Beschrijving van bruggenhoofd Gent.

Gedetailleerde beschrijving van de bunkers en hun bewapening.

Hieronder vindt u een overzicht van de verschillende types bunkerdeuren, te beginnen met het toegangshekje.

Overzicht van de verschillende gebruikte types van deuren in de bunkertjes van bruggenhoofd Gent.

Het ijzeren hekje aan de ingang van de bunker.

De toegang naar de bunkers was bij alle bunkers ongeveer gelijk. Aan de buitenzijde waren zij afgesloten met een stalen hekje dat op slot was met een hangslot. Dit hekje was bij bunkers gebouwd na juni 1936 aan de achterkant voorzien van een metalen plaat zodat men ook het uitzicht kon krijgen van een volle deur en men niet naar binnen kon kijken in de bunker die niet bezet was.

Op bouwplannen zijn dit type deurtjes aangeduid als P1.

Hierboven ziet u 2 fotootjes van een intakt toegangspoortje, inclusief ijzeren achterplaat. Het is echter een bunkertje van de KW-linie. Aan bruggenhoofd Gent is dit poortje bij geen enkele bunker nog terug te vinden in originele staat.

Boven: Detailschetsen van de scharnieren waarmee het poortje was verankerd in het beton van de bunker.

Rechts: Detail van de middelen om de achterplaat vast te zetten op het poortje.

Hieronder ziet u een foto waarop u kunt zien wat u maximaal nog terugvindt aan bruggenhoofd Gent. Het beperkt zich meestal tot een gedeeltelijk beschadigde zijmuur waar ooit de haken voor het poortje hebben gezeten.

Achter dit hekje bevond zich een soort van sas. Men kon dus nooit rechtstreeks vanaf de toegang kijken tot aan het schietgat.

Detail toegang vrijgezette bunker D22 in de spoorwegviaduct te Kwatrecht. Hier zie je nog enkel de bevestigingspunten van het verdwenen poortje.

Pas op 17 Juni 1936 werd opdracht gegeven deze bunkerpoortjes bijkomend van een metalen achterplaat te voorzien. De opdracht was deze poortjes dan standaard zo te voorzien voor bunkers die nog niet waren gebouwd op dat moment of waar de bouw nog niet zo ver gevorderd was dat deze aanpassing nog moeilijk te realiseren was. Gezien de vrij late datum zal dit allicht nog deels van toepassing geweest zijn op Bruggenhoofd Gent maar gezien tegen dan een deel van de linie zeker al gebouwd zal geweest zijn, zal het zeker hier niet algemeen met die achterplaat uitgevoerd geweest zijn.

De metalen achterplaat was 3 mm dik en diende bij gebruik van de mitrailleurbunker zeker open gezet te worden om de dampen in de bunker zo snel mogelijk buiten te laten.

Bij bunkers waar dit poortje aan de zichtskant gelegen was, bv langs de openbare weg, ging men vaak ook dit poortje nog eens extra aan het zicht onttrekken. Dit gebeurde dan door een bijkomende houten camouflagedeur. Deze had enkel als functie het uitzicht van zo een hek weg te nemen omdat dit door de band niet echt paste bij bv een bunker met als camouflage het uitzicht van een huisje.

Bunker C18 te Kwatrecht voor de meidagen '40. Achter een klein oreillon zie je de toegang met het poortje in dit geval allicht afgesloten met de metalen plaat om inkijk te vermijden. (Foto: Technische Anlagen Belgische Landesbefestigung)

Een interessant maar nog niet bevestigd iets, is dat deze poortjes bij Tyrools gebochelde bunkers in geval van bijkomend gebruik van een valluik voor het toegangspoortje, allicht ook in beperktere hoogtes kunnen toegepast zijn. Zie hiervoor deze link. Dit omdat deze in die gevallen mee dienden aan te sluiten met het bijhorende reeds aanwezige valluik. Voorlopig is wel nog nergens met zekerheid vastgesteld dat in praktijk met dergelijke kleine poortjes is gewerkt aan TPG.

Een merkwaardige gebeurtenis daterend van 22 mei 1940, dus enkele uren voor Bruggenhoofd Gent door de Belgische troepen werd verlaten, is deze nog merkwaardige opdracht die werd gegeven aan de Genisten van de 12e Genie. Deze kregen namelijk de opdracht een metalen plaatje dat bovenaan het poortje zat en door de metalen afsluitplaat naar buiten de bunker stak om zo de toegang met een hangslot te kunnen afsluiten, af te zagen of af te slijpen. Dit systeem was aanwezig om in vredestijd de bunker af te sluiten. Op dat moment was onrust ontstaan bij de troepen die de bunkers bezetten dat Duitse belagers wel eens op dezelfde manier deze ogen zouden kunnen misbruiken om deze bunkers opnieuw af te sluiten door er eventueel een metalen staaf in te steken met de Belgische soldaten nog in de bunker. Zij zouden dit onmogelijk zelf opnieuw van binnenuit kunnen verwijderen of losmaken en als ratten in de val opgesloten zitten in hun eigen bunker. Gelukkig is in gans de periode dat de veldtocht duurde de Duitse belager nooit op dat idee gekomen.

Originele plannen: Koninklijk Legerarchief - De Moskou-archieven