De Bevrijding van Wetteren - De strijd om de Scheldebrug van Wetteren

Citadelpark Gent

Buskruitfabriek Cooppal Wetteren

Vliegvelden WO I Regio Gent

WO I Munitiepark Kwatrecht

De Dodendraad

De Hollandstellung - Duitse WO I bunkerlinie

Reichsschüle Flandern - SS-School Kwatrecht

Duitse Atlantic Wall Radarpost - Goldammer

WOI en II Munitiedepot De Ghellinck Zwijnaarde

Duitse gangen onder centrum Gent WOII

Publieke WOII Schuilplaatsen Groot Gent

Het Fort van Eben Emael

KW-linie

WO I - Kwatrecht - Melle

18 daagse veldtocht gekoppeld aan TPG

Neergestorte B17 te Kwatrecht 19-09-1944

De bevrijding WO II van de regio rond TPG

Details van de legers:

Gesneuveldenlijsten:

Contact en onbeantwoorde vragen

Media-aandacht

Copyright

Links

Waarom was deze Scheldebrug zo van belang voor zowel de Duitsers als de geallieerde troepen bij de bevrijding.

De bruggen over de Schelde hebben zowel bij WO I als II cruciaal te verdedigen (of te vernietigen punten geweest). De Schelde op zich werd bij de twee conflicten steeds als een dankbaar verdedigingsmiddel gezien.

Het mag duidelijk zijn dat de brug van Wetteren over de Schelde bij de beide wereldbranden interessant genoeg was om voor te vechten. De originele brug overleefde de beide wereldoorlogen niet. Hieronder alvast een kort overzicht van de verschillende zichten die de brug kende tot en met de bevrijding van Wetteren in september 1944.

De eerste brug waarvan er momenteel foto's in mijn bezit zijn, was een draaibrug.

De foto linksboven dateert zoals op de kaart geschreven van rond 15 november 1904. De andere foto's zijn allen van dezelfde brug daterend van voor WO I. Linksboven zie je ook nog duidelijk de toenmalige brugwachter naast zijn brugwachtershuisje (Foto: Collectie De Graeve en Zoon). De andere foto's moeten praktisch allen uit dezelfde periode dateren. (Foto's: Rechtsboven en rechtsonder: Collectie Daniël De Mol - Linksonder: Collectie De Graeve en Zoon)

Samen met het terugtrekken van de Belgische en geallieerde troepen richting IJzer, werd op 8 Oktober 1914 de Scheldebrug een eerste keer opgeblazen door terugtrekkende Belgische troepen.

Zicht op Wetteren brug zoals ze nog te zien was na het opblazen door de Belgische Genietroepen. Er blijft zelfs een voertuig verweesd achter op de vernietigde brug.(Foto: Replica)

Al vrij snel na de Duitse bezetting in 1914 werd er een Duitse noodbrug gebouwd over de Schelde.

U ziet hier 4 foto's van deze noodbrug uit een aantal verschillende oogpunten en zowel in open als gesloten stand. Als u iets nader kijkt kunt u op de onderste foto's zelfs nog de restanten zien van de originele opgeblazen brug. Ze ligt nog altijd deels in de rivier. (Foto's: Collectie Daniël De Mol)

Wat wel duidelijk blijft uit de foto's is dat de originele brug ook ongeveer tussen de huidige Moerstraat en de Brugstraat moet hebben gelegen, alllicht iets meer naar de Moerstraat toe. De tijdelijke brug die allicht zelfs heeft dienst gedaan tot rond 1926, moet meer in het verlengde hebben gelegen van de huidige Brugstraat.

Tijdelijke WO I brug te Wetteren anno 1918

Ook deze oude Duitse postkaart uit 1918 geeft nog een fraai zicht op de noodbrug. (Foto: Replica)

Vermoedelijk rond 1926 werd de Duitse noodbrug uit WO I opnieuw vervangen door een definitieve brug. Persoonlijk vind ik het zeer moeilijk deze nieuwe brug te onderscheiden van deze van voor WO I. Ze moet qua uitzicht praktisch identiek zijn geweest.

De foto linksboven dateert uit 1929 (Foto: collectie Nels). De foto rechts toont een zeldzaam zicht op het loopvlak van de brug zelf. Men ziet er duidelijk de sporen van de stoomtram die ook over de brug liep. Links vooraan de brug was een plantsoentje waar tussen 2 oude Duitse achtergelaten kanonnen uit WO I het ondertussen gestolen beeld van Jan Cooppal (de oprichter van de Wetterse Buskruitfabriek) stond. Toen de Duitse bezetter zijn eigen oud geschut weer tegenkwam bij de bezetting van 1940-1944, werd dit opnieuw meegenomen richting Duitsland om hersmolten te worden voor de Duitse oorlogsindustrie. Het beeld van Cooppal verhuisde later naar het pleintje voor het kasteel van Vallois, waar het in november 2011 werd gestolen, vermoedelijk door metaaldieven. De onderste foto toont de brug anno 1939 (2 laatste Foto's: Collectie Daniël De Mol)

Dat ook Wetteren, het Wetteren niet meer is van in 1928, mag blijken uit dit detail van een oude stafkaart. De stafkaart in de buurt van de toenmalige brug (ter hoogte van de huidige voetgangersbrug) is zelfs zeer moeilijk nog met elkaar in overeenstemming te brengen voor wat de zone tussen Josephine Charlottelaan en de Schelde betreft.

Reeds op 15 mei 1940 werden alle bruggen over de Schelde tussen Melle en Dendermonde door Belgische Genietroepen ondermijnd tijdens de 18-daagse veldtocht. Zoals de dag voordien voorbereid, werden in de loop van de 16e mei de Scheldebruggen van Schoonaarde, Wichelen, Wetteren en Melle opgeblazen.

