Beschrijving van bruggenhoofd Gent.

Gedetailleerde beschrijving van de bunkers en hun bewapening.

Een overzicht van enkele steeds terugkomende zaken. Hieronder het aparte metalen valluik aan de toegangskuil.

Enkele terugkomende specifieke details van de bunkertjes.

Luik aan toegangskuil bunkers

Heel wat bunkers hadden nog een speciaal metalen luik voor het eigenlijke toegangspoortje. Dit is een weinig maar vaak aanwezig detail van de Tirools gebochelde bunkers.

Omdat heel wat bunkers qua niveau in de bunker lager zaten dan het maaiveld van het omliggende terrein, diende om de bunker te kunnen betreden toch enig hoogteverschil overwonnen te worden. Bij bunkers met een andere camouflage dan het Tirools gebochelde (ruwe stenen) uitzicht, ging men dit uitwerken intern in het toegangssas.

Bij de Tirools gebochelde bunkers ontbrak door de band dit extra toegangssas en diende dit extern opgevangen te worden nabij het eigenlijke toegangspoortje. Deze uitbreiding op de bunker bleef dan ook uitwendig zichtbaar. Men ging in die gevallen de gebruikers van de bunkers een mogelijkheid geven al tot het lagere niveau in de bunker te komen via door de band een aantal stijgijzers in deze toegangskuil. Bij sommige bunkers kon dit ook een in de rand ingewerkte metalen laddertje zijn. Dit durft zelfs in praktijk afwijken met wat op plannen werd getekend.

Op nevenstaande schets ziet u een dergelijke kuil. De kuil zelf bij de standaard zo uitgewerkte bunkertjes is 70 op 70 cm groot en in baksteen uitgemetst. Aan de overzijde van het toegangspoortje zitten klimijzers of een ladder in de wand ingewerkt.

Aan de bovenzijde is de bakstenen kuil afgewerkt met een rand in L-profielen waarop dan het "metalen valluik TR3" gelegd kon worden.

Details van dit luik TR3.

Het metalen luik TR3 was een metalen luik van 80 op 80 cm en 5 mm dik. De bovenplaat was allicht traanplaat. Langs de rand van de kuil zat een oog waarvoor in de plaat een uitsparing was voorzien. Op die manier kon het luik aan 1 kant worden vastgelegd met een slot. Gezien het luik ook nog eens voorzien was van L-ijzers bevestigd op de onderzijde van de plaat, had dit zeer weinig speling om dit weg te nemen en was dit wegnemen of uit de kuil draaien met het slot er nog op, onmogelijk. Bovenaan werd allicht ook nog 1 handvat voorzien om het manipuleerbaar en uitneembaar te maken. Dit is niet getekend op de schets.

Op de schets bovenaan ziet u dat de metalen plaat ook nog onder het in dat geval kleinere hek stak. Dit maakte ook dat de plaat zonder het slot aan het valluik te openen, niet kon geopend worden. Of dit in praktijk ook zo is toegepast aan TPG is totaal onduidelijk en twijfelachtig. Er zijn alvast nog nergens sporen gespot (of op gelet) waaruit zou blijken dat er maar bv een poortje stak van de halve standaardhoogte. Het kan zijn maar is dus tot op heden nog nergens specifiek vastgesteld.

Wat in dat geval wel een zwak punt zal geweest zijn in dergelijke situaties is dat het luik slechts vast lag met enkel dat ene slot. Allicht had de bunkertoegang zelf dan nog een 2e identiek slot.

Op het plan hierboven zie je ook dat men in andere situaties waar ook dit luik werd toegepast maar niet direct tegen het toegangspoortje zat, dit metalen luik aan de ene zijde in de betonnen wand van de bunker geschoven kon worden in een daar voorziene sleuf in het beton. Op die manier was het ook opnieuw onmogelijk dit luik weg te draaien zonder eerst het slot te verwijderen.

Tirools gebochelde bunkertjes met het standaardsysteem

Dit zijn 2 voorbeeldfoto's van zo een toegangskuil bij Tirools gebochelde bunkertjes. Links ziet u de bunker Mu19 voor enkele jaren geleden een poging werd gedaan om hem vrij te zetten. U ziet duidelijk de randen van de bakstenen kuil voor de eigenlijke toegang. Rechts een identiek beeld van kort na de meidagen '40. Dit is het bunkertje Be22 met voor zijn ingang nog loopgraven. Op de achtergrond eveneens de toegangskuil met links hiervan nog deels schuin liggend, dit type luik TR3.

Een mooi voorbeeld om te tonen hoe dergelijke toegangskuil was, is de bunker Av7 te Scheldewindeke. Hier is deze kuil nog mooi vrij terug te vinden. Wel merkwaardig is dat ondanks dat de bunker zeker dit luik heeft gehad, op het bijhorend plan, hier geen melding van wordt gemaakt. In de kuil zie je in de baksteenwand nog 1 van ooit 3 metalen stijgijzers zitten. Op de foto linksonder zie je ook mooi nog het oog waar het poortje tot het bunkersas ooit aan vast lag. Ook de metalen randen waar het metalen luik inlagen, zijn nog zeer duidelijk bij deze bunker te zien en terug te vinden. In de betonnen rand van de kuil is op de rechter kant nog het metalen oog te vinden waar ooit dit valluik zal aan vastgelegen hebben met een slot.

Dezelfde situatie met een toch heel wat diepere toegangskuil.

Bij deze bunkertjes zit ook het toegangshekje vaak niet zo direct aansluitend bij het valluik. het valluik zit in dit geval volledig boven het niveau van dit poortje.

Bunker A25 te Moortsele

Bij deze bunker zie je die toegangskuil rechtsonder. Helaas steekt ze tot bijna het maaiveld vol met grond. Deze bunker is heden nog volledig afgesloten op zijn schietgaten na. Hij is wel sinds enige jaren volledig vrijgezet aan de buitenzijde en een uniek geval op de bunkerlinie.

Bunkertje Be4 te Oosterzele

Een zeer identieke situatie. Dit unieke kleine commandobunkertje op weerstandsnest Betsberg werd een aantal jaren geleden ook vrijgemaakt aan zijn toegang.

Dezelfde situatie met een toch heel wat diepere toegangskuil maar afgedicht met combinatie valluik en betonnen balken.

Bunkertje Mu4 te Baaigem

Dit bunkertje zit ingewerkt in een sterk oplopend stuk terrein zodat de ingang letterlijk langs het dak van de bunker zit.

In dit geval was er volledig achteraan een metalen plaat maar korter tegen de bunker lagen zware betonnen balken om de rest van het toegangsgat af te sluiten.

Bunker A21 te Baaigem, ingewerkt in sterk aflopend terrein.

Bij deze bunker is de toegang terug te vinden in een ondertussen grotendeels verdwenen heuvel waardoor de bunker heden losser staat dan dit origineel het geval was. Je ziet een blinde bakstenen muur die vroeger volledig verstoken zat in de grondberm.

Bovenaan deze muur had je een dergelijk metalen deksel waaronder een ganse rij stijgijzers zaten. Daarna kwam je uit bij een aantal betonnen trappen en daar zat dan het poortje naar de binnenzijde van de bunker (die nog altijd afgesloten is trouwens).

Ook hier was de rest van het gat afgedekt met betonnen platen waarvan er nog enkele aanwezig zijn.

Ook hier vindt men aan de ene zijde het oog terug waarmee de metalen plaat werd vastgelegd. Aan de andere zijde is in dit geval de lijnvormige uitsparing in de betonnen wand van de bunker nog terug te vinden waar deels de metalen plaat werd ingestoken en waardoor deze volledig ingeklemd zal eenmaal gefixeed met het slot.

De Molenbunker Av10 te Gijzenzele, ingewerkt in heuvel van verdwenen windmolen.

Ook deze bunker was in feite via zijn dak toegankelijk. Je ziet een zeer lang sleufgat dat grotendeels afgedekt was met betonnen balken. Enkel achteraan bevond zich opnieuw een metalen valluik type TR3.

Bij deze bunker zie je nog zeer mooi de overgang waar het metalen luik stopte en er verder werd afgedekt met betonnen balken. Op de achterrand zie je rechts een uitsparing. Dit was de breedte van de bakstenen wand die hier ook stond waarin stijgijzers zaten om de bunker te betreden. Deze zijn heden met inbegrip van de muur allen verdwenen. Links zie je een uitsparing waar een metalen balk zat. Deze situatie zie je ook getekend op het detailplan hogerop van dit valluik.

Bunker Be7 te Oosterzele

Deze bunker heeft een vrij identiek toegangssas. Zijn toegangssas zit nog volledig verstoken onder het huidige maaiveld.
Hij is enkel betreedbaar via zijn schietgat (en hiervoor bijkomend zeer riskant om te betreden). Doordat deze zo zwaar nog is dichtgemetst aan de binnenzijde, valt ook daar zeer weinig te zien van hoe dit toegangssas was. De bunker is ook zeer zwaar ontmanteld om nog veel sporen te tonen van hoe hij vroeger was.

Originele plannen: Koninklijk Legerarchief - De Moskou-archieven