Citadelpark Gent

Buskruitfabriek Cooppal Wetteren

Vliegvelden WO I Regio Gent

WO I Munitiepark Kwatrecht

De Dodendraad

De Hollandstellung - Duitse WO I bunkerlinie

Reichsschüle Flandern - SS-School Kwatrecht

Duitse Atlantic Wall Radarpost - Goldammer

WOI en II Munitiedepot De Ghellinck Zwijnaarde

Duitse gangen onder centrum Gent WOII

Publieke WOII Schuilplaatsen Groot Gent

Het Fort van Eben Emael

KW-linie

WO I - Kwatrecht - Melle

18 daagse veldtocht gekoppeld aan TPG

Neergestorte B17 te Kwatrecht 19-09-1944

De bevrijding WO II van de regio rond TPG

Details van de legers:

Gesneuveldenlijsten:

Contact en onbeantwoorde vragen

Media-aandacht

Copyright

Links


Beschrijving Bruggenhoofd Gent.

De bouw van Bruggenhoofd Gent als onderdeel van de Belgische fortificatiepolitiek.

De Bouw van Bruggenhoofd Gent is maar een klein onderdeel van de ganse fortificatiepolitiek die plaats had over het ganse Belgische grondgebied. U krijgt hier een chronologisch overzicht hoe deze fortificatie verliep voor Belgie vanaf eind jaren '20 tot de hel losbarstte in mei 1940.

Detailbeschrijving van de Infanterie-eenheden van het Belgisch leger voor mei 1940.

Opbouw van de actieve en 1e Reserve Infanterieregimenten.

Van toepassing op

Actieve Regimenten

  • 1e tot 9e Linieregiment.
  • 11e tot 14e Linieregiment.
  • 1e tot 3e Regiment Jagers te Voet.
  • 1e Regiment Grenadiers.
  • 1e Regiment Karabiniers.

1e Reserve Regimenten

  • 15e tot 25e Linieregiment.
  • 28e en 29e Linieregiment.
  • 4e tot 6e Regiment Jagers te Voet.
  • 2e Regiment Grenadierse.
  • 2e Regiment Karabiniers

Opbouw van een Standaard Infanterieregiment

 

Stafcompagnie

 

 
       
 

1e Bataljon

1e Compagnie Fuseliers

 
   

2e Compagnie Fuseliers

 
   

3e Compagnie Fuseliers

 
   

4e Compagnie Mitrailleurs

 
   

 

 
 

2e Bataljon

5e Compagnie Fuseliers

 
   

6e Compagnie Fuseliers

 
   

7e Compagnie Fuseliers

 
   

8e Compagnie Mitrailleurs

 
   

 

 
 

3e Bataljon

9e Compagnie Fuseliers

 
   

10e Compagnie Fuseliers

 
   

11e Compagnie Fuseliers

 
   

12e Compagnie Mitrailleurs

 
   

 

 
 

4e Bataljon

13e Compagnie Mitrailleurs

 
   

14e Compagnie C47 Antitankkanonnen

 
   

15e Compagnie Mortieren 76mm

 
       
  Peloton Verkenners    
 

Medische Compagnie

 

 
 

 

   

De Stafcompagnie bestond uit 10 officieren en 144 soldaten.

Deze omvatte:

  • De Administratieve staf
    • 3 onderofficieren en 3 soldaten gespecialiseerd in administratieve taken
  • Een tolk
  • Observatiepersoneel
    • 1 Sergeant, 2 korporaals en 6 soldaten
  • Staf-Transmissie
    • 1 onderofficier, 2 korporaals en 26 soldaten
  • 1e Sergeant of Sergeant Clairon - klaroenblazer
  • 3 onderofficieren - boekhouders
  • 38 muzikanten - enkel bij de Actieve Regimenten
  • 1 Caporal ordinaire (?)
  • 2 koks
  • 8 Ordonnances - personen direct gekoppeld aan een officier om de orders uit te delen. Bij deze 8 waren alvast 2 hogere officieren
  • 3 Boodschappers
  • Personeel voor onderstaand rijdend materiaal
    • Deeluitmakend van de Stafcompagnie
      • 1 materiaalwagen
    • Deeluitmakend van het vervoerskorps (CT = Corps Transport)
      • 1 autobus
      • 1 keukenwagen
      • 1 wagen met levensmiddelen
      • 1 bagagewagen
      • 2 ambulances
      • 1 camionette
      • 5 motoren waarvan 2 met side-car
    • Gezondheidsdienst (SS = service de Santé)
      • 1 auto voor het bijhorende peloton

Het geheel van de 4 Bataljons bestond op zijn beurt uit 98 officieren en 3500 soldaten.