Voorlopig ontbreken mij alle foto's van de opgeblazen brug na de meidagen '40.

Al vrij snel nadat de Belgische troepen Bruggenhoofd Gent hadden verlaten na 3 dagen van hevige strijd, werd aanvang genomen met het optrekken van een nieuwe noodbrug. Deze werd in dit geval wel degelijk gebouwd op de nog resterende sokkels van de opgeblazen brug. Ze lag dus op exact dezelfde plaats.

De noodbrug was in dit geval een metalen ophaalbrug (1 ophaalstuk). De brug zelf hoorde in opgehaalde toestand bij de rechteroever (Wetteren zelf dus).

De foto linksboven moet net zoals de foto ernaast ongeveer dateren uit 1941. Links ziet men een kolonne Duitse troepen over de nieuwe noodbrug trekken (Foto: Replica). De foto rechts toont dezelfde brug tijdens een wielerwedstrijd in 1941. (Foto: Collectie Daniël De Mol). Daaronder een zicht op de Schelde met zijn opnieuw sluitende brug nadat net een schip voorbij kwam. (Foto: Replica). De onderste foto moet ook van vrij kort voor de bevrijding dateren gezien aan de overkant van de brug nog gebouwtjes te zien zijn die tijdens de bevrijding in de lucht zouden vliegen (zie verderop dit artikel). (Foto: Collectie Daniël De Mol).
Dat ook de situatie toen zeker nog altijd niet strookt met de situatie nu naar de voetgangersbrug toe, mag opnieuw blijken uit dit detail uit een stafkaart daterend uit 1950.

De Bevrijding van Wetteren

Opnieuw zou het kleine Wetteren in strijdgewoel vermengd geraken tijdens de bevrijding in onze regio. De oorzaak van de lokaal ontstane gevechten zouden tweeërlei zijn. Enerzijds is er de aanwezigheid van een nog intacte Scheldebrug. Deze zou daarom zeker intact in geallieerde handen moeten kunnen komen om zo de geallieerde troepen vlot verder te laten oprukken in Noordelijke richting. Anderzijds was er aan de overkant van de Schelde de Buskruitfabriek. Ook deze site zouden de Duitsers achteraf gezien niet zonder slag of stoot willen achterlaten.

Wat vooraf ging aan de bevrijding van Wetteren.

De eerste troepen die Wetteren zouden bereiken, maakten deel uit van de zwaar gewapende Britse 7th Armoured Division. Deze divisie stond voorheen bekend als de Woestijnratten (Desert Rats), dit omwille van hun strijdverleden in het Noorden van Afrika waar ze zeer succesvol waren tegen de troepen van de Duitse commandant Rommel. Deze divisie was in hoofdzaak bewapend met Cromwell en Sherman Firefly tanks.

Ze waren origineel tussen 6 en 7 juni mee geland op de stranden Gold Beach te Normandië, meer specifiek tussen Bayeux en Caen. Hun pantsers wisten vrij vlot door te stoten richting Villers Bocage (departement Calvados, ongeveer centraal zuidelijk tussen de eerder genoemde steden Bayeux en Caen. Hier zou echter tussen 13 en 15 juni een afslachting plaats vinden van de Britse tanks die in dit dorp kennis zouden maken met de 2e Duitse Zware Pantserdivisie. Deze was ongelukkig voor de Britten hier om uit te rusten gepositioneerd. De Britse pantsers met maximaal 75 mm geschut en veel te weinig pantsering zouden amper weerstand kunnen bieden tegen meerdere zware Tijgertanks. De slag zou uiteindelijk maar in het voordeel van de geallieerden kunnen gekeerd worden na zware bombardementen op het kleine stadje dat hierbij met de grond gelijk werd gemaakt.

Op 22 augustus bereikten de woestijnratten de Franse stad Lisieux nadat er eerder al zwaar strijd geleverd was om de stad Caen in handen te krijgen. Omdat vanaf dit ogenblik de grote massa van zware Duitse pantsers uitgeschakeld was, kon de geallieerde opmars daarna vrij vlot verder gaan.

Op 28 augustus wordt reeds de Seine overgestoken ter hoogte van het Franse Rouen.

Rond deze periode werd beslist deze 7th Armoured Division in beperkte vorm door te sturen om in eerste instantie Gent te proberen bereiken. Men kon namelijk niet meer volgen om tijdig de nodige brandstof aangevoerd te krijgen om de opmars in gang te houden. Zo lag het brandstof verbruik van deze divisie alleen al op dat moment op 57.000 liter per dag. Men noemde deze afgeslankte versie van de 7e gepantserde Divisie de "Ghent Force". Gent werd aanzien als de poort om verder te kunnen doorstoten richting Antwerpen. Dit Antwerpen bleef cruciaal als haven voor de verdere doorstoot richting Berlijn te vereenvoudigen, vooral op gebied van de nu reeds moeilijk volgende bevoorrading vanaf de veroverde stranden.

De verkleinde divisie die op dat moment diende door te trekken, bestond uit:

  • The 7th Armoured Division met onder andere
    • The 11th Hussars Regiment met onder andere
      • The B-company
      • The D-Squadron
    • The 15th Hussars Regiment
    • The 19th Hussars Regiment
    • The Headquarters of the 22nd Armoured Brigade
    • The 5th Royal Horse Artillery Regiment
    • The 5th Royal Inniskilling Dragoon Guards Regiment met onder andere
      • The A Squadron
      • The B Squardon
      • Aanvullingen van de the 1th Company of the 6th Queens Regiment
    • The 5th Royal Tank Regiment
    • The 1th Rifle Brigade met onder andere
      • The A-Company.
    • The 1th Hereford Regiment
    • The 50th Northumbrian Division als onderdeel van de 69e Brigade met met
      • The B-Company of the 6th Bataljon of the Green Howards Regiment
    • The 4th Squadron of the Royal Engineers
    • Tankwagens deel uitmakend van de 8th Hussars Regiment, 1st Royal Tank Regiment en the Rifle Brigade.

Bovenstaande lijst kan gedeeltelijk in boeken en teksten her en der worden teruggevonden. Dit werd echter nog aangevuld met nog andere opdelingen die nog worden teruggevonden bij oude foto's. Het is allicht ook vrij waarschijnlijk dat er al serieuze herschikkingen zullen gebeurd zijn zodat bepaalde eenheden allicht opnieuw zijn ingedeeld bij andere zodat het niet meer zo eenduidig zal geweest zijn welke detaileenheden hier nog allen toestroomden.

Eind Augustus 1944.

Te Kwatrecht werd eind augustus 1944 wegens de oprukkende geallieerde bevrijders de toenmalige SS-school Kwatrecht door de Duitsers leeggehaald. Alles werd zorgvuldig op klaarstaande vrachtwagens geladen om overgebracht te worden naar Duitsland. Bij de Duitse overhaaste vlucht werd nog gepoogd de gebouwen in brand te steken. Dit gebeurde niet door de vertrekkende Duitsers maar door enkele Duitsgezinde Belgen die alles wat problemen zou kunnen hebben opleveren en was achtergebleven, probeerden in brand te steken binnen de gebouwen. Gelukkig bleef de schade beperkt tot het huis van de directeur dat volledig in de vlammen op ging. Grotere schade kon worden vermeden door de toenmalige pachter van de proefhoeve op dezelfde terreinen.

De nog aanwezige Duitse troepen hadden rond dit moment wel al door dat ze een van deze dagen zouden verplicht dienen terug te trekken in oostelijke richting. Daarom werd er op de markt te Wetteren een houten bord geplaatst die de Duitse doortrekkende soldaten probeerde duidelijk te maken in welke richting ze best dienden terug te trekken.

Op de markt werd een houten bord gezet met daarop de tekst "Nach Brüssel über Lede - Hofstade - Aalst - Denderleeuw". (Foto: collectie Georges Van Oostende)

Zaterdag 2 September 1944.

Rond deze dagen ontvingen verzetsmannen die behoorden tot de verzetsgroep "Le Héron" en de "Groep G" die de voorgaande maanden al meerdere acties tegen de Duitsers hadden ondernomen opdracht hun verantwoordelijkheden op te nemen.

In de directe regio van Gent zijn rond deze dag schermutselingen tussen Belgische verzetsgroepen die proberen de nog achtergebleven Duitsers uit te schakelen of gevangen te nemen.

Ook te Melle is er geweer- en machinegeweervuur te horen van om en weer vurende verzetsleden en achtergebleven Duitsers.

Zondag 3 September 1944.

Vanaf deze dag en ook nog de ochtend van 4e september zijn er op de locale wegen massaal Duitse troepen te spotten die de vlucht nemen in oostwaardse richting. Ze doen dit in het algemeen met alles wat rijdt en alles meenemend als oorlogsbuit wat niet te zwaar of te heet bleek.

Op deze dag bereiken de eerste Britse bevrijders de stad Oudenaarde. Dit waren troepen van de fameuze "Ghent Force". Deze groepering kreeg op dat moment de specifieke opdracht zo snel mogelijk Gent te bereiken en zo snel mogelijk meer noordelijk te gaan uitzoeken welke bruggen over de Schelde nog intact waren. Als deze nog intact waren, dienden ze deze zo intact mogelijk in handen te krijgen en te houden. Op die manier zou een snelle doorbraak in noordelijke richting kunnen verder gezet worden met het oog op een volledige bevrijding van België en Nederland. De eerste troepen die zo als verkenners werden uitgestuurd waren een groep tanks van de 11th Hussars Regiment.

Een door de bevrijde stad Oudenaarde oprukkende geallieerde Sherman Firefly tank. Deze tank wordt hier gespot ter hoogte van de de kruising Markt - Broodstraat. (Foto: Replica)
Deze tweede foto toont enkele Cromwell-tanks in de Hoogstraat te Oudenaarde. Allicht zijn dit dezelfde troepen die we de dag nadien Wetteren zullen zien binnenrijden. (Foto: Replica)

Te Oosterzele splitst de verkennende groep tanks op. Een gedeelte trekt verder naar de brug van Melle, een ander gedeelte naar deze van Wetteren.

Maandag 4 September 1944.

In de vroege ochtend waren de straten van Wetteren zo goed als verlaten. Redelijk vroeg in de ochtend werd (onduidelijk door wie) nog deze foto genomen van de intacte Scheldebrug te Wetteren. Dit was reeds een noodbrug nadat de originele brug (zie hogerop) in mei 1940 door Belgische Genietroepen was opgeblazen. De brug bleek ondanks dat men weet had van oprukkende zware geallieerde eenheden, nog gewoon neergelaten.

Foto boven: Wetteren Brug in de ochtend van 4 september 1944.

In Wetteren centrum werden wegtrekkende Duitse troepen vastgesteld. Ze wachtten blijkbaar de confrontatie met de oprukkende geallieerden niet af en trokken onder de blikken van toekijkende Wetteraars door in Oostelijke richting, hierbij zuidelijk van de Schelde blijvend.

2 oude foto's van de wegtrekkende nog aanwezige Duitse troepen uit Wetteren centrum in de ochtend van 4 september 1944. (Foto linksonder: www.ablhistoryforum.be)

Aan de zuidkant van de Schelde, de kant van de kerk dus, waren al vrij snel geen Duitsers meer te bespeuren en het leek er op dat Wetteren zelf zonder veel slag of stoot zou kunnen bevrijd worden. Er bleven echter wel Duitse troepen gesignaleerd in de buurt van de brug zelf. Deze werd in die ochtend nog voorzien van springstoffen om ze alsnog in de lucht te kunnen laten springen. Een eerste poging om dit te doen liep echter op een sisser af en bracht enkel wat schade toe aan het houten dek van het ophaalgedeelte. Er werden van Duitse kant voorlopig geen nieuwe pogingen meer ondernomen om de brug toch nog bijkomend te proberen opblazen, mogelijks bij gebrek aan de juiste middelen.

Rond 10 uur kwam een tweede groep van de 11th Hussars Regiment die eerder was afgesplitst richting Oosterzele via de Geraardsbergsesteenweg afgezakt met een Bren-Carrier tot aan de Appelhoek in Melle. Al snel kwam de lokale bevolking massaal op straat om de eerste bevrijders te vieren. De feestvreugde was echter van korte duur want praktisch meteen na hun aankomt, arriveerde er ook via de Brusselsesteenweg een Duitse pantserwagen die zo goed als meteen het vuur opende op de Bren-Carrier. Het korte vuurgevecht eindigde gelukkig met geen doden bij de burgerbevolking en de Bren-carrier maakte rechtsomkeer via de Geraardsbergsesteenweg. De Duitsers vervolgden hun vlucht richting Brussel maar stopten nog eens voor het College van Melle. Er sprongen enkele Duitsers uit de pantserwagen met getrokken handwapens. Ze hielden er 4 burgers op fietsen tegen die probeerden richting Gent te geraken. Deze personen werden zonder veel zinnige reden ter plaatse in de gracht geëxecuteerd waarna de pantserwagen verder reed. Enkele mensen in de directe omgeving hadden dit zien gebeuren en snelden toe om de gewonden, helaas allen doden, te helpen. Hierbij werden zij echter meteen zelf onder vuur genomen door dezelfde Duitsers die met hun pantserwagen een kleine 500 meter verder in de bocht van de steenweg waren gestopt en de opgekomen helpers van daaruit opnieuw onder vuur namen. De helpers dienden nog bijna een uur verdoken te blijven liggen tot de Duitsers effectief doorreden richting Brussel.

Rond ditzelfde moment zou het te Melle aan de Scheldebrug nog tot een treffen komen tussen achtergebleven Duitsers en verzetsleden van de groep "Le Héron" schuiloord Heusden - Laarne - Kalken. Er was deze ochtend reeds een Britse Cromwell-tank tot bij deze verzetslieden gekomen nabij de brug van Melle over de Schelde. Omdat de brug nog intact was, werd afgesproken dat de tanks versterking zou gaan halen om de brug in intacte toestand te kunnen blijven behouden op de Duitsers. De verzetslieden hadden gemeld de brug tot dan in handen te zullen houden. Al vrij snel hierna verscheen een Duitse vrachtwagen bij de brug met enkele Duitse soldaten. Allicht specifiek met de opdracht de brug de lucht te laten invliegen. De verzetslieden boden voldoende weerstand om deze enkele soldaten en bijhorende vrachtwagen rechtsomkeer te laten maken. Dit duurde echter niet lang en vrij kort nadien verscheen aan een de brug een Duitse pantserwagen. Tegen dergelijk tuig waren de aanwezige verzetslieden qua bewapening niet opgewassen en ze dienden dan ook het onderspit te delven en de brug uit handen te laten gaan. Allicht heeft het ongelukkige treffen aan de Appelhoek er voor gezorgd dat de beloofde steun van geallieerde kant, in elk geval hier te laat is gekomen en de brug alsnog de lucht in ging.

In de vroege namiddag bereikte de eerste groep van de 11th Hussars als een kolonne van 5 Cromwell tanks en een gedeelte Infanterie, Wetteren. Terug te vinden artikels verschillen vaak onderling en soms wordt er ook melding gemaakt dat hier tanks bij waren van the 15th en the 19th Hussars Regiment. Daarnaast waren zij bijkomend begeleid door een groep Infanteristen van de 1st Herefordshire Regiment. Ze reden Wetteren binnen via de zuidkant (Massemen) komende vanaf de Massemsesteenweg waar zij ongeveer rond 13u45 aankwamen. Ze zullen hun weg verderzetten omgeven door een uitzinnige menigte van volk die de tanks vergezelden in de richting van de Markt van Wetteren.

Massemsesteenweg 4 september 1944
 

De eerste foto toont de Wetterse Oorlogsburgemeester Joseph Duchâteau, gezeten op één van de eerste tanks die de Massemsesteenweg doortrokken. Hij liet zich hier vastleggen op foto op één van deze tanks. Vermoedelijk gaat het wel over de Massemsesteenweg, te zien aan de kleine boompjes naast de weg die ook op de foto daaronder duidelijk zichtbaar zijn.

De tweede foto is eveneens genomen aan de Massemsesteenweg ter hoogte van het Saffraantje. De eerste Cromwell-tanks denderden overstelpt met lokale bevolking in de richting van de Markt te Wetteren. (Foto links: Replica)

De tanks staken de spoorlijn over waar toen de spoorwegovergang was. Heden is deze overgang verdwenen. Hij werd namelijk vervangen door een voetgangersbrugje iets verderop en de een spoorwegbrug (de IJzeren brug in de volksmond) enkele honderden meters oostelijker. (Foto links: Replica)

Doortocht door de Stationsstraat. (Foto linksonder: Replica). Jammer genoeg was het huis met het herkenbare balkon juist verstopt achter een werfkraan in de straat.

Ze bereikten de Markt via de huidige Korte Massemsesteenweg, over de toenmalige spoorwegovergang, Stationsstraat en de Florimond Leirenstraat. Door de volksgekte zullen zij de markt pas bereiken rond 15u.

Er zijn wel heel wat foto's te vinden van de aankomst van deze 5 tanks op het marktplein. Bovenstaande foto's zijn allen ter hoogte van de hoek Markt - Florimond Leirenstraat - Van Cromphoutstraat te situeren. (Foto links 2e, 4e, 6e en 7e rij: Replica)

De kolonne van 5 tanks maakte wel nog even tijd om zelfs op de markt te poseren voor de kerk maar onderneemt geen verdere stappen in de richting van de Scheldebrug en de noordelijke kant van Wetteren (overkant van de Schelde) waarvan men allicht wel genoeg wist dat deze zone nog niet ontruimd van Duitsers kon genoemd worden.

De eerste foto toont één van de tanks die letterlijk de moeite heeft gedaan zich op te stellen voor de kerk om tot deze sfeerfoto te komen van de bevrijding van Wetteren.

De tweede foto toont opnieuw de Oorlogsburgemeester Duchâteau, ditmaal voor de pui van het gemeentehuis dat anno 2014 in een belabberde staat, wacht op subsidie om hersteld te kunnen worden. (Foto links onder: Replica).

Vrij kort daarna (ongeveer 1 uur na aankomst in Wetteren centrum) zou de kolonne zijn tocht verder zetten langs de zuidkant van de Schelde, zonder de Schelde zelf te proberen overbruggen, in de richting van Dendermonde. De eerder gevluchte Duitsers achterna dus.

De eerste foto toont één van de tanks bij het verlaten van de Markt via de Wegvoeringstraat in de richting dat 's ochtends ook het gros van de nog aanwezige Duitsers, Wetteren verlieten.

De tweede foto toont opnieuw één der tanks bij het verlaten van de markt. De massa van volk heeft ondertussen de tanks verlaten. Links ziet u juist de hoek van de Molenstraat. (Foto linksonder: Replica).

Uiteindelijk zou het Wetterse volk met een vrij wrange situatie achterblijven. Er was veel euforie bij het verschijnen van deze bevrijders op de markt maar iedereen besefte dat met hun doortrekken in de richting van Dendermonde langs de zuidkant van de Schelde, de Duitsers nog steeds de overzijde van de Schelde in handen hielden.

De smaak werd nog wranger toen kort na het vertrekken van de laatste Britse pantsers in het centrum van Wetteren, in feite volledig los van het vorige, een jacht gevolgd door een Aak de brug van Wetteren naderde. De Aak "De Alligator" was op 1 september 1944 te Oostende opgeëist en had te Oostende in het Kriegsmarine Depot een vracht Duitse Oorlogsbuit geladen om deze alsnog te vervoeren naar Duitsland, meer specifiek de stad Hamburg. De aak zelf kreeg de begeleiding van een kapitein en 13 Duitse soldaten. Het jacht werd volledig bemand door Duitsers, het exacte aantal onbekend.

Het schip kwam vanuit Oostende via het kanaal Oostende-Brugge-Gent. Van daaruit volgde men de Schelde in de richting van Wetteren. Toen de schepen de gesloten brug van Wetteren naderden, legde het jacht aan aan de zuidkant van de Schelde en openden een aantal uitgestapte Duitsers de brug. Zowel het jacht als de "Alligator" voeren onder de brug door zonder deze opnieuw na hun doortocht te laten zakken.

Eenmaal de "Alligator" de brug was voorbijgevaren, werd het schip ter hoogte van het huidige voetbalplein van Racing Wetteren onder vuur genomen door verzetsleden en zeker nog 1 soldaat van de Britse Herefordshire Infanteristen. Zeker de verzetsleden waren allicht nog vol euforie van de Britse intrede in het centrum enkele uren voordien. In de linkse bocht iets verder achter de brug liep de Aak allicht omwille van een paniekreactie van de schipper, vast op de Zuidelijke oever, de kant van de aanvallers dus. Gedurende het vuurgevecht dat hierop volgde, zal zeker 1 Duitser sneuvelen en enkele anderen zullen gewond geraken. Het schip kon in zijn vastgelopen toestand overmeesterd worden. De nog aanwezige Duitsers werden gevangen genomen en overgebracht naar de gemeenteschool. Ook de eerder door de Duitsers in zijn eigen schip gevangen genomen kapitein van de Alligator, kon bevrijd worden.

Op deze foto's ziet u alvast door verzetsleden begeleide Duitse gevangenen, afgevoerd naar de Muziekschool, van waar ze gegroepeerd werden afgevoerd naar gevangenenkampen. 2 foto's van dergelijke begeleide gevangenen in de Kerkstraat (Foto boven links: Replica)

Zeer kort nadien werd op de Kapellendries een Duitse truck van de Wehrmacht gezien die hals over kop in de richting van de brug reed. Op de noordelijke dijk aan de overkant van de geopende brug werd een Duits machinegeweer opgesteld.

In elk geval is bovenstaande foto genomen van een Duitse truck aan de overkant van de Schelde te Wetteren tijdens de bezetting zonder veel details van de datum. Wel weinig kans dat dit juist die truck zou zijn maar het blijft wel een zeer leuke link tussen beide feiten... (Foto: Replica)

De nieuwe aanwezigheid van Duitsers aan de noordkant van de Schelde, liet de euforiestemming in het centrum van Wetteren meteen zakken tot onder het nulpunt. Binnen de kortste keren verdween al het volk uit de centrumstraten en werden alle eerder uitgehaalde Belgische vlaggen opnieuw veiligheidshalve van de gevels gehaald.

Brandweerman Willy Van Heden werd er op uitgestuurd om met zijn motor de eerder doorgetrokken Britten nog in te halen. Het lukte hem uiteindelijk deze terug te vinden ter hoogte van Wichelen (reeds 8 km verder).

Enige tijd later naderde één van de terugkerende Cromwell-tanks gegidst door een tweede brandweerman, Emiel De Saedeleer, de brug van Wetteren via de Markt - Van Cromphoutstraat - Kattestraat. (Deze laatste straat is het heden afgesloten wegeltje voor auto's die vanaf het kruisbeeld aan de Van Cromphoutstraat richting dijk met de Schelde gaat).

Een uiterst interessante foto waarbij je de tank met achteraan er de brandweerman(nen) nog op. Hij rijdt hier doorheen de Van Cromphoutstraat de Kattestraat in. In de straat zie je ook duidelijk de bevolking die niet echt gerust lijkt in de nieuwe ontstane situatie (Foto: Replica)

De Cromwell-tank lost meteen na zich op te stellen met zicht op de vrachtwagen een schot op deze Duitse truck. De truck die geladen bleek met explosieven vliegt met een enorme knal de lucht in. Hierbij gaat ook het kleine transformatorgebouwtje aan de overkant van de brug, enkele huizen en ook de brugtoegang aan de noordkant van de brug, gedeeltelijk mee de lucht in. De explosie kost het leven aan een tiental burgers en enkele Duitse soldaten. Een elektricien die op datzelfde moment trouwens diende te werken aan die elektriciteitskabine, geraakt eveneens zwaar gewond maar overleefde de klap. Niemand wist op voorhand dat deze Duitse truck was geladen met nieuwe explosieven om nogmaals te proberen de Wetterse brug op te blazen. Allicht werd door deze actie wel nog eens een nieuwe poging de brug de lucht te laten invliegen, verijdeld.

Vermoedelijk is deze tweede poserende tank voor opnieuw de kerk van Wetteren wel degelijk de tank die in vorig verhaal het finale schot loste op de Duitse truck. Wel is het van de eerste keer duidelijk dat hij deze keer werd gefotografeerd zonder veel volk in de omgeving wat dit verhaal zou kunnen bevestigen. Dit zijn ondertussen 2 opgedoken foto's van dezelfde situatie. Er staat 2x hetzelfde volk op te poseren. Bij de tweede foto blijken er alvast wat hoofddeksels gewisseld en enige sigaretten uitgedeeld. (Foto boven: Nieuwsbrief Wetteren 23-8-2004 : Foto onder: Replica)

Voor deze dag betekenen deze acties de laatste vijandelijkheden tussen Britse Pantsertroepen, verzet en de Duitse resterende bezetters aan de Schelde.

De brug blijft geopend achter.

Dinsdag 5 September 1944.

Toen de rest van de 7th Armoured Division zijn bevrijdingstocht verderzette, stak een gedeelte hiervan die ochtend te Oudenaarde de Schelde over. Dit omvatte een aantal tanks van the 5th Royal Inniskiling Dragoon Guards Regiment en the A-Company opgebouwd uit the 1th Company of the 6th Queens Regiment. Zij werden ook nog begeleid door een aantal verkenningsvoertuigen (lichte pantserwagens) van the 11th Hussars Regiment. De bedoeling was om op die manier via de noordkant de Schelde te volgen tot in Melle en Wetteren. Daar zouden zij dan opnieuw de bruggen intact behouden en de Schelde nogmaals kruisen in zuidelijke richting. Hierdoor zouden zij de nog aanwezige Duitse troepen de pas moeten afsnijden en vermijden dat zij nog Gent of Antwerpen zouden kunnen bereiken. Dit plan zou echter al op voorhand gedwarsboomd worden door het feit dat de brug van Melle reeds de dag voordien door Duitsers was opgeblazen.

Wel blijkt dat de rest van de leiding van de 7th Armoured Division geen weet bleek te hebben van wat zich de dag voordien reeds te Wetteren had afgespeeld, laat staan dat ze weet hadden dat het centrum eigenlijk al eens bevrijd was geweest.

In de ochtend van 5 september 1944 werd ook Bottelare officieel bevrijd. De eerste troepen die daar opdoken waren infanterie-eenheden met Bren-Carriers. Allicht waren dit onderdelen van de eerder gemelde troepen die die ochtend in Oudenaarde waren vertrokken richting Wetteren en Melle Brug.

Geallieerde Bren-carriers doorheen een volkmassa op het toenmalige Koning Albert Plein in het centrum van Bottelare. De doortrekkende troepen werden begeleid door in het wit geklede verzetsleden van "Le Heron", hier ook duidelijk zichtbaar op de foto. (Foto: collectie Paul Coupé)

Allicht dient men ook een aantal bevrijdingsfoto's van Merelbeke rond deze periode te situeren.

Deze 2 oude foto's tonen dezelfde tankbemanning. De eerste keer werden ze gespot, vierend bij bewoners van de woning op de Zwijnaardsesteenweg 41 te Merelbeke. De tweede foto toont de tank met dezelfde bemanning op de Lembergsesteenweg te Merelbeke, heden ter hoogte van huisnummer 134 in een lichte bocht. Men herkent nog de kleine raampjes zichtbaar op de oude foto als dichtgemetste ramen tijdens de huidige renovatie van deze woning. Gezien dit de bemanning betreft van zware Cromwell tanks, valt ook niet uit te sluiten dat dit eigenlijk nog 2 foto's zijn van een dag voordien. Mogelijk betroffen het de eerste tanks die ook Wetteren bereikten een dag eerder.(Foto boven: Collectie M. Boets, Foto onder: Collectie Hendrickx - Van Cautem)

Ook deze pantserwagen kon nog gespot worden op de huidige Hundelgemsesteenweg, meer specifiek juist voor de huidige rotonde kijkend naar het vervolg van de Hundelgemsesteenweg (rechtdoor) en de Zwijnaardsesteenweg (rechts). De woning rechts op de oude foto is nog altijd vrij identiek als het witte gebouwtje centraal op de foto te herkennen. De kerk zit heden verborgen achter de bebouwing. (Foto: Collectie M. Boets)

Ter hoogte van Gontrode wordt rond 10 uur de relatieve rust verstoord door ononderbroken geweer- en mitrailleurvuur afkomstig van een tiental (dronken) verzetsleden verscholen in grachten en maisvelden langs de Scheldeweg (ter hoogte van het oude Duitse WO I Vliegveld van Gontrode). Dit geweervuur bleek gericht op een colonne van een 300 tal Duitse soldaten te voet, per fiets en met enkele paardengespannen. Deze waren ook aan hun terugtocht naar veiliger oorden begonnen en trokken in eerste instantie ook in de richting van Antwerpen. Hiervoor dienden zij de Schelde te dwarsen. Daarom ging ook hun tocht richting Wetteren brug. Of deze Duitsers doorhadden dat de brug in Melle al opgeblazen was, valt nu niet meer uit te zoeken. De onbezonnen verzetsleden hoopten door hun schieten op deze op de terugweg zijnde Duitsers deze grote groep tot overgave te kunnen dwingen maar veroorzaakten een omgekeerd effect.

De onder vuur genomen Duitsers wisten via Melle Kalverhage aan hun belagers te ontkomen en begonnen opnieuw hun wapenuitrusting te vervolledigen alvorens verder door te trekken. De meeste op dat moment doortrekkende Duitsers bleken namelijk hun wapenuitrusting niet persoonlijk te dragen. Allicht werd deze vervoerd in de enkele aanwezige paardespannen om zo de soldaten wat te sparen qua bepakking tijdens de tocht die ze aan het uitvoeren waren.

Door de beschietingen begonnen de doortrekkende Duitsers opnieuw zoals jammer genoeg ook in WOI hier in Melle reeds was gebeurd, te dreigen naar boeren die durfden op straat komen tijdens hun doortrekken, hun hoeves in brand te zullen steken als repressaillemaatregel indien het vuren van de verzetsleden niet ogenblikkelijk zou stoppen.

Via Melle Kalverhage trok de groep Duitsers verder, vermoedelijk via de Kwatrechtsteenweg richting Overbeke. Al vrij snel werd de grote groep naderende Duitsers uit Overbeke Wetteren naderend gespot en er ontstond opnieuw paniek op Wetteren die eigenlijk dacht de dag voordien reeds bevrijd te zijn. De toenmalige oorlogsburgemeester van Wetteren, Jozef Du Château nam toen het initiatief om samen met zijn Wethouder Gustaaf Van de Meerssche te proberen onderhandelen met de Duitsers die opnieuw dreigden Wetteren binnen te trekken. Tegen hen verklaarde een Duitse officier dat zij zouden terugtrekken op Antwerpen maar dat zij hiervoor zonder pardon door Wetteren zouden trekken. Dat Antwerpen op dat moment ook eigenlijk al geen goede eindbestemming voor deze Duitsers meer was, en dat er de dag voordien al geallieerde tanks waren doorgetrokken, bleek deze Duitse officier in elk geval op dat moment dus ook nog niet te weten.

De Wetterse burgemeester komt overeen onder een witte vlag de aanwezige Duitsers zonder bijkomend geweld door centrum Wetteren te leiden. De ganse kolonne trekt via de Gentsesteenweg, de Hoenderstraat, de Florimond Leirensstraat, Markt en Wegvoeringstraat in kolonne tot Schellebelle. Hier werden de twee gidsen van dienst gelost en verdwenen de Duitsers richting Antwerpen.

Rond de middag bereikte een aantal pantserwagens van the 11th Hussars Regiment Wetteren. Zij waren de stad binnengekomen langs de zuidkant en kwamen aan in de Moerstraat waar zij de stad vrij van Duitsers terugvonden met de Scheldebrug licht beschadigd en opgetrokken. Omdat zij al vrij snel konden vaststellen dat de overzijde van de brug, de noordelijke oever dus, werd bezet door ingegraven Duitsers en opgestelde mitrailleurs, besloten zij hun B-Company, bestaande uit zwaardere tanks, eveneens naar de brug toe te trekken. Deze werden eveneens begeleid door een groep van de Royal Engineers (Geniesoldaten). Zij zouden moeten maken dat de brug onbeschadigd zou kunnen worden neergelaten.

Moerstraat 5 september 1944

Aankomst van de verkenningseenheid van the 11th Hussars in de Moerstraat. Veiligheidshalve werd hier gestopt omdat er Duitsers werden gespot aan de overzijde van de Schelde.

Ter hoogte van de loskade werd ondertussen het op 4 september vastgelopen binnenschip de Alligator bij opkomend water verplaatst naar de loskade aan de Aard te Wetteren. Rond 13u30 zou echter een Duitse soldaat per fiets opduiken, komende uit de richting Kalken met een Duitse Pantserfaust (een Duitse Bazooka). Het projectiel zou het binnenschip treffen als een torpedo waarna het schip haast ogenblikkelijk slagzij zou beginnen maken. De plaatselijke brandweer zal het schip met behulp van pompen tijdelijk weten te stabiliseren waarna het de dagen nadien door de plaatselijke bevolking volledig zal geleegd en geplunderd kunnen worden. Het zou daarna nog geruime tijd gezonken blijven liggen aan de kade en in een latere fase ter plaatse worden gesloopt.

Het geplunderde en gezonken schip de Alligator (Foto: Collectie Daniël De Mol)

Allicht vrij kort na voorgaande perikelen met het schip de Alligator, zouden de eerder aangekondigde pantsers van the B-Company van the 11th Hussars Regiment doorkomen via de Van Cromphoutstraat en de Moerstraat. Vrij kort nadien maakten ze aansluiting met de reeds aangekomen verkenningswagens. Samen trokken ze in eerst instantie met de nodige voorzichtigheid door tot nabij de nog altijd opgehaalde brug van Wetteren. Zij kregen de opdracht om de brug opnieuw te laten zakken en door te stoten tot de noordelijke oever. Bij deze actie zouden ze steun krijgen van the 4th Field Squadron of the Royal Engineers (een Britse Genie-eenheid).

Bovenstaande foto toont een Cromwell-tank die oprukt richting Moerstraat, allicht komende uit de Van Cromphoutstraat. Korte tijd nadien zal een combinatie van tanks met de aanwezige verkenningsvoertuigen proberen de brug korter te naderen.

De tanks stelden zich op in de nabijheid van de brug en legden een gordijn van mitrailleurvuur naar de overkant van de brug waar Duitse eenheden zich hadden ingegraven. De Britse Genietroepen beslisten gesteund door enige personen van het plaatselijke verzet en een aantal bereidwillige aanwezige burgers het er op te wagen en met hun eigen persoonlijk gewicht als tegengewicht het middenstuk van de brug te laten zakken (een eenvoudig plan dat merkwaardig genoeg vlot bleek te werken). De Duitsers aan de overzijde waren door deze gedurfde daad zodanig verrast dat ondanks hun vuur op de Britse troepen aan de overzijde, niemand die meehielp aan deze daad door enige kogel werd geraakt.

De bovenste foto toont de verzetsleden onder begeleiding van de Britse tanks die de overzijde van de Schelde onder vuur houden. Rechts ziet u trouwens ook nog de burgemeester DuChâteau die blijkbaar ook deze actie van kort op de voet volgde. Het betreffen allicht deze verzetsleden en burgers die het er mee op wagen de brug te laten zakken door zelf mee te gaan dienen als tegengewicht voor de brug.

De foto daaronder toont leden van de plaatselijke brandweer en aanwezige burgers die door het Duits vuur komende van de overzijde, dienen dekking te zoeken achter de plaatselijke kaaimuren en een ambulance van de brandweer. Deze aanwezige brandweer valt eenvoudig te koppelen aan wat zich kort voordien afspeelde aan het het vastgelopen schip de Alligator.

Onder dekking van de Britse tanks probeerden Genisten met wat beschikbaar hout, de opnieuw neergelaten brug te herstellen zodanig dat deze opnieuw kon gebruikt worden om de overzijde van de Schelde te bereiken.

Rond dit moment kwam als door de goden gezonden nog een geallieerde Infanterie-eenheid Wetteren binnengereden. Het betroffen de Infanteristen van the B-Company of the 6e Bataljon of the Green Howards Regiment, onderdeel van the 69e Brigade, op zijn beurt deel uitmakend van the 50th Northumbrian Division. Deze waren via dezelfde weg dan de eerder aangekomen Britse troepen recent Wetteren binnengereden.

Ondertussen is ook duidelijk zichtbaar dat de Wetterse bevolking er opnieuw begint in te geloven dat dit keer de Duitse bezetters voor goed uit hun stad gingen verdreven worden. Er begint geleidelijk aan opnieuw een volksdrukte te ontstaan in de straten waar de geallieerden massaler beginnen op te duiken.

De bovenste 2 rijen tonen de aankomende Canadese Infanteristen op de Massemsesteenweg. Ze volgen letterlijk dezelfde route dan de eerder aangekomen troepen de dag voordien om het centrum te bereiken. De onderste foto toont hun doortocht op de Markt te Wetteren die net als de dag voordien opnieuw vol volk aan lopen is. De onderste rij toont een Canadees voertuig dan de Van Cromphoutstraat afrijdt in de richting van de brug. (Foto 4e rij links: www.ablhistoryforum.be)

De juist aangekomen Canadese infanteristen nemen het zuiveren van de overzijde van de brug voor hun rekening en met een kort en hevig gevecht wordt de noordelijke oever gezuiverd van de opstandige ingegraven Duitse troepen. Er worden verschillende Duitsers gevangen genomen. Deze worden tijdelijk opgesloten in de kelders van het Wetters stadhuis.

Brug Wetteren 5 september 1944

Bovenstaande foto geeft ons een blik op de brug die door de Genietroepen opnieuw voldoende hersteld was om de tanks de brug te laten oversteken. Op de foto zie je een eerste tank de brug oversteken.

De Geallieerde troepen zouden al snel hun verkenningen hernemen en op die manier de achtervolging inzetten op eerder doorgetrokken en op de vlucht zijnde Duitse troepen. The D-Squadron of the 11th Hussars Regiment zou verder doortrekken in de richting van het noordoosten (richting Zele). The A and B-Squadron of the 5th Inniskillings Dragoon Guards Regiment, aangevuld met the 1th Company of the 6th Queens Regiment zou doortrekken via Kalken naar Overmere en Lokeren om zo nieuwe Duitse infiltraties richting Gent en Antwerpen uit te sluiten.

Een Sherman Firefly op de hoek van markt en de Wegvoeringstraat. (Foto: Collectie Georges Van Oostende)

Een Cromwell tank van de The 5th Royal Inniskilling Dragoon Guards Regiment trekt via de van Cromphoutstraat richting Moerstraat en Wetteren brug. (Foto: Replica)

Doortrekkende tank-regimenten die verdere verkenningen uitvoerden en doortrokken via de noordoever van de Schelde bij hun passage door de Moerstraat. (Foto: Replica)

Aan de noordzijde van de brug blijven de resten over van het samen met de opgeblazen Duitse truck vernielde transformatorhuisje. De locