De as van het schietgat bevindt zich dus altijd in de richting van 1600 - met betrekking tot de merkstreep (stukje van uitleg die ik ook niet kan volgen).
Het is met betrekking tot deze merkstreep dat in het stukbulletin de merkhoeken ingeschreven werden overeenstemmende met de doelen aangeduid op de telemetrische schets. De mitrailleur werd op de verschillende doelen gericht bij middel van de vizierkorrel en de werkgegevens opgenomen op de opzetgoniometer werden op het stukbulletin overgebracht, ze rangschikkende volgens de rechter-middelste of linkerstand van de draaiplaat van de metalen stoel of chardome.
Op de fiche van bunkertje B5 werd info van zulks een stukbulletin aangevuld. Deze documenten zijn heden nog amper te vinden.
Of dit merkteken ook bruikbaar was voor de andere opstelbare mitrailleurs zoals de Hotchkiss-, de Coltmitrailleur en de Browning FM30 mitrailleur is mij tot op heden nog niet echt officieel duidelijk. Allicht is dit wel het geval als het opstellingen waren die ook gebruik maakten van de chardomeplaat. In die gevallen scharnierde ook dat alternatieve wapen namelijk identiek qua hoeken naar de omgeving toe. Dit zal zeker het geval geweest zijn voor bv de Lichte Maxim 8/15, de Browning FM30 in alternatieve opstelling, de Chauchat,...
Als het wapens waren die alternatief opgesteld werden op bv de driepikkel en de apart hiervoor voorziene sokkels of de Browning FM30 met de apart in de bunker voorziene opstelling, zullen deze hoeken en het zichtsveld, nooit meer identiek geweest zijn en waren dus die stukbulletins in die gevallen vrij onbruikbaar voor de meegedeelde hoeken.
Enkele leuke kleine verschilletjes die af en toe dan eens worden vastgesteld |