Citadelpark Gent

Buskruitfabriek Cooppal Wetteren

Vliegvelden WO I Regio Gent

WO I Munitiepark Kwatrecht

De Dodendraad

De Hollandstellung - Duitse WO I bunkerlinie

Reichsschüle Flandern - SS-School Kwatrecht

Duitse Atlantic Wall Radarpost - Goldammer

WOI en II Munitiedepot De Ghellinck Zwijnaarde

Duitse gangen onder centrum Gent WOII

Publieke WOII Schuilplaatsen Groot Gent

Het Fort van Eben Emael

KW-linie

WO I - Kwatrecht - Melle

18 daagse veldtocht gekoppeld aan TPG

Neergestorte B17 te Kwatrecht 19-09-1944

De bevrijding WO II van de regio rond TPG

Details van de legers:

Gesneuveldenlijsten:

Contact en onbeantwoorde vragen

Media-aandacht

Copyright

Links

Beschrijving Bruggenhoofd Gent.

De bouw van Bruggenhoofd Gent als onderdeel van de Belgische fortificatiepolitiek.

De Bouw van Bruggenhoofd Gent was maar een klein onderdeel van de ganse fortificatiepolitiek die plaats had over het ganse Belgische grondgebied. U krijgt hier een chronologisch overzicht hoe deze fortificatie verliep voor België gekoppeld aan de ganse oorlogspolemiek in Gans Europa vanaf eind jaren '20 tot ook hier de hel losbarstte in mei 1940.

Van 1936 - 1938

Wat voorafging van 1930 tot en met 1935 op deze link.

Op 27 februari 1936 wordt het eerder aangekondigde verdrag tussen Frankrijk en Rusland officieel getekend.

Als reactie hierop bezet Hitler op 7 maart 1936 opnieuw het Rijnland. Duitsland voert ook opnieuw een verplichte legerdienst in van 1 jaar en richt officieel een militaire luchtmacht op. Hierdoor kreeg Duitsland op slag weer een leger van 500.000 soldaten. Indien Frankrijk op dat moment zou willen hebben overgaan tot een herbezetting van het Rijnland, zou het verplicht zijn geweest over te gaan tot een algemene mobilisatie. Dit achtte Frankrijk onmogelijk, amper zes weken voor de verkiezingen. Frankrijk besloot met de middelen die het had zijn eigen grenzen te versterken en keek uit naar een reactie van Engeland. De Engelsen zagen de Duitse troepenbewegingen aan als een ver-van-hun-bedshow en lieten uiteindelijk Duitsland oogluikend begaan.

Op 25 maart 1936 werd een gemeenschappelijke Belgisch-Franse commissie opgericht die de werkelijke militaire situatie ging bekijken in geval van een mogelijk Duitse inval. Men kwam er tot onderstaande besluiten:

  • De meest waarschijnlijke aanvalskant zou komen doorheen Nederlands Limburg. Daarom drong de afwerking van het Albertkanaal zich op.
  • Er was dringend de bouw van een dekkingsstelling tussen Aarlen en de nog niet gerenoveerde Antwerpse forten nodig (= onder andere de KW-linie). Wel was er ondertussen het reeds afgewerkte stuk van het Albertkanaal met langs de oevers vele bunkers, de Maas met versterkte fortengordels rond Luik en Namen.
  • In Vlaanderen was er het Reduit National dat ten zuiden van Gent was uitgewerkt met een bunkergordel.
  • De dienstplicht in België werd opgedreven tot 12 maanden voor de soldaten en tot 18 maanden voor de cavalerie.
In april 1936 werd een bijkomende grote som geld vrijgemaakt voor het verder uitbouwen en organiseren van het militaire systeem. Er werd geld voorzien voor:
groepje Belgische Grenswielrijders
Belgische Grenswielrijders - (foto: Replica)
  • Het installeren van de Ardeense Jagers en de Grenswielrijders nabij de Belgisch-Franse en Belgisch-Duitse grenzen.
  • Het algemeen versterken van de grenzen.
  • De oprichting van een nieuw 14e Linieregiment.
  • Het oprichten van 6 reserve infanteriedivisies.
  • Zorgen voor bijkomende artillerie-eenheden.

In de Ardennen zouden in totaal 321 bunkers worden gebouwd, meestal gegroepeerd in kleinere steunpunten op cruciale punten. Dit zijn de toen ingerichte punten in de Ardennen:

  • Een verdedigingslijn vanaf het noordwesten van Vielsalm, Gouvy, Houffalize, Bastenaken tot in Aarlen.
  • Een cirkelboog vanaf de Baraque de Fraiture tot Forrières over de Wester Ourthe en Saint Hubert.
  • 4 grote verdedigingspunten op grote hoofdwegen te Recogne, Neufchateau, Habay la Neuve en Vance.
  • 2 grendelstellingen tussen "Bastenaken en Neufchateau" en "Houffalize en Recogne".
  • Een verdedigingslijn tussen Salm, de Lienne en de Amblève.

De laatste grote kazematten waaronder verscheidene voor 47 mm anti-tankgeschut die behoorden bij bovenstaande verdedigingspunten, zouden pas in de herfst van 1939 afgewerkt geraken.

Schets uit het Duitse Denkschrift met daarop alle bunkers gebouwd in de provincie Luxemburg op de grootste hoofdwegen. Dit pastte in het plan om de grenzen bijkomend te beschermen tegen een mogelijks Duitse inval.

Op 14 oktober 1936 hield de toenmalige vorst Leopold III een belangrijke toespraak tijdens een zitting van de Ministerraad. Hij wees er hierbij op dat er een zware militarisering in gans Europa lopende was. Zelfs vredelievende landen als Nederland en Zwitserland bleken er aan mee te doen wat toch de onrust volgens hem duidelijk liet merken. Merkwaardig genoeg wees hij zelfs binnen deze toespraak al op het risico van nieuwe oorlogstechnieken waarbij luchtmacht een zeer belangrijke rol zou kunnen spelen. Er werd specifiek gevraagd bijkomende inspanningen te doen ter verdediging van het luchtruim en het vervolledigen van de bestaande en in uitbouw zijnde verdedigingsstelsels. Ook moest dringend het actuele systeem van dienstplicht herbekeken worden. Ook moest militair de buurlanden duidelijk gemaakt worden dat we niet zouden tolereren ons land onder de voet te lopen, zelfs niet om het te gebruiken als doorsteek naar andere van onze buurlanden. Hij vroeg ook een politiek te voeren als kleiner land waarbij wij onszelf zouden onthouden van mogelijk onderlinge conflicten van grotere buurlanden. Dit is letterlijk een aanzet naar de politiek die op dat moment reeds werd gevoerd door landen zoals Nederland en Zwitserland. Een politiek van neutraliteit naar het buitenland toe. Terug naar het systeem van voor WO I dus. Hij maakte zelfs reeds een voorspelling die ondanks alle gemaakte militaire inspanningen jammer genoeg in mei 1940 is uitgekomen: "Een min of meer onverwachte aanval zou in enkele uren belangrijke punten kunnen veroveren en onvoorwaardelijk het belangrijkste gedeelte van onze strijdkrachten buiten werking stellen." Omdat de koning de Franse reactie op de herbezetting van het Rijnland zeer zwak vond, herriep hij ook het eerdere Frans-Belgische overeenkomst met Frankrijk.

Op 30 januari 1937 verklaarde Hitler deze Belgische onafhankelijkheid te zullen respecteren.

Op 24 april 1937 komt de Frans-Britse verklaring schoorvoetend tot stand. Dit betekende meteen het volledige einde van het eerdere Locarno verdrag. Zo erkenden ze het Belgische grondgebied niet te zullen gebruiken voor eventuele aanvallen op andere buurlanden van België. Wel bevestigden ze België ter hulp te komen bij een eventuele schending van zijn neutraliteit. Ook viel de verplichting van het kleine België weg om bij een aanval van Frankrijk of Duitsland aan elkaar, het aangevallen land militair bij te staan. Als gevolg van deze nieuwe verdragen kwam België terug in zijn toestand van voor de Eerste Wereldoorlog als neutraal land. Dit had tevens ook tot gevolg dat geen enkele Franse of Britse soldaat de Belgische grens mocht overschrijden tot op het ogenblik dat Hitler's troepen België echt zouden binnentrekken. Een bijkomend risico dat het Belgische leger hierdoor zou kennen, is dat het als vrij kleine legermacht, zou moeten proberen een frontlijn van +/-200 km te verdedigen tot eventuele geallieerde hulp zou komen opdagen.

In 1937 startte ook nog de bouw van een bunkerlinie met bijhorende antitankhindernissen gericht op Frankrijk. Dit om de toestand van Belgische neutraliteit naar de buitenwereld geloofwaardiger te maken. Deze linie werd in in de loop van de winter 1938-1939 afgewerkt. Dit is de bijkomende, nooit gebruikte, linie tussen Waver en Ninove die een combinatie was van clusters van bunkers en combinaties van antitankhindernissen en overstromingsgebieden.

Gedeelte van een kaart van het Duitse Denkschrift met daarop in het oranje de linie Ninove Waver omcirkelt. Dit bestond uit een combinatie van 6 bunkercentra (Pamel, Meerbeke, Kaster, Halle, Eigenbrakel en Waterloo) met daartussen antitankhindernissen of overstromingsgebieden. Ook hier werden dus in totaal 49 bunkers gebouwd (in theorie gericht op Frankrijk)

In de periode van november 1937 tot januari 1938 vonden oefeningen plaats aan Bruggenhoofd Gent voor de werking van de bunkerlinie te testen. De oefening werd gehouden met eenheden van de 3e en 2e Linie. Elk van deze Linies voorzag hiervoor 1 compagnie Fusiliers en 1 compagnie Mitrailleurs in hun uitrusting van op oorlogsvoet. Een Peloton C47 met 6 stukken C47 geschut waarvan er 1 in een bunker diende opgesteld te worden. Daarnaast nam ook een Peloton 76 mm mortieren deel aan de oefening.

De oefeningen waren als volgt voorzien voor de 3e Linie in de regio Moortsele:

  • 22 November 1937: 3e Bat 3e Linie aan de oostkant van de voorlijn.
  • 24 November 1937: 3e Bat 3e Linie aan de westkant van de voorlijn.
  • 3 December 1937: 3e Bat 3e Linie nachtoefening op oostkant van de 2e Lijn
  • 6 December 1937: 4e Bat 3e Linie aan de oostkant
  • 8 December 1937: 4e Bat 3e Linie aan de westkant
  • 17 December 1937: 4e Bat 3e Linie nachtoefening op westkant van de 2e LIjn

Voor de 2e Linie werden 4 oefeningsdagen voorzien waarbij telkens een aantal cruciale zones op de linie werden uitgestest vanaf 3 januari 1938. In totaal kwam de oefening in dit geval neer op 4 verschillende oefendagen.

  • Weerstandsnest Betsbergbos
  • Weerstandsnest Muntekouter
  • De tussenzone in 2 delen verdeeld

De troepen kregen bij deze oefeningen specifiek de opdracht geen eigendommen te beschadigen. Er diende strikt gebruik gemaakt te worden van de bij de bunkers voorziene permanente erfdienstbaarheden.

Het was tevens ook expliciet verboden foto's te maken omwille van de geheimhouding van de bunkerlijn.

De stukbulletins (dossiers van elk van de bunkers) dienden zorgvuldig behandeld te worden en de inhoud ervan bleef strict geheim zodat er zeker niets uit mocht verloren gaan. Deze dossiers bevatten bv ook details over welke doelen onder specifieke hoeken beschietbaar waren vanuit een specifiek schietgat.

Een belangrijke conclusie uit deze oefeningen was dat bij gebruik van alternatieve wapens (in hoofdzaak Hotchkiss-mitraileurs en Browning FM30 mitrailleurs) men qua schietsector van het schietgat, heel wat vuursector verloor. Ook was het stukbulletin qua aangegeven hoeken in dat geval niet meer bruikbaar omdat de rotatie-as van de mitrailleur niet meer dezelfde was. Er werd dan ook bij deze gevraagd te bekijken of er geen alternatieve manieren mogelijk waren om deze types van mitraiilleurs ook op de chardomeplaat te kunnen monteren en op te stellen. Enkel van de Browning FM30 zou zo een alternatieve opstelling in praktijk worden ontwikkeld.

In februari 1938 stelde Hitler de Oostenrijkse Kanselier een ultimatum. De Oostenrijkse variant van de Nazipartij zou een belangrijke plaats moeten innemen binnen het Oostenrijkse bestuur of Duitsland zou Oostenrijk binnenvallen. De toenmalige Kanselier Schuschnigg had zijn termijn beëindigd en werd vervangen door Arthur Seyss-Inquart, de leider van de Nazipartij in Oostenrijk.

Op 12 maart 1938 roept Seyss-Inquart in Oostenrijk het Duitse leger te hulp om intern in het land de orde te herstellen. De dag nadien, op 13 maart 1938, is de Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland een feit. Het samengevoegde Duitsland-Oostenrijk kreeg de naam Groot Duitsland.

September 1938, neemt de oorlogsdruk in Europa met rasse schreden toe. Duitsland dreigt naar Tjechoslowakijke met een oorlog indien zij Sudetenland niet aan Duitsland krijgen toegevoegd. Dit was een grensgebied tussen Duitsland en Tjechoslowakije met een Duitse meerderheid van bevolking. In tegenstelling met de lakse reactie van Frankrijk, Engeland en Rusland bij de herbezetting van het Rijnland, wordt er nu wel gereageerd maar het blijft voorlopig met dreigen zonder meer van beide zijdes.

In België wordt als reactie hierop op 27 september 1938 een eerste maal een grote mobilisatie afgekondigd. Er werd gemobiliseerd in twee fasen.

Jagers te Voet bij eerste mobilisatie in 1938
(Jagers te Voet bij de eerste Mobilisatie in 1938 - Foto: Replica)
  • Eerst riep men de laatste 5 klassen op, samen met degenen die toen reeds onder de wapens waren. Met deze klassen ging men de eenheden samenstellen voor de eerste lijn. Dit wil meer in detail zeggen de 12 Infanteriedivisies en de twee divisies Ardeense Jagers, 2 divisies Cavalerie, 1 brigade Cavaliers Portés (lichte pantserwagens), de troepen die voorzien werden voor de bezetting van de verschillende forten en de bedienaars voor de zware artillerie.
  • In een tweede fase werden de 6 Reserve Infanteriedivisies opgeroepen, net als de troepen met speciale opdrachten zoals bv de medische diensten.
Op 28 september 1938 hadden praktisch alle wederopgeroepenen hun rangen vervoegd. Echter na deze eerste algemene mobilisatie bleken zich heel wat problemen te stellen:
  • Er was een groot tekort aan onderofficieren. Sommige divisies hadden er maar 1/3 van het voorziene aantal.
  • Door gebrek aan leiding deden de herbergen gouden zaken.
  • Er waren ongeveer 50% paarden te kort.
  • Er ontbrak nogal wat materieel.

(Soldaten nemen afscheid bij hun mobilisatie van vrouw en kinderen - Foto: Replica)

Op 29 september 1938 rond 14 uur vertrokken de verschillende eenheden naar hun voorziene stellingen. Deze stellingen werden op 30 september 1938 allen voorzien van de nodige munitie.

koninklijk bezoek te Semmerzake, TPG

Het is in deze periode eind 1938 dat er van de regio Semmerzake en Bottelare elk alvast één foto bestaat met koninklijk bezoek aan onze aan het Bruggenhoofd Gent opgestelde troepen. Alleen zijn deze foto's meestal zo genomen dat traceren van de exacte locatie zeker niet altijd evident is. Voor deze foto van Semmerzake is mij dit alvast niet gelukt. (Foto links: Collectie A. De Smet)

De foto hierboven is genomen in Bottelare rond dezelfde periode nabij te toenmalige Notariswoning in Bottelare. Deze is hier te zien op de foto rechts. Alleen slaag ik er voorlopig alvast niet in hetzelfde beeld op de achtergrond nog terug te vinden. Het is allicht te zoeken rond het zicht zichtbaar op de foto rechts. (Foto links: Collectie A. Lemmens)

Als uiteindelijk zowel Frankrijk als Groot Brittannië toestemmen met de Duitse gebiedsuitbreiding met het Sudetenland met Mussolini als bemiddelaar, blijkt een directe oorlogsdreiging opnieuw afgeweerd. Men hoopte met deze toegifte aan Hitler de de oorlogsdruk te kunnen verminderen.

Op 1 oktober 1938 begint binnen België dan ook opnieuw een demobilisatie. Alle wederopgeroepenen werden opnieuw naar huis gestuurd. De wanorde was gigantisch. Overal slingert militair materieel rond.

Wel zou deze eerste mobilisatie er toe leiden dat de Belgische legerleiding er lessen zou uit trekken. Zo zou in de toekomst bij een volgende mobilisatie nog meer in fases gemobiliseerd worden (5 om precies te zijn). Dit om het geheel ordelijker te kunnen laten verlopen.

Specifieke extern gebruikte bronnen:

  • Notre Systeme de Fortification vue d'ensemble (Ongedateerde tekst, allicht van rond 1935 - auteur niet gekend) - Centrum voor Historische Documentatie van de Krijgsmacht te Evere - Dossier 512.