Elk van de 3 Infanterie-bataljons omvatte

  • De Bataljonstaf
    • 2 Luitenanten waarvan 1 is belast met de bevoorrading van munitie
    • 1 onderofficieer boekhouder
    • 1 administratieve onderofficier
    • 1 onderofficier of korporaal postbode
    • 1 korporaal klaroenblazer
    • 10 soldaten waarvan
      • 5 ordonnances (min 1 hogere officier)
      • 2 koks
      • 2 boodschappers
      • 1 fietsmechanieker
    • Observatiepersoneel - 1 korporaal en 2 soldaten
    • Transmissiepersoneel - 1 sergeant, 2 korporaals en 21 soldaten
    • Personeel voor onderstaand rijdend materiaal
      • Deeluitmakend van het bataljon
        • 1 gevechtswagen van het bataljon
        • 1 materiaalwagen
      • Deeluitmakend van het vervoerskorps (CT)
        • 1 materiaalwagen
        • 1 vrachtwagen voor de bagage
        • 2 gereedschapswagens (deel uitmakend van bijhorende genie-eenheid)
        • 2 motoren waarvan 1 met side-car
      • Deeluitmakend van de gezondheidsdienst
        • 1 auto voor het bijhorende peloton
  • 3 Compagnies Fuseliers (globaal 663 personen)
    • Dit zou globaal omvat hebben
      • 1 kapitein
      • 1 clairon (hoornblazer)
      • 1 ordonance
      • 21 officieren
      • 639 soldaten
      • Elke Compagnie had dan de beschikking over
        • 7 officieren
        • 213 personen per compagnie Fusiliers
    • Elke compagnie omvatte globaal 214 personen
      • 4 dubbele secties of 4 gevechtsgroepen (Pelotons) elk omvattend
        • 1 Sergeant en in totaal 88 soldaten (globaal 89 personen)
          • Een ploeg F.M (Fusil Mitrailleur = lichte mitrailleur)
            • 1 korporaal - chef d'equipe
            • 1 bedienaar van de mitrailleur
            • 4 bevoorraders
          • Een ploeg F.G (Fusiliers Grenadiers)
            • 1 korporaal en 5 grenadiers
          • Een ploeg D.B.T (Granaatwerpers)
            • 1 Sergeant
            • 3 bedienaars van de D.B.T Granaatwerper
            • 6 bevoorraders
        • 1 Peloton buiten gelid (globaal 124 personen) omvattend
          • 1e verbindingsechelon
            • 1 onderofficier
            • 1 ordonnance
            • 1 hulpboekhouder
            • Observatiepersoneel - 1 korporaal (fiets) en 2 soldaten
            • Transmissiepersoneel - 1 korporaal (fiets) en 4 soldaten
          • 2e bevoorradingsechelon voor munitie
            • 1 sergeant
            • 1 wapensmid
            • 9 bevoorraders van munitie
            • 1 chauffeur van de gevechtswagen van het bataljon
          • 3e echelon voor levensmiddelen en arbeiders
            • 1 onder-officier boekhouder
            • 1 sergeant (fiets)
            • 1 caporal d'ordinaire (?)
            • 3 koks (1 fiets)
            • 1 kleermaker
            • 1 schoenmaker
        • Bijhorend rijdend materiaal
          • Deeluitmakend van de compagnie
            • 1 gevechtswagen van de compagnie
          • Deeluitmakend van het vervoerskorps (CT)
            • 1 keukenwagen
            • 1 wagen voor levensmiddelen
            • 1 vrachtwagen voor bagage
  • De Compagnie (zware) Mitrailleurs omvatte in totaal 1 luitenant of onderluitenant, 3 officieren en 168 soldaten. Meer in detail kwam dit neer op
    • 1 luitenant of onderluitenant
    • 1 clairon (hoornblazer)
    • 1 ordonnance
    • 2 Secties met elk 2 zware mitrailleurs.
      • 1 Sergeant - chef de section
      • 2 korporalen - chef de pieces
      • 2 richters, bedienaars van de mitrailleurs
      • 2 laders
      • 2 helper-laders
      • 8 bevoorraders
      • 1 chauffeur (caisson de mitrailleur)
    • 1 Peloton buiten gelid omvattend
      • 1e verbindingsechelon
        • 1 onderofficier
        • 1 ordonnance
        • 1 hulpboekhouder
        • Transmissiepersoneel - 1 korporaal en 8 soldaten (5 fietsen)
        • 6 afstandsmeters
      • 2e bevoorradingsechelon voor munitie
        • 1 onderofficier (fiets), 3 sergeanten en 3 korporalen
        • 1 wapensmid
        • 22 bevoorraders van munitie
        • 1 koetsier van de munitiecaisson (was een paardenkar)
        • 2 reserve koetsiers te paard
      • 3e echelon voor levensmiddelen en arbeiders
        • 1 onder-officier boekhouder
        • 1 sergeant (fiets)
        • 1 caporal d'ordinaire (?) (fiets)
        • 3 koks (1 fiets)
        • 1 kleermaker
        • 1 schoenmaker
    • Bijhorend rijdend materiaal
      • Deeluitmakend van de compagnie
        • 6 caissons voor mitrailleurs
        • 1 caisson voor materiaal (paardenwagen)
      • Deeluitmakend van het vervoerskorps (CT)
        • 1 keukenwagen
        • 1 wagen voor levensmiddelen (paardenkar)
        • 1 vrachtwagen voor bagage (dit betrof dan de bagage die niet in de rugzakken kon worden voorzien)
Het 4e Bataljon Zware wapens bestond uit 17 officieren en 517 soldaten
  • Dit 4e Bataljon was nog eens opgedeeld in
    • een Bataljonstaf
      • 2 Luitenanten of onderluitenanten
      • 1 onderofficier boekhouder
      • 1 onderofficier gespecialiseerd in administratieve taken
      • 1 onderofficier of korporaal postbode
      • 1 korporaal clairon (klaroenspeler)
      • 10 soldaten waarvan
        • 5 ordonnances waarvan minimum 1 hogere officier
        • 2 koks
        • 2 boodschappers
        • 1 fietsmechanieker
      • Observatiepersoneel - 1 korporaal en 2 soldaten
      • Transmissiepersoneel - 1 sergeant, 1 korporaal en 14 soldaten
      • Bijhorend rijdend materiaal
        • Deeluitmakend van de Staf
          • 1 auto voor vervoer van materiaal
        • Deeluitmakend van het vervoerskorps (CT)
          • 1 vrachtwagen voor bagage
          • 3 motoren waarvan 1 met side-car
    • een Compagnie (zware) mitrailleurs. De opbouw hiervan was identiek met de compagnies zoals hierboven reeds omschreven als de 4e Compagnie bij elk bataljon.
    • een Compagnie C47 antitankkanonnen voor globaal gebruik over het ganse regiment
      • 1 kapitein (met fiets)
      • 3 pelotons van 2 secties met elk 2 anti-tankkanonnen C47. Elk Peloton omvat:
        • 1 Luitenant of onderluitenant (met fiets)
        • 1 clairon (klaroenblazer)
        • 1 ordonnance
        • 1 korporaal bevoorrader (van proviand)
        • 2 chauffeurs voor
          • Reservetractor voor trekken C47
          • Camion van 1.5 a 2 ton
        • Elk van de 2 Secties omvatte
          • 2 stukken C47 geschut
          • 1 1e Sergeant of Sergeant - Chef de Section
          • 2 Sergeanten - Chefs de Piece
          • 2 Korporalen Pointeurs - Richters
          • 2 Schutters
          • 2 Laders
          • 6 Bevoorraders (munitie voor geschut)
          • 2 chauffeurs (voor tractortrekkers C47)
        • 1 peloton buiten gelid, dit omvatte
          • 1 onderofficier
          • 1 ordonnance
          • 1 hulpboekhouder
          • 1 onderofficier gespecialiseerd in administratieve taken
          • Transmissiepersoneel - 2 korporaal en 6 soldaten (2 fietsen)
          • 1 sergeant (met fiets)
          • 1 caporal d'ordinaire (?) (met fiets)
          • 3 koks
          • 1 kleermaker
          • 1 schoenmaker
          • 3 reservechauffeurs
          • 1 korporaal of soldaat specialist (onduidelijk in wat)
          • 1 wapensmid
          • 1 chauffeur voor camion van 1.5 a 2 ton
        • Bijhorend rijdend materiaal
          • Deeluitmakend van de Compagnie
            • 15 artillerietrekkers voor C47 geschut
            • 4 Camions van 1.5 a 2 ton
          • Deeluitmakend van het vervoerskorps (CT)
            • 1 vrachtwagen voor levensmiddelen met een veldkeuken als remorque
            • 1 vrachtwagen voor bagage
            • 2 motoren
    • een Compagnie zware mortieren van 76 mm voor globaal gebruik over het Regiment. Van dit type wapen waren er 2 versies in gebruik. Het meest actuele waren de mortieren M76 FRC. Het iets oudere type dat nog in gebruik was, waren de mortieren M76 A.
    • Voor de Compagnie zware mortieren van 76 mm FRC en A was de opbouw vrij identiek op enkele kleine verschillen na:
      • 1 Kapitein (met fiets)
      • 2 Pelotons van elk 2 Secties met elk 2 mortieren 76 mm
        • 1 Luitenant of onderluitenant (met fiets)
        • 1 Sergeant bevoorrader (van proviand)
        • 1 clairon (klaroenblazer)
        • 1 ordonnance
        • Elk van de 2 Secties omvatte
          • 2 mortieren 76 mm FRC
          • 1 1e Sergeant of sergeant - Chef de Section
          • 2 Sergeanten - Chefs de Piece
          • 2 korporalen Pointeurs - richters
          • 2 Schutters
          • 2 Laders
          • 2 Regelaars van de explosieve ladingen
          • 2 korporalen bevoorraders
          • 12 (FRC) of 14 (A) bevoorraders
          • 2 chauffeurs (van de caissons horende bij het geschut)
      • 1 Peloton buiten gelid
        • Bij deze eenheden is de opdeling in 1e, 2e en 3e echelon zeer onduidelijk omschreven. De opdeling werd hier dan ook niet gemaakt:
          • 1 onderofficier
          • 1 ordonnance
          • 1 hulpboekhouder
          • 1 onderofficier boekhouder
          • Transmissiepersoneel - 1 korporaal en 7 soldaten (3 fietsen)
          • Observatiepersoneel - 1 korporaal en een soldaat
          • 1 afstandsmeter (1 porte goniomètre)
          • 1 wapensmid
          • 1 korporaal of soldaat specialist (onduidelijk in wat)
          • 1 koetsier (caisson materiaal)
          • 2 reserve koetsiers (4 paarden)
          • 1 sergeant (fiets)
          • 1 caporal d'ordinaire (?) (fiets)
          • 3 koks (1 fiets)
          • 1 kleermaker
          • 1 schoenmaker
      • Bijhorend rijdend materiaal
        • Deeluitmakend van de Compagnie
          • 10 Caissons waarvan 2 voor materiaal
        • Deeluitmakend van het vervoerskorps (CT)
          • 1 keukenwagen
          • 1 vrachtwagen voor levensmiddelen, mogelijks paardenkarren
          • 1 vrachtwagen voor bagage

Het Peloton verkenners bestond uit 1 officier en 48 soldaten. Dit peloton verkenners werd als gevechtseenheid toegevoegd aan de Stafcompagnie. Meer in detail omvatte dit:

  • 1 Luitenant of onderluitenant
  • 1 ordonnance
  • 1 motorrijder met motor en side-car (vervoer hijzelf, luitenant en ordonnance)
  • 2 Groepen cyclisten onderling nog eens opgedeeld in 2 teams
    • 1 Sergeant
    • 2 teams van elk
      • 1 korporaal en 7 soldaten
  • 1 Groep motorrijders omvattend
    • 1 Sergeant, 1 korporaal en 6 soldaten (8 solo motoren)
    • 1 soldaat mecanicien (op motor)
    • 1 chauffeur en 2 soldaten (in vrachtwagen van 1.5 a 2 ton)
  • Bijhorend rijdend materiaal
    • Deeluitmakend van Peloton verkenners
      • 9 solo motoren
      • 1 motor met side-car
      • 1 camion van 1.5 a 2 ton (mogelijks een camionette)

De medische Compagnie bestond uit 6 officieren, 14 onderofficieren en 95 soldaten. Deze Compagnie beschikte globaal over 2 ambulances en was ingedeeld in 4 pelotons van twee secties. Per Sectie beschikten ze over een paardenkar.

(bron www.ablhistoriyforum.be en een onbekend gedeelte ingescand boekgedeelte met details over hoe deze eenheden waren opgebouwd (Franstalig))

Detailbeschrijving van de Elite-eenheden van het Belgisch leger voor mei 1940.

Opbouw van de actieve Regimenten Ardeense Jagers.

Van toepassing op
  • 1e tot 3e Regiment Ardeense Jagers

De Ardeense Jagers waren de elitegroepering van het Belgisch Leger opgericht uit de vroegere 10e Linie. Voor meer details over de beschikbare tanks en pantserwagens, zie de Cavalerie-eenheden

  1e Bataljon 1e Compagnie Wielrijders
    2e Compagnie Wielrijders
    3e Compagnie Wielrijders
     
  2e Bataljon 4e Compagnie Wielrijders
    5e Compagnie Wielrijders
    6e Compagnie Wielrijders
     
  3e Bataljon 7e Compagnie Wielrijders
    8e Compagnie Wielrijders
    9e Compagnie Wielrijders
     
  10e Compagnie Motorrijders + 3 T15 pantserwagens
  11e Compagnie Pantserwagens 8 T13 tanks
  Medische Compagnie  
  Stafcompagnie  
     

Bij de Ardeense Jagers was een Fuseliers Peloton ook afwijkend opgebouwd van de standaard Fusiliers Pelotons bij standaard Infanterieregimenten.

Opbouw Peloton Fusiliers Ardeense Jagers:

  • 1 Luitenant of Onderluitenant
  • 1 klaroenblazer
  • 1 Ordonnance
  • 3 gevechtsgroepen met elk
    • 1 Sergeant
    • 2 Ploegen F.M. (Fusil Mitrailleur - lichte mitrailleur) met elk
      • 1 schutter en 1 bevoorrader
    • 1 Ploeg F.G (Fusil Grenadiers) met elk
      • 1 korporaal en 5 grenadiers
    • 1 Ploeg bevoorrading met elk
      • 1 korporaal en 5 bevoorraders
  • 1 groep D.B.T.
    • 1 Sergeant
    • 3 schutters
    • 6 bevoorraders
Standaard fiets zoals gebruikt door de Ardeense Jagers zonder optuigen, enkel de fiets en het standaard toegevoegde Mauser geweer.

Opbouw van de 1e Reserve Regimenten Ardeense Jagers.

Van toepassing op
  • 4e tot 6e Regiment Ardeense Jagers
  1e Bataljon 1e Compagnie Wielrijders
    2e Compagnie Wielrijders
    3e Compagnie Wielrijders
     
  2e Bataljon 4e Compagnie Fuseliers
    5e Compagnie Fuseliers
    6e Compagnie Fuseliers
     
  3e Bataljon 7e Compagnie Fuseliers
    8e Compagnie Fuseliers
    9e Compagnie Fuseliers
     
  10e Compagnie Tuigen  
  Medische Compagnie  
  Stafcompagnie  
     
  • Bataljon Motorwielrijders Ardeense Jagers
  1e Groep 1e Eskadron Motorwielrijders
    2e Eskadron Motorwielrijders
    3e Eskadron Motorwielrijders
     

Detailbeschrijving van de speciale grenseenheden.

van toepassing op
  • 1e en 2e Regiment Grenswielrijders

Qua opbouw en beschikbare middelen, sloten deze eenheden sterk aan bij de Ardeense Jagers. Wielrijders vormen sowieso reeds een overgang tussen beide types legereenheden.

  1e Bataljon 1e Compagnie Wielrijders
    2e Compagnie Wielrijders
     
  2e Bataljon 3e Compagnie Wielrijders
    4e Compagnie Wielrijders
     
  3e Bataljon 5e Compagnie Wielrijders
    6e Compagnie Wielrijders
     
  7e Compagnie Mitrailleurs  
  8e Compagnie T13 tanks  
     
  • Bataljon Grenswielrijders Limburg
  1e Bataljon 1e Compagnie Wielrijders
    2e Compagnie Wielrijders
    3e Compagnie Wielrijders
    4e Compagnie Wielrijders
    5e Compagnie Wielrijders
    6e Compagnie Wielrijders
     
  Compagnie C47 Antitankkanonnen  
  Stafcompagnie  
     

Beschrijving van de wapens, standaard horende bij deze Actieve en 1e Reserve Regimenten:

Kort voor de oorlog begon het Belgische leger te moderniseren. De nieuwe aangeworven standaardwapens staan hieronder.

Deze wapens waren bij het aanbreken van de oorlog nog niet ten volle geleverd zodat er toch ook nog heel wat verouderde wapens gebruikt moesten worden.

  • Standaard geweer: Mauser 1935. Dit was de verbeterde versie van de Mauser 1924, geproduceerd bij FN in Herstal. Het wapen woog 4.025 kg en mat 1.10 meter. Het was een enorm goed wapen en schoot heel precies. Wel moest het goed onderhouden worden en was het gevoelig voor vervuiling waardoor het kon gaan blokkeren.

(Foto: Replica)

Mauser 1935
  • Browning Hi Power revolver: Ook dit type revolver was binnen het Belgische leger sinds 1935 in gebruik. Van dit type wapen (natuurlijk varianten erop inbegrepen), zijn er wereldwijd meer dan 1 miljoen geproduceerd.
  • Het wapen is officieel nog altijd niet buiten dienst gezet binnen het Belgische leger. Het weegt ongeveer 1 kg en is trefzeker tot op ongeveer 50 meter.

(Foto: wikipedia.org)

 

  • Standaard mitrailleur (FM = Fusil mitrailleur, geladen met laders): Browning FM30. (foto: Replica) Dit was een heel degelijk wapen dat weinig klachten gaf om het te gebruiken. Omdat dit ook als een reserve wapen werd beschouwd om te gebruiken binnen de bunkers van TPG, kan je meer detailinfo vinden op deze link.

(Foto boven: een beeld zoals het wapen heden nog altijd kan worden gezien in het legermuseum te Brussel - Foto onder: Replica)

Browning FM30 mitrailleur
Browning Mitrailleur
  • Het Duitse Machinenpistole 34 (MP34 Bergmann) - Dit wapen zou merkwaardig genoeg, zij het in zeer kleine hoeveelheden, bij aanvang van de meidagen '40 toch ook beperkt in gebruik geweest zijn bij het Belgische leger.
  • Het was een wapen dat bij aanvang van de oorlog ook nog in gebruik was bij bepaalde Duitse SS-eenheden maar daar werd het geleidelijk aan vervangen door de MP38 en MP40.
MP34 Bergmann, een lichte Duitse handmitrailleur met een lader die zijdelings werd ingebracht. (Foto: Wikipedia)
Voorlopig de enige 2 foto's van dit type wapen in gebruik bij het Belgisch leger voor de meidagen die ik al heb kunnen terugvinden. Het zijn 2 maal foto's van soldaten van de 2e Linie. (Foto links: Replica - Foto rechts: www.abbl1940.be )
  • Zware mitrailleur (MI = meestal geladen met kogelbanden) : Maxim Lourde. Een zeer goed wapen, enige nadeel zijn gewicht, om het telkens mee te zeulen bij verplaatsingen. Binnen het Belgisch leger vindt men het op oudere foto's terug als gebruikt op een driepoot. De types die nog gebruikt werden tijdens de meidagen waren deze die waren geplaatst op een slede. Omdat de versie met de slede als het basiswapen voor de mitrailleurbunkers op TPG werd beschouwd, kan u meer info vinden op deze link. Op de foto's ziet u het wapen zoals te zien in het militair museum te Brussel. Daaronder twee oudere foto's van het wapen op de eerder gemelde driepoot. De onderste foto's zijn hetzelfde type wapen op zijn slede zoals het nog volop gebruikt werd tijdens de meidagen '40. (Foto's: Replica)
zware maxim mitrailleur
  • Granaatlanceerders type DBT. Dit was een 50 mm mortier. Een wapen dat weinig klachten gaf over zijn werking. (Foto's: Replica)
  • Mortieren 76mm. Binnen het Belgische leger waren na WO I nog altijd een aantal Duitse WOI mortieren 76mm A in gebruik. Deze waren van het type zoals hiernaast afgebeeld. Deze mortieren waren samen met in totaal 150.000 bijhorende granaten onderdeel van de Duitse compensatievergoedingen aan België na WOI.
76 mm mortier

Enkele foto's van tussen WOI en II nog in gebruik zijnde Duitse Mortieren 76mm A. (Foto's: Replica)

  • In 1926 kreeg de Belgische FRC (Fonderie Royal des Canons) de opdracht deze nog aanwezige Duitse Mortieren 76mm A te optimaliseren. De originele mortieren waren te zwaar voor vlot gebruik, de platformwagen van de mortier was vrij kwetsbaar en het schootsbereik was te beperkt met zijn 300 tot 1300 meter.
  • In 1928 werd afgezien van de optie de oude mortieren te moderniseren en overgegaan tot het maken van een eigen optimalere versie die dan bekend zou geraken onder de naam Mortieren 76mm FRC. De nieuwe versie van de mortier woog nog 275 kg, wat ongeveer 100 kg minder was dan het originele Duitse model. Het schoot mortieren af van 4.64 kg (identiek met origineel) met een projectielsnelheid van 160 m/s en een maximum bereik van 2200 meter. Deze 2200 meter vuurbereik was meteen ook een verdubbeling van het Duitse model. Men kon er wel lichte schuilplaatsen en zelfs een pantserwagens mee uitschakelen tot op maximaal 600 meter. Daarnaast had het wapen ook een vrij grote scherfwerking (rondvliegende scherven bij het exploderen van de granaten) waardoor het uitstekend gebruikt kon worden tegen vijandelijke infanterie. Met geoefende bedienaars kon een vuurkadans gehaald worden tot 18 projectielen per minuut. Op het moment van de aankoop van dit nieuwe model mortier 76mm was er ook nog concurrentie van een Franse 81mm mortier maar allicht speelde het 76mm kaliber in het voordeel omdat bij de Duitse oorlogsvergoeding ook nog 150.000 granaten waren geleverd voor dit type mortier. Deze 76mm mortier kon ook gebruikt worden als vlak geschut alhoewel het Belgische leger voor die doelstelling beschikte over een zeer doeltreffend 47mm geschut. In totaal zouden er 198 nieuwe Mortieren 76mm FRC worden geleverd en gebruikt binnen het Belgische leger. Het nieuwe model zal worden toegekend aan de Actieve Regimenten. De oude Duitse versie zal nog beperkt worden gebruikt bij Actieve regimenten maar vooral bij de reserve Regimenten.
76mm mortieren
7.6 cm mortieren

Belgische Mortieren 76mm FRC (Foto''s: Replica)

  • Antitankkanonnen: 4.7cm kanonnen. Het wapen was veruit de meerdere van zijn Duitse tegenganger, de 37 mm PAK en de Franse 25mm. Het was echter vrij zwaar om het telkens vlot te kunnen verplaatsen tijdens de strijd. Het woog uiteindelijk toch 568 kg. Omdat dit ook een standaardwapen was om te gebruiken op de bunkerlinie TPG, meer info op deze link.
mobiele 47mm kanonnen opgesteld in het veld
mobiele 47mm kanonnen op paradefoto
FRC-kanon van 47mm op luchtbanden. Foto Collectie Tankmuseum.
Groepsfoto met op de voorgrond 2 FRC 4.7 cm kanonnen. Foto MRA-KML
Dat dit antitankgeschut doeltreffend was mag ook blijken uit wat met dit geschut is gebeurd na de Duitse aanval van België. De nog bruikbare exemplaren werden namelijk zeer vlot opgenomen binnen het Duitse wapenarsenaal en daar aangeduid als 4.7 cm PaK 185. Hierboven alvast Duitse troepen die tijdens de veldtocht een dergelijk veroverd artilleriestuk nakijken op herbruikbaarheid. (Foto: Replica)

Opbouw van een 2e Reserve Infanterieregiment.

Van toepassing op

  • 31e tot 39e Linieregiment.
  • 41e tot 44e Linieregiment.
  • 7e tot 9e Regiment Jagers te Voet.
  • 3e Regiment Grenadiers.
  • 3e Regiment Karabiniers.

De Opbouw van deze 2e Reserve Infanterieregimenten zat hem in het feit dat zij niet beschikten over een 4e Bataljon. Voor de rest was de opbouw, ook qua hoeveelheden officieren en soldaten identiek.

  Stafcompagnie    
  Peloton Verkenners    
     
1e Bataljon 1e Compagnie Fuseliers  
    2e Compagnie Fuseliers  
    3e Compagnie Fuseliers  
    4e Compagnie Mitrailleurs  
       
  2e Bataljon 5e Compagnie Fuseliers  
    6e Compagnie Fuseliers  
    7e Compagnie Fuseliers  
    8e Compagnie Mitrailleurs  
       
  3e Bataljon 9e Compagnie Fuseliers  
    10e Compagnie Fuseliers  
    11e Compagnie Fuseliers  
    12e Compagnie Mitrailleurs  
       
  Medische Compagnie    
       

Beschrijving van de wapens, standaard horende bij deze 2e Reserve Regimenten:

  • De Mauser 1889. Dit wapen was de eerste echte succes geproduceerd in de FN fabrieken te Herstal. Het was gebaseerd op het originele Mauserontwerp dat in Duitsland zelf iets te laat afgewerkt geraakte en daardoor ginds werd verdrongen door een eigen Duitse ontwerp. FN optimaliseerde het naar Belgische legereisen. het wapen diende gans WO I binnen het Belgische leger. Reserve divisies waren nog steeds bewapend met deze oudere wapens die allen letterlijk al WO I hadden meegemaakt. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de toestand van sommige geweren wel al te wensen zal overgelaten hebben.
  • Een bijkomend probleem was dan ook dat de gebruikte patronen afwijkend waren van de standaard modernere mauserpatronen.
Mauser 1895
  • De Belgische handmitrailleurs (FM) waren in dit geval wapens van het type 1917-1927 die waren aangepast om dezelfde munitie te kunnen gebruiken dan de recentere mitrailleurs. Dit waren vaak de reeds oudere mitrailleurs van het Franse type Chauchat. Het meest positieve aan dit wapen was zijn lichte gewicht. Daarnaast was het van opbouw zeer eenvoudig en daardoor zeer eenvoudig te produceren. De Franse producent voorzag dit wapen om standaard bediend te worden door 2 personen wat in praktijk bijna nooit gebeurde. Het had zo een zware terugslag dat het heel snel ging stijgeren en daardoor nauwelijks degelijk te richtgen viel. Toen het wapen in een latere fase werd omgebouwd om voor het in WO I betrokken Amerikaanse leger te dienen, viel het zelfs letterlijk door de nog krachtigere Amerikaanse patronen, uit elkaar. Het wapen was ondanks bovenstaande geschiedenis bij het Belgische leger nog courant in gebruik.

( foto's hieronder, bovenaan: Chauchat mitrailleur zoals nog zichtbaar in het militair museum te Brussel. 2e, 3e en volledig onderaan: Belgische soldaten met chauchatmitrailleurs (Foto's Replica), 4e rij: Franse soldaten met Chauchat mitrailleurs, (Foto's: Replica))

Chauchat mitrailleur
Belgische soldaten met chauchatmitrailleur
mitrailleur Chauchat
mitrailleur chauchat
Belgische vuurploeg met chauchat mitrailleur

De zware mitrailleurs. Dezen waren allen nog daterend uit WO I. Er waren nog 2 courant gebruikte oudere types in gebruik bij de reserve-eenheden.

  • Hotchkissmitrailleurs.

Dit type mitrailleur werd reeds binnen het Belgisch leger gebruikt voor WO I en was bij het uitbreken van WO II nog altijd courant in gebruik. Het was een van de reservewapens die kon opgesteld worden in de bunkers van TPG. Zie daarom ook deze link.

Hotchkissmitrailleur (voor WO I) Hotchkiss (tijdens WO I)
Hotchkissmitrailleur rond WO I Hotchkissmitrailleur

De bovenste twee foto's dateren van voor WO I, de foto's eronder dateren van de periode tussen de twee Wereldoorlogen. De foto rechtsonder is een Hotchkissmitrailleur opgesteld bij een stelling, klaar voor gebruik. Binnen het Belgische leger werd dit type van wapen gebruikt niet met kogelbanden maar met strips zoals duidelijk zichtbaar op deze foto (Foto's: Replica)

  • Zware Mitrailleur type Colt 1917-1918.

Dit type mitrailleur was nog ouder dan de Hotchkismitrailleur maar nog vrij courant in gebruik bij het Belgisch leger. Dit was zeker nog een mitrailleur daterend uit de periode voor WO I. Ook dit type mitrailleur was voorzien op TPG om als reservemitrailleur gebruikt te kunnen worden. Kijk dan ook voor nog meer detailinfo op deze link. (Foto midden links: Jean Rijlant, rest: Replica)

Colt Mitrailleur Jean Rijlant
  • Mortieren van Deuren

Dit was nog een WO I loopgravenmortier, letterlijk ontworpen voor een vastgelopen stellingenoorlog. Dit Belgische ontwerp van een mortier dateert uit 1916 en was bij gebrek aan voldoende 76mm mortieren nog vrij courant in gebruik, ondanks zijn grote gewicht. Een mortier Van Deuren had een kaliber 90 mm met een vergrootte loop.

De mortier kon 2 versies van raketten afvuren. Het kon bommen afvuren van 80 kg die hierbij inbegrepen een explosieve kop hadden van 25 kg. Dit soort projectielen kon afgevuurd worden tot 2000 meter ver. De bommenvariant van 120 kg met inbegrip van 50 kg explosieve lading kon tot 1500 meter ver worden afgevuurd.

(Foto bovenaan rechts: collectie legermuseum - de rest: Replica)

Naast bovenstaande wapens moet men toch af en toe nog vaststellen dat er nog alternatieve en vaak nog oudere wapens blijken op te duiken. Ondanks dat deze wapens misschien al officieel buiten gebruik waren, bestaat nog altijd de kans dat ze hier of daar toch nog opduiken op oude foto's van rond mei 1940.

  • Vickers M.18 mitrailleur

De Vickers M18 mitrailleur werd door het Belgische leger in beperkte hoeveelheden in gebruik genomen als een lichtere versie van de zware Maximmitrailleur voor WO I. Nochtans is dit wapen nooit echt doorgebroken binnen het Belgisch leger.

Er volgde nog een beperkte bijbestelling in 1918. Deze mitrailleur woog nog geen 15 kg. Hij werd vooral gebruikt bij het Britse en het Nederlandse leger. Of er van deze mitrailleurs nog WO I hebben overleefd en mogelijks nog verder zijn doorgebruikt tot mei 1940, blijft voorlopig ook voor mij een raadsel.

 

Vickers M18 mitrailleur
  • Tromblon Vivien-Bessières

Ook dit was een specifiek wapen ontstaan uit de vastlopende loopgravenoorlog. Het moest de mogelijkheid bieden objecten, ter grootte van de standaard handgranaten verder te werpen dan men dit manueel kon. Het systeem bestond er in dat men op de kop van het geweer een speciale granaathouder en granaat kon bevestigen die door het afvuren van een kogel dit projectiel kon laten wegschieten.

Het bereik dat de projectielen op deze wijze konden bereiken was afhankelijk van de hoek waarmee het projectiel werd afgevuurd. Onder een hoek van 45° was dit bereik voor de standaard kop ongeveer 190 meter. Onder een hoek van 85° was dit nog 80 meter.

De klassieke manier om het wapen te gebruiken was het geknield afvuren met de kolf van het geweer op de grond.

Of dit wapen effectief is gebruikt binnen het Belgisch leger of enkel bij het Franse, is ook tot op de dag van vandaag mij niet duidelijk.

(Alle foto's: Replica)

soldaten met Lebel granaatwerpgeweren

Basisinfo over indeling van het Belgische leger: zie website 18daagseveldtocht.be

+ een aantal niet echt in detail meer gekende bronnen en nog thuis te brengen documenten.

Afhankelijke van de gebruikte bronnen lopen de vermelde aantallen toch soms lichtjes uit elkaar. Zo zal het onderstaande dus een vrij goed beeld geven van hoe deze eenheden waren opgedeeld maar de perfectie zal het allicht nog altijd niet zijn. Alle opmerkingen blijven hierbij welkom op info@bunkergordel.be

Gebruikte bronnen voor de verschillende wapens:

Home Terug naar bovenkant pagina Vorige Volgende