort Eben Emael - Museum Fort Eben Emael

Als je nu even deze opdrachten wat nauwer bekijkt zal je zien dat hun opdracht nooit geviseerd is geweest op de blokken die de grachten verdedigden tenzij er bovenop natuurlijk een 360° draaiende koepel van 75 mm stond zoals bij blok V. Deze redenering is natuurlijk logisch als je reeds van in het begin je bovenop het fort bevindt. Wel dienden de twee mitrailleurkazematten uitgeschakeld te worden omdat deze voor hen het meest dodelijk waren (als ze nog werkten). Ook ziet men in de planning nergens iets over de twee 75 mm kanonkazematten gericht in zuidelijke richting (Vi1 en Vi2) omdat deze in eerste faze niets aan hun invalplannen konder verhinderen van België. Uit de planning weet ik wel niet op te maken wie diende in te staan voor het uitschakelen van de 4 mitrailleurs tegen luchtdoelen.

Wat de aanval echt rampzalig maakte voor de Belgische soldaten in het fort moet wel het geheime ingezette wapen zijn geweest, namelijk de holle lading.

Holle lading
Schetsen werking holle lading: Museum Fort Eben Emael

Op de foto van de vitrinekast in het museum zie je voorbeelden van de types explosieven die de Duitse para's bij zich hadden. Het meest gewelddadige was de grote holle lading van 50 kg (opgebouwd uit 2 delen van elk 25 kg). Daarnaast bestond er nog een kleinere variant van 12.5 kg (ook zichtbaar). De andere kleinere afgebeelde explosieven waren van de klassieke types en wogen respectievelijk 1 of 3 kg per stuk.

Hoe werkte een holle lading?

Merkwaardig genoeg is de holle lading reeds ver voor aanvang van WO II ontdekt en beschreven in 1883 door een Amerikaan. Het is echter pas voor de eerste echt effectief met zware gevolgen gebruikt bij de aanval op het Fort van Eben Emael. Bij de aanval op het fort was dit "nieuwe" wapen het grote geheime wapen van Hitler die hem hier zeker de overwinning heeft opgeleverd.

Het principe is dat bij een volledig bolvormig explosief er zich zowel een explosie naar buiten toe zal voordoen als een implosie naar binnen. Globaal ontstaat er enkel een explosief karakter omdat de implosiekrachten bij een bolvormig explosief elkaar opheffen en neutraliseren. Anders wordt het echter als men deze explosies gaat creëren met halve bollen. In dat geval zullen de implosiekrachten elkaar niet meer opheffen omdat er geen tegenliggende krachten meer zijn van de andere halve bol (die niet aanwezig is). Hierdoor krijgt men een enorme kracht op de lengte-as van het explosief die zich zal concentreren op de holte die men nog eens bijkomend voorziet onderaan het explosief. Als men nu ook nog eens de binnenkant van deze holte gaat voorzien van een laagje zacht metaal. Bij de gebruikte Duitse holle ladingen was dit een laagje zink, zal bij een implosie dit fijne laagje zink zo een kracht en druk ondergaan dat dit een straal zal vormen van metaal dat zelfs niet de tijd krijgt om van vaste stof over te gaan in een vloeibare fase. Dit noemen ze in het wapenkundige milieu een stekel. De snelste delen van dit metaal zullen op die manier wegvliegen met een snelheid van +/- 13 km/seconde, de traagste en grootste hoeveelheid (de prop genaamd) zal volgen met een snelheid van +/- 1 km/seconde. De meeste schade zal in het algemeen worden aangericht door de stekel en niet door de prop. Hoe zwaarder het gebruikte metaal van atoommassa, hoe krachtiger de stekel. Dit is de reden dat men bij moderne wapens dit laagje gaat maken met bv plutonium en dergelijke. Als de stekel er in slaagt het aangevallen object te doorboren krijgt men vaak nog zeer veel schade door afspringend rondvliegend materiaal omwille van de bijhorende vaak zeer grote drukgolven en zeer hoge gecreëerde temperaturen.

Om een voorbeeld te geven, bij de holle ladingen gebruikt op Eben Emael ontstond onderaan de bom een hitte van +/- 3200 °C. Dit is voldoende om een pantser van 30 cm dik te doorboren (wat dus ook vlot is gebeurd met de koepels en schietgaten van het fort). De efficiëntie van het wapen bestaat er dus in feite in dat al zijn kracht zo goed als in 1 richting wordt gebruikt op een relatief klein oppervlak.

In latere fases is dit wapen dan natuurlijk algemeen in gebruik genomen en zeker niet alleen bij de Duitsers. Men is de principes nog meer gaan benutten en verder uitwerken. Zo bleek de halve bolvorm zeker niet de meest ideale vorm. De ideale vorm ligt veel dichter bij de kegelvorm. Daarom dat allicht het effect van de kleinere holle ladingen van 12.5 kg in vergelijking met hun gewicht ten opzichte van de 50 kg holle ladingen, mogelijks groter zal geweest zijn. De principes van dit wapen werden tijdens WO II nog vlot overgenomen in wapens zoals de de Duitse Pantserfaust, de Amerikaanse Bazooka, antitankgranaten,...

Heden wordt dit principe nog altijd gebruikt bij modernere wapens. Ook heeft men later ontdekt dat het principe nog veel beter werkt als de explosieve lading niet direct in contact staat met het te doorboren object. Zo is de optimale afstand gelegen tussen 50 cm en 1 meter van het object dat men wenst te doorboren. Daarom is men de gebruikte ontstekers, de vorm van de bom, de gebruikte explosieven en metalen, de vorm van de holle kern, enorm gaan optimaliseren en slaagt men er heden op die manier al in om met de zwaarste antitankraketten effecten te veroorzaken die zouden moeten overeenkomen met het doorboren van een pantserplaat van +/- 2 meter dik.

De effecten van deze holle ladingen op de structuren van Eben Emael zijn nog altijd duidelijk te zien:

Impact van een holle lading van 50 kg op de koepel 75 mm op blok V. De ruitvormige tekening die u kan zien onder de vorm waar ooit de holle lading werd geplaatst, is afkomstig van het camouflagenet die hier plaatselijk in het staal is versmolten.
Dezelfde sporen op de Koepel 75 mm van Koepel noord en de observatieklok van de kanonkazemat Maastricht 2.
Ook de koepel 120 mm bleef niet gespaard. Als u trouwens op de meeste vernielde koepels kijkt, zult u zien dat de gaten van de inslag met beton opgevuld zijn. De koepels zijn zelfs meestal achteraf opnieuw grijs geverfd. Dit was rechtstreeks in opdracht van Hitler die niet wou dat latere bezoekers zouden hebben geweten hoe hij die structuren had weten uit te schakelen. Hij wou de sporen van zijn geheim wapen zoveel mogelijk verstoppen. (Oude foto: Replica)

Om dezelfde reden zijn reeds de gebruikte zwevers die op Eben Emael waren geland, allen weggehaald. Ook de para's die de aanval uitvoerden zijn vliegensvlug enkele dagen nadien reeds van dit westelijk front weggetrokken om het mysterie over het gevallen fort nog te versterken naar de buitenwereld toe.

Dat de impact van deze inslagen op aanwezigen in deze structuren afgrijselijk moet zijn geweest, hoeft geen twijfel te scheppen. Zo is een Belgische soldaat die in de observatiekoepel zat van Blok IV, als een combinatie van gesmolten ijzer (zijn helm) en blubber opgeruimd in een emmer en zo ook begraven na de gevechten van mei 1940.

Ook moeten zich aan de binnenkant van de galerijen tragedies afgespeeld hebben. Zo is allicht toch tijdens de strijd in de gangen de verlichting uitgevallen. Soldaten hebben nog geprobeerd in de totaal in duister gehulde gangen, versperringen op te werpen. Als ze toen, na uren in totale duisternis te zitten afwachten, geluiden hoorden kunnen ze nog nauwelijks geweten hebben of het eigen Belgische soldaten of Duitse invallers waren die ze hoorden.

De Belgische forttroepen aanwezig op het boventerrein van het fort, moeten bij de landing van de zwevers (nadat ze eindelijk doorhadden dat het vijandelijke Duitse vliegers waren), totaal overdonderd geweest zijn door de Duitse para's. Vergeet niet dat dit allen beren waren geselecteerd op grootte. Die sleurden met gewichten van 50 kg alsof het niets was,... Er is zelfs het verhaal gekend van piloot Lange die met zijn zwever ook het luchtdoelgeschut diende uit te schakelen. Deze smeet zijn zwever letterlijk bovenop de loopgraven die rond dit luchtafweer waren opgesteld. Hierdoor werden deze als deels vernield. Daarna sprong hij met zijn handmitrailleur in de hand in een Belgische loopgraaf om daar op zijn eentje de 14 aanwezige Belgen gevangen te nemen. De 14 aanwezige Belgische soldaten waren zo overdonderd door deze verschijning dat zij zonder veel twijfelen hun wapens neerlegden en zich overgaven aan deze ene Duitse para.

Officieel kapituleerde het fort van Eben Emael na anderhalve dag van strijd. Niet officieel was het fort reeds verslagen binnen de eerste 10 minuten dat de para's aanwezig waren op het boventerrein van het fort. In die beperkte tijd waren volgende kazematten reeds buit gemaakt of uitgeschakeld:

  • De 4 stukken luchtdoelgeschut (uitgeschakeld)
  • Kazemat Ma1 (ingenomen)
  • Kazemat Ma2 (ingenomen)
  • Machinegeweerbunker Zuid (ingenomen)
  • Koepel Noord (uitgeschakeld)
  • Koepel Zuid - Blok V (aangevallen maar niet uitgeschakeld)
  • Blok IV (de koepel uitgeschakeld)

Op dat ogenblik waren dus de meest belangrijke structuren reeds blind en doof gemaakt door het uitschakelen van de observatiekoepels, observatieposten, kanonkoepels en de kanonkazematten gericht op de richting Maastricht.

Toen bij de Belgische legerleiding duidelijk werd dat het Fort Van Eben Emael in handen aan het vallen was van Duitse aanvallers, zijn nog een aantal wanhoopspogingen ondernomen om de situatie recht te trekken. Zo heeft men nog met 40 vrijwilligers uit het fort gepoogd langs een infanterie-uitgang van het fort, de situatie bovenop het terrein recht te zetten. Zoals reeds gezegd waren alle soldaten artilleristen. Zij beschikten dan ook maar over alles behalve de meest moderne handwapens waaronder zeer weinig automatische wapens. Zij waren dan ook totaal geen partij voor de zwaar gewapende para's die zich ondertussen letterlijk hadden ingegraven op het boventerrein en wel over de nodige handwapens beschikten. Een heel aantal Belgen hebben deze wanhoopsdaad letterlijk met hun leven bekocht.

Ondertussen werden verschillende pogingen ondernomen van Belgische omliggende infanterie-eenheden om hun eigen fort opnieuw in handen te krijgen. Alleen werden de flanken van het fort ondertussen door de Duitse Luftwaffe continu onder vuur genomen en gebombardeerd uit de lucht zodat ook deze pogingen alleen maar tot grotere Belgische verliezen leden en steeds op niets uitdraaiden.

Toen ook mocht blijken dat deze tegenaanvallen geen zoden aan de dijk brachten is men zelfs van de omliggende Luikse forten van Pontisse en Barchon het fort van Eben Emael beginnen beschieten. Het fort zelf was zodanig gebouwd dat het op zich aan deze beschietingen moest kunnen weerstaan. Ook deze wanhoopsdaad heeft uiteindelijk niets aan de verloren positie kunnen veranderen omdat verschillende kazematten (dus het inwendige van het fort) uit Belgische handen waren geraakt en op het moment van de beschietingen door de para's werden gebruikt als schuilplaats. Uiteindelijk vuurde het fort van Pontisse 1000 105 mm granaten af op Eben Emael. Barchon vuurde 40 granaten van 150 mm af in dezelfde richting.

Omdat de Duitse para's vreesden een tegenaanval te krijgen via de ondergrond van het fort, werden van een aantal cruciale trappengallerijen vernield zodanig dat dit niet meer mogelijk zou zijn. Zo gebeurde dit voor de kanonkazemat Ma1, de mitrailleurbunker Noord. Ook de trappengallerij van Mitrailleur Zuid wordt bij het opblazen van de toegangsdeur op galerijniveau nog zwaar beschadigd.

Tijdens de aanval van mei 1940 werd op 11 mei 1940 in de trappengalerij van de kanonkazemat Ma1 nog een laatste holle lading tot ontploffing gebracht. Mag de impact van deze explosie aan de hand van bovenstaande foto's u duidelijk worden. De Duitse para die de holle lading plaatste is zelf nog amper uit de kazemat Ma1 geraakt na de explosieven te hebben geplaatst. Hij is bij de explosie zelf uit de kazemat geslingerd door de drukgolf die er op volgde. Hij heeft de aanval zwaar gewond overleefd.

De bovenste foto toont de schade op de achtermuur die naar de toegang van deze kazemat leidt. De ganse achtermuur is zwaar toegetakeld door rondvliegend puin. - De tweede foto toont de gang naar de toegangsschacht. Een van de gepantserde tussendeuren is totaal weggeblazen. De deur daarnaast is in gesloten toestand totaal bol geblazen. Betonnen deurstijlen zijn gewoon uit hun haak getrokken. - De derde foto toont wat er nog overblijft van de eigenlijke trappenhall. De ganse structuur is als een kaartenhuisje in elkaar gezakt.- De onderste foto's zijn misschien nog het meest tot de verbeelding sprekende. Onderaan links toont een scharnier van de totaal weggeblazen gepantserde deur. De deur zelf is totaal weggerukt. De scharnier is echter zodanig door de druk opengegooid dat het scharnier zich letterlijk in het beton heeft gesmolten. Men kan het scharnier heden volledig in een in het beton gesmolten nis verbergen die er is ingekomen door de klap en de plaatselijke hitte. - Foto rechtsonder: De gele schijn op de ondermuur is niets anders dan zand van zandzakken die hier lagen dat in het beton van de muur werd versmolten en is gekristalliseerd.

Ook heeft men zelfs in het inwendige van het fort na het opblazen van de trappengalerij van Ma1 gedacht dat men de gangen van het fort aan het bestoken was met gifgas. Er ging namelijk een geur van chloorgas in de gangen.

Achteraf bleek dit dan afkomstig van ongebluste kalk die stond opgesteld in de nabijheid van de opgeblazen toegang. Dit creëerde door de hoge temperaturen en drukken, deze giftige dampen.

Ook moet men bij dit alles eens bedenken dat de Belgische soldaten die in het fort aanwezig waren, in normale omstandigheden om de situatie en opbouw van het fort niet te kunnen verraden naar de buitenwereld toe, werden verboden zich te bewegen in gedeeltes van het fort die niet hun sector was (lees waar zij geen standaard dienst deden). Dit had dan ook als bijkomend gevolg dat zij tijdens de periode dat zij nog nauwelijks wisten wat de situatie boven in de kazematten was, ook nauwelijks zelf hun weg kenden in gedeelten van de galerijen waar zij anders zelf geen dienst hadden.

De impact van deze holle ladingen op de lokaties van schietgaten in deze betonnen wanden die soms tot 2.5 meter dik zijn, is ook nauwelijks te geloven. Links en rechts ziet u de impact van een holle lading op schietgaten van een anti-tankkanon bij enerzijds blok II (links) en Mitrailleur Noord (rechts). (Beide foto's: Replica)
Ook het originele poortje aan de "Koepel Noord", die één van de twee infanterietoegangen en -uitgangen was vanaf het boventerrein van het fort, werd allicht met een kleinere holle lading opgeblazen. De impact op de binnenzijde is ook vrij groot als je ziet hoe het beton letterlijk achteraan waar de trap begint, werd weggerukt. Je kan ook zien dat men soms in de fort (en zo zijn er hier en daar nog), kleine bijkomende bunkerkamertjes heeft voorzien in het grotere fort. Hier zie je een schietgat die deze toegang onder vuur nam. De Belgische brigadier Biesmans stond ongelukkig toen de toegang werd opgeblazen te kort bij de deur en kreeg het zware ding op zich. Hij werd nog zwaar gewond van onder deze zware deur gehaald maar overleed kort nadien aan zijn verwondingen.
Dat ook de omgeving in de klappen deelde valt duidelijk te zien aan het bosje voor Blok I dat vrij kaalgeschoren uit de strijd is gekomen. Ook de watermolen die juist voor het fort lag, langs het riviertje de Geer, deelde serieus in de klappen. (Foto's: Replica)

Waar ooit de noordelijke valse koepels lagen, werd na de meidagen door de Duitse bezetters, een houten herdenkingskruis opgericht ter herinnering aan de gesneuvelde Duitse para's van de aanval op 10 mei 1940. Zoals zovele kerkhoven en herdenkingsmonumenten van de verliezende partij van een oorlog, is ook allicht dit kruis, vrij kort na de oorlog verwijderd en verdwenen.

 

 

Op dat ogenblik was nog enkel de kanonkazemat van Visé 2 (maar alleen vurend van de cruciale bruggen weg) en Koepel Zuid (horende bij blok V) nog actief. Op dat ogenblik was ook nog bijkomend één van de defensiebunkers uitgeschakels (allicht blok II). Bijkomend waren de observatiekoepels van nog 2 andere verdedlgingsblokken vernield geraakt waardoor het richten van de nog beperkt werkende artillerie zo goed als onmogelijk was geworden.

In de nacht van 10 op 11 mei slaagden Duitse infanterietroepen erin over de veroverde bruggen van het Albertkanaal te trekken en was het zwaar gehavende fort totaal omsingeld.

Toen na 36 uren van strijd het fortgarnizoen van Eben Emael rond de middag van 11 mei 1940 de handdoek in de ring gooide, waren er in de directe omgeving van het fort, ongeveer 650 Belgische gesneuvelden te betreuren.

Globaal kan men de Duitse aanval die onder leiding van de Duitse kapitein Koch werd uitgevoerd alleen maar geslaagd noemen. De bruggen van Veldwezelt en Vroenhoven vallen zo goed als onbeschadigd in handen van de Duitse para's. De brug van Kanne kon op bevel van de forteenheden van Eben Emael nog net op tijd in de lucht geblazen worden en ging verloren. Daarnaast werden wel nog op tijd de brug van de sluis in Lanaye en deze van Petit Lanaye opgeblazen in opdracht van Majoor Jottrand. Belgische genietroepen wisten met alle moeite van de wereld nog de bruggen van Kompveld, de spoorwegbrug en de brug van Briegden voor de ogen van de Duitsers te vernielen.

Actuele situatie van het fort.

Eenmaal in Duitse handen gekomen, werd het fort voor de Duitse bezetter graag gebruikt voor propagandadoeleinden. De interne kazerne werd door de Duiters verder gebruikt als kazerne en de werkplaatsen werden beperkt gebruikt voor de herstelling van machines. Amerikaanse en Britse piloten werden er samen met gevangen genomen leden van het Franse Verzet verplicht tewerk gesteld.

Na de bevrijding was het nut van het fort voor het Belgisch leger nog heel beperkt. Het is binnen het Belgische leger na de oorlog nog zeer beperkt gebruikt als Radarschool. Daarna werd het hoofdzakelijk nog gebruikt als een militaire stapelplaats. Uiteindelijk werd de ganse structuur door het Belgische leger verlaten en begon een periode van verval waarbij veel zaken uit het fort verdwenen en in handen vielen van vele souvenirjagers.

Sinds 1986 startte de VZW FEE (Foundation for Environmental Education Fort Eben Emael) met samenwerking van het ministerie van Defensie met het opwaarderen van het fort als een museum.

Sinds 2004 is een tijdelijke concessie omgezet in een permanente consessie tot en met 2024 voor het verdere gebruik van het fort als museum.

Iedere eerste zondag van de maand wordt er door de VZW FEE samen met een aantal schepenen en de burgemeester van Eben Emael en Wonck en bevriende oud-strijderverenigingen een herdenking gehouden voor de oud-strijders van het fort van Eben Emael.

Ondanks alles wat zich tijdens de meidagen in dit fort heeft afgespeeld zijn er toch wel enkele trieste bedenkingen bij dit unieke stuk Belgische fortificatie.

  • Zo is dit fort heden ten dage nog altijd onbeschermd erfgoed. Dat dit fort in zijn huidige staat tot op de dag van vandaag nog atlijd op geen enkele manier erkend is als militair erfgoed is toch niet te snappen. Het kan toch niet zijn omdat dit fort allicht een wrange smaak nalaat over de Belgische fortificatiepolitiek, dat we het bestaan ervan dienen te negeren.
  • Voor de jongens die van Belgische kant sneuvelden bij de gevechten in het fort, wordt tot op de dag nog altijd weinig of niets officieels ondernomen buiten de eerder vernoemde innitiatieven van de VZW. De soldaten die in het fort dienst hadden in mei 1940 en bij het ingaan van de Duitse bezetting gevangen werden genomen, kwamen grotendeels pas bij de bevrijding opnieuw vrij. De Vlamingen die geen officieren, onderofficieren of beroepssoldaten waren, kwamen wegens de Flamenpolitiek reeds vrij in maart 1941. Alle anderen, waaronder alle Franstalige soldaten, zaten de ganse oorlog gevangen in het kamp van Fallingbostel in Duitsland. Toen zij dan na de oorlog uiteindelijk weer thuiskwamen, werden zij in gans de buurt van het fort nog eens scheef bekeken omdat ze er ter plaatse nog altijd van uitgingen dat zij het oninneembare fort zonder veel slag of stoot, doelbewust aan de Duitsers hadden overgedragen.
  • Er zijn vele zaken die een bezoek aan het fort zeker de moeite waard maken, anderzijds zijn er ook toch zaken die ik als voorstander van zaken te bewaren in de staat dat ze zijn, niet zo goed kan akkoord mee gaan:
    • Zo zie je ondertussen toch hier en daar iets teveel originele zaken verdwijnen voor veel nieuwere zaken die totaal qua tijdsbeeld niet thuishoren in het fort. Voor een fort als dit zou de nadruk toch moeten liggen op originaliteit? Zo lijken er mij allicht oude originele toiletten verdwenen voor nieuwe kitscherige vervangers. Richt deze nieuwe zaken dan in in ruimtes die originele toiletten waren maar laat dan toch die originele toiletten bestaan.
    • Zo lijkt de inkom van het fort wel heel wat rommel te bevatten die hier niet echt thuis hoort.
    • Zo zie je in de inkom van Blok I, ook heel wat herstelde en in originele staat herstelde zaken (zie foto's hogerop met de Belgische soldatenpoppen). Wel hoop ik dat dit dan zaken zijn die hier effectief na mei 1940 nog stonden en dat dit geen zaken zijn die her en der in het fort nog konden worden teruggevonden op andere lokaties, daar ontmanteld werden om ze dan hier opnieuw in een zo goed als identieke vorm her op te bouwen. Dit alles dan om Blok I opnieuw wat knusser te laten lijken terwijl men dan in andere blokken of mitrailleurruimtes, intakte zaken gaat ontmantelen,... Ik vrees wat voor dit laatste scenario als ik de rest van het blok zie waar nog heel weinig originele mitrailleur en kanonstandaarden te zien zijn. Het jammere is dat door zulkse ombouwen te doen, vaak vele kleine details verloren gaan omdat de ombouwers daar zelf vaak te weinig van weten en bij het ombouwen dan ook nauwelijks op die details gaan letten. Dergelijke praktijken worden ook sterk in de hand gewerkt door het op "geen enkele manier officieel beschermd zijn" van deze structuren. Nog zo een eenvoudig vast te stellen ingreep is duidelijk te zien op onderstaande foto's:
    • Op oude foto's van Blok I (het toegangscomplex) kon je vroeger duidelijk in gecementeerde letters, de naam van het fort zien staan. Dit was reeds zo aangebracht van bij de bouw van het fort. Heden blijken deze letters echter totaal verdwenen.Het lijkt er zelfs op dat ze werden weggehakt, mogelijks omdat ze deels los kwamen te zitten? Als dit laatse waar is, zo ga je toch niet om met dergelijke herkenbare gedeeltes van fort. Heden bestaan toch wel al betere conservatiemethoden dan alles gewoon voor goed verwijderen?
    • Ook blijkt op de plaats waar vroeger deze prachtige originele lift stond, heden een nieuwe lift te staan.
    • Dat deze niet meer mocht gebruikt worden om veiligheidsredenen is te begrijpen. Wat niet te begrijpen is, is dat deze prachtige originele lift blijkbaar niet eens ergens wordt bewaard en tentoongesteld in een fort die zoveel vrije en ongebruikte ruimtes telt.

Bezoekmogelijkheden aan het fort:

Voor geïnteresseerden is het fort zeker 1x in de maand opengesteld voor bezoekers. Er loopt in Blok I en de interne kazerne die dagen een permanente tentoonstelling over het fort die zeker ook altijd eens de moeite waard is om te zien.

Die dagen kan men ook steeds aan democratische prijzen het fort gegidst bezoeken. Respect voor de mensen die dit steeds als vrijwilligers aan de geïnteresseerden aanbieden. Zeker een aanrader om het eens te doen.

De boventerrein en de terreinen rond het fort, zijn alle dagen vrij toegankelijk en te bezoeken. Houdt er wel rekening mee dat u op die wijze nergens in de structuren binnen kunt. Ze zijn op die manier wel steeds duidelijk fotografeerbaar.

Mocht iemand over gelijk welke bijkomende informatie beschikken van deze structuur die bestaande teksten kan corrigeren of aanvullen, blijft dit steeds welkom als mogelijke aanvulling op deze pagina. Mail in dat geval gerust op onderstaande mailadres: info@bunkergordel.be

Graag had ik bij deze onderstaande diensten willen danken voor het mogelijk maken van deze reportage: