be17
 
Bunkernummer
Be17
Oud Bunkernummer
DO25
Lokatie
Oosterzele
Toegankelijkheid
Bunker is nog volledig afgesloten.
Aantal kamers

2 onderling verbonden kamers met 1 schietgat en een sas.

Aantal schietgaten
1
Type geschut
1 x MI
Bijhorende vuurrichting
noord - noord westen

Korte beschrijving van de bunker

  • Uitwendige kenmerken.
  • Een ruw stenen uiterlijk van het camouflagetype Tirools gebocheld (Tyrolien Mamelonné).
  • Origineel geverfd in de boskleuren gebruikt op Betsberg. De grondverf zal lichtgroen geweest zijn. Hierop waren dan matgroene en bruine kleurvlekken aangebracht. De zone waarop deze kleuren dienden toegepast te worden, was zeer beperkt daar de bunker grotendeels in het talud zat ingewerkt.
  • Deze bunker had net zoals nog drie andere bunkers op Betsberg, namelijk Be14, Be15 en Be19 een soort van bloembak op zijn dak.
  • Op het originele dak werd een laag gelegd van isolatieplaten met bitumen. De wanden van de bunker werden daarna nog 50 cm hoger uitgewerkt dan deze isolatieplaten.
  • De ganse bak werd daarna gevuld met grond en zorgt ervoor dat de begroeiing van het bos voortliep op het dak van de bunker, wat de bunkers veel minder liet opvallen vanuit de lucht. Dit vindt men in deze vorm enkel terug bij deze vier bunkers op Betsberg. Er bestond nog een lichte variant van deze techniek, toegepast bij de bunkertjes in de spoorwegtaluds te Melle, namelijk B42, B43 en B44. Hier liet men zonder het dak echt uit te werken als een bloembak, op een zeer beperkte dakrand na, ook de beplanting doorlopen op het dak van de bunker.
  • Om het overtollige water af te voeren werden deze bloembakken onderaan ook voorzien van een zinken goot die eindigde in een fonten dolphin. Mogelijks had deze bunker dit merkwaardig genoeg niet zoals de andere 3 wel. Er wordt namelijk geen sprake van gemaakt in het originele bestek.
  • Hij heeft een vrij bochtig en uniek toegangssas en het deurgat is nog volledig dichtgemetst. Het schietgat zit volledig verborgen onder een met de jaren door bladeren opgehoogd maaiveld.
  • Als het plan zou kloppen, is dit een afwijkend schietgat vergeleken met alle andere bunkers op de linie omdat de wand er slechts 1.15 meter dik is in plaats van anders altijd standaard 1.30 meter.
  • In het toegangscomplex had de bunker nog een sterfput.
  • Bij de bunkers met mitrailleurkamer(s) was de toegang tot de eigenlijke gevechtsruimtes van de bunker gescheiden van het sas door middel van een gepantserde metalen deur van 0.86m x 1.82m (BxH) met zonneblinden, omlijsting en luikje voor toegangsverdediging.
  • De eigenlijke toegang bij de inkom was op zijn beurt afgesloten met een metalen traliehekje van 0.90m x 1.82m
  • In elke mitrailleurkamer was daarnaast standaard aanwezig:
    • 3.50 meter etagères met leggers in inlandse eik.
    • Een inlands eiken plankje van 0.32m x 0.12m x 0.06m met ijzeren steunen voor de plaatsing van een kogelpers. (nutteloos in de commandokamer maar meestal toch aanwezig)
    • 6 zware geschilderde hanghaken voor ophangen materialen in de kamers
    • Een verzinkte hanghaak aan het plafond voor ophangen olielamp (in vredestijd)
    • 1 chardome en chardomeplaat voor de standaard opstelling van een Maximmitrailleur. Deze laatste was niet aanwezig in de commandokamer (de kamer zonder schietgat)
  • Het toegangssas kwam uit in de enige mitraillieurkamer. Achteraan deze mitrailleurkamer was nog een commandokamer zonder schietgat.
  • Ventillatiegaten waren aan de buitenzijde aan de bovenzijde afgesloten met een koperen geperforeerde afdekplaat om ingooien van projectielen naar binnen onmogelijk te maken.
  • Voor de bouw diende toch wel wat struikgewas en beperkt wat bomen gerooid te worden. Dit diende tot een minimum beperkt om nadien de bunker niet te fel te laten opvallen in het bos. Alle beplantingen die mogelijks beschadigd zouden geraken bij de bouw van de bunker, moesten gelijkaardig opnieuw aangeplant worden. Het terrein moest volledig in originele toestand hersteld worden na het inbouwen van de bunker. Deze diende bijkomend zoveel mogelijk door desnoods nieuwe beplantingen aan het zicht onttrokken te worden.
  • Het was in elk geval de bedoeling deze bunker zo weinig mogeijk te accentueren in het landschap om er zo weinig mogelijk de aandacht op te trekken.
  • Structuur.
  • De bunker bestaat uit een sas dat toekomt in een mitrailleurkamer. Achter deze mitrailleurkamer bevindt zich nog een rust- of commandokamer zonder schietgaten. Zeer merkwaardig is dat het enige schietgat in feite in de zijmuur van de kamer zit waarin het toegangssas toekomt. Deze muur is ook slechts een meter dik in plaats van de klassieke dikte van 1.30 meter. Hierdoor had dit schietgat (uniek op de linie) een ruimer schootsveld.
  • Opmerkingen.
  • Het is een achterliniebunker op Betsberg. De bunker het meest dichtbij is Be18 (350 m) meer naar links, juist buiten de terreinen van de Betsbergse bossen. De bunker was rechtstreeks verbonden met de bovenop de helling liggende Be20 (115 m).
  • Naast de standaard voorziene opstelling van een Maximmitrailleur was deze bunker ook uitgerust voor de opstelling van een Browning FM30 mitrailleur.
  • Voor het gedeelte Be17 werd een onteigening gedaan in het perceel bos gekend als Oosterzele, sectie C, kadastraal perceel 90 ter grootte van 1 are 98 ca.. Dit onteigende gedeelte maakte deel uit van een groter vernoemd perceel, maar kreeg na onteigening geen apart perceelnummer of index toegekend.
  • Voor de permanente erfdienstbaarheden werd er bijkomend over een strook van 2 meter breed, een permanente toegang voorzien om de bunker te kunnen bereiken (de permanente erfdienstbaarheid). Deze verliep vanaf de bunker in zuidelijke richting over de percelen 90 en 88. Dit wegeltje liep op de vrij stijle helling in de richting van de op de tot van de helling gebouwde commandobunker Be20.
  • De reden dat dit wegeltje een kronkel dient te maken, is omdat er zich juist achter de bunker een zone bevindt waar in vroegere tijden nog zandsteen werd ontgonnen. Zo zou de Gentse Sint Baafsabdij ooit zijn opgetrokken in Betsbergse steen en niet in Balegemse steen zoals vaak wordt verteld. De steen voor deze bouw (en mogelijks nog wel wat andere bouwwerken uit die tijd) zouden ooit in deze kleine, overgroeide groeve juist achter deze bunker, zijn ontgonnen.
  • De bunker lag net op de grens tussen Oosterzele en Moortsele, op Oosterzeels grondgebied. Deze grens wordt heden gevormd door een wegeltje dat op de onteigeningsplannen merkwaardig genoeg zelfs niet echt wordt getekend als weg ondanks dat het er allicht toen ook al een pad moet geweest zijn. Deze wegel maakt eigenlijk de ontsluiting van het bos volledig als noordelijke rondgang van het terrein. Hij loopt door tot tegen de de Geraardsbergsesteenweg. Vroeger was hier allicht wel degelijk nog een uitgang naar de steenweg toe maar deze is in elk geval heden totaal verdwenen.
  • De tijdelijke erfdienstbaarheid voor de bouw van de bunker liep vanaf de rechter kant van de bunker beperkt over de noordelijke rondgang om dan in noord-noordwestelijke richting te lopen tot op de veldweg die nog altijd de grens vormt tussen Betsbergebos en de velden aan de noordkant van het terrein. Ook deze wegel draagt heden nog de naam "Boonakker". Deze tijdelijke erfdienstbaarheid bestaat in geen geval nog heden ten dage.
  • Deze noordelijk lopende strook verliep over de Unieke sectie Landskouter, kadastrale percelen 498, 499 en 500. Deze strook had een breedte van 5 meter (de tijdelijke erfdienstbaarheid) en diende 8 maanden te worden voorzien om de bouw van de bunker mogelijk te maken.
  • De onteigening, de permanente en grotendeels de tijdelijke erfdienstbaarheden voor deze bunker maakten deel uit van een grote onteigeningsakte op de terreinen van Betsbergebos. Deze grote akte omvatte de bouw van een ganse reeks bunkers op de terreinen heden gekend als Betsbergebos. Deze akte omvatte al de volgende bunkers: Be3, Be4, Be5, Be6, Be7, Be8, Be9, Be10, Be11, Be14 en Be15 (enkel erfdienstbaarheden), Be16, Be17 (deels), Be18 (enige bunker uit deze akte gelegen op grondgebied Moortsele en niet Oosterzele), Be19 (enkel beperkte permanente erfdienstbaarheid), Be20 en Be21. De akte werd opgemaakt aan de familie Hye-Hoys, woonachtig te Gent.
  • Deze akte werd getekend op 23 juli 1935 voor de totale prijs van 75.000 Bef.
  • In deze akte werd een bijkomende clausule opgenomen zodat deze familie jaarlijks nog een intrest ontving op dit totale bedrag ter grootte van 4.5% (3.375 Bef).
  • Voor de tijdelijke erfdienstbaarheid diende voor het beperkt gebruik van het perceel Landskouter 498 nog een aparte akte opgesteld te worden omdat dit eigendom was van de familie Van De Velde - Laenens, likeurstokers, uit Landskouter. Zij ontvingen hiervoor de eenmalige som van 250 Bef. Er waren geen bijkomende clausules voor jaarlijkse intresten.
  • Ondanks de hoge ligging van het terrein, had men in deze regio toch zwaar te kampen met wateroverlast en vooral water dat niet voldoende wegtrok maar in de buurt van de bunkers in de grond bleef zitten. Hierdoor ontstonden dus bunkers die aan de binnenkant te maken kregen met wateroverlast. Daarom werd er voor Betsbergbos een aanzienlijke bijkomende akte opgesteld op 10 september 1937 voor een totale prijs van 950 Bef. Er werd in Betsbergebos maar liefst voor in totaal 257 lopende meters drainagebuis ingegraven. Deze drainage werd gemaakt door middel van gresbuizen van 1 meter lang en een diameter van 10 cm. Hiervan waren 9 lopende meters voorzien op perceel 90 om wateroverlast in deze bunker te voorkomen. Hoe deze is ingegraven is ook heden nog een raadsel. Gezien de helling van het terrein, liep deze mogelijk gewoon in de richting van de beperkte steengroeve achter de bunker.
  • Erfdienstbaarheden, zowel de permanente om de bunker ten allen tijde te kunnen bereiken, als de tijdelijke die standaard werden in de aktes voorzien met een termijn van 8 maanden voor de bouw van de bunker mogelijk te maken, gingen net zoals het uitkeren van toegekende intresten pas in voege, van zodra de eigenlijke werken voor de bouw van de bunker werden aangevat, ongeacht de tijdsperiode die op die manier verstreek tussen aankoop van de gronden en de eigenlijke bouw van de bunker zelf.
  • Ondanks zijn noordelijke richting aan de achterzijde van het weerstandsnest, heeft deze bunker toch wel schade opgelopen tijdens de 18-daagse veldtocht. Zoals eerder vermeld heeft deze bunker op zijn dak ook een soort van bloembak om de beplantingen van de heuvel op het dak van de bunker te laten doorlopen. Deze rand is allicht bij beschieting van Betsbergebos in de ochtend van 23 mei 1940 ook beschadigd geraakt door een treffer van Duitse artillerie. Of de bunker nog inwendige sporen van schade draagt is heden niet te zeggen gezien hij nog volledig afgesloten is.
  • Het enige schietgat zelf zit nog verborgen onder het huidige maaiveld en werd afgesloten met een metalen valluikje van 0.90m x 0.375m (BxH).
  • In praktijk moet het schietgat toen de bunker nog in gebruik was ook amper boven het maaiveld hebben uitgestoken. Voor he schietgat was het talud gewoon verlaagd zodat dit een ruim zicht op het achterliggend terrein kreeg. Dit zal toendertijd allicht wel meer open geweest zijn omdat de bunker anders wel een heel beperkt schootsveld zou gehad hebben.
  • Wel interessant om ooit eens nader bekenen te worden, is dat dit het enige schietgat is op de linie die is gemaakt in een wand van amper 1 meter dik in plaats van de klassieke 1.30 meter. Hierdoor is de vuurhoek ook aanzienlijk groter met zijn 2x 27.5° in plaats van het klassieke 2x 19°.
  • Dit betreft zeker nog een van de meest mysterieuze bunkers op de linie die tot op de dag van vandaag zeker nog niet al zijn geheimen heeft prijsgegeven. Voorlopig laat de eigenaar geen verder onderzoek naar de bunker toe.
  • De commandokamer achteraan de bunker, was afgescheiden van de rest van de bunker door middel van een volle eikenhouten deur van 5 cm dik, 0.86m breed en 1.82m hoog.
  • Op basis van de gemiddelde prijzen die terug te vinden zijn op de originele bestekken van bouwproject D en de gemiddelde hoeveelheden zoals teruggevonden bij gelijkaardige bunkers bij de bouwprojecten A en B, zijn er schattingen gemaakt van de prijs van de verschillende bunkers.
  • Merkwaardig is dat er voor deze firma 2 offertes bestaan, namelijk een eerste op datum van 11 januari 1935. Dit zou zeker aan de hand van de hierin toegepaste eenheidsprijzen het duurste project op de linie geworden zijn. Op basis van dat bestek zou deze bunker ongeveer 71.330,31 Bef gekost hebben. Allicht is het daarom dat er van dit project een tweede herzien en goedgekeurd bestek bestaat daterend van 3 februari 1935. Volgens dit herziene bestek zou deze bunker nog ongeveer 58.139,64 Bef gekost hebben.
  • Als men hier ook nog een aantal zaken bijtelt die reeds rechtstreeks door de militaire overheid werden bekostigd zoals chardomes, koepels,... zou de totaalprijs van deze bunker ongeveer 58.389,64 Bef moeten geweest zijn.
  • Ter info: 1 BEF in 1934 komt ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.

Routebeschrijving om deze bunker te vinden

  • Deze bunker ligt verborgen in de Betsbergse bossen, Oosterzele.
  • De bunker ligt volledig op privéterrein en kan alleen bezichtigd worden mits toestemming van de eigenaar. Respecteer de privacy aub.
Bijhorende foto's

Voorstudie van deze bunker. Op de schets is al meteen duidelijk dat het schietgat wel degelijk een grotere vuurhoek heeft dan de andere bunkers op de linie.

De meer zuidelijk getekende hoeve is de hoeve, heden nog terug te vinden op rand van bos en weilanden, centraal op de terreinen van Betsbergebos.

Detail van dezelfde voorstudie.

Bij dit speciale type van bunker, was bij de voorstudie reeds een schets toegevoegd. Merk wel op dat deze toch nog wel een aantal verschillen vertoont met wat in werkelijkheid is gebouwd. Het toegangssas strookt zeker niet met de huidige situatie.

Onteigeningsschets horende bij de beperkte akte voor de tijdelijke erfdienstbaarheid naar de familie Van De Velde - Laenens toe. Deze akte had enkel betrekking op het bovenste perceeltje 498. Met stippellijnen ziet men de tijdelijke erfdienstbaarheid getekend tussen Boonakker (noordelijke wegel) en de noordelijke rondgang op de terreinen van Betsbergebos zelf. Leuk om op te merken is dat bij deze akte die enkel de tijdelijke erfdienstbaarheid betrof naar de bunker Be17, ook enkel deze bunker geschetst staat maar bv niet bunker Be20 met dewelke deze bunker gelinkt was. Het gearceerde gedeelte rechts tegen de steenweg is het kasteel van Betsberg.

Dit is dan weer de schets horende bij de grote akte aan de familie Hye-Hoys. Deze bevat dan wel degelijk de lokatie van Be17 en Be20 (meer zuidelijk). Rechts zie je achter het kasteel ook nog Be21 getekend. Hier is dan op zijn beurt te tijdelijke erfdienstbaarheid in de richting van Boonakker niet getekend.

Voor wat betreft de bijhorende details voor de erfdienstbaarheden naar de familie Hye-Hoys toe, was dan op zijn beurt bij de akte wel nog deze detailschets toegevoegd.

Terreinschets horende bij deze in het talud ingewerkte bunker. Op deze schets merk je zeer goed hoe het schietgat op zich, uitgegraven was uit het talud. Uiteindelijk was er van deze bunker, zeer weinig beton zichtbaar en zat hij grotendeels in talud en onder de aarde verborgen.

Grondplannetje van deze toch unieke bunker op de linie. Hier merk je ook duidelijk dat het schietgat afwijkend is met de andere getekende schietgaten. Alle wanden zijn bij deze grotendeels onder de grond zittende bunker, beperkt tot maximaal 1.15 meter.

be17

Doorsnede AB bij bovenstaand grondplan is een snede door de mitrailleurkamer en het toegangssas. Het schietgat is met een kruis aangeduid.

Langsdoorsnede CD van deze in het talud ingewerkte bunker. Aan de kant van het schietgat zie je duidelijk de bloembakstructuur op het dak.

Doorsnede EF is tot op heden een iets of wat onvolledige doorsnede ter hoogte van het toegangssas.

Dakplan van deze merkwaardige bunker.

Vooraanzicht op de bunker op de terreinen van de Betsbergse bossen.
be17.1
Zicht op het fraaie toegangssas.
be17
De nog volledig dichtgemetste toegang van deze unieke bunker.
be17.2

De rechter zijkant van de bunker. Het schietgat moet ergens links vooraan zitten, verborgen onder de klimop en hoogstwaarschijnlijk nog volledig onder het huidige maaiveld. Zeer merkwaardig is dat deze noord - noordwestelijk gerichte kant van de bunker wel zeer veel en zware sporen van schade vertoont. De bloembakstructuur is bovenaan volledig gebroken en verdwenen. De bunker kreeg dan ook allicht in de ochtend van 23 mei 1940 wel een aantal zware voltreffers te verwerken.

be17

Zicht op het wegeltje rondom het bos. Op de zijkanten ziet u de afgetakelde resten van de randen van een soort bloembak op het dak van de bunker. U ziet dus duidelijk dat het bos gewoon verdergroeit op het dak van de bunker.

be17.4
 
Vorige (Be16)
Vorige (Be16)
Volgende (Be18)
Volgende (Be19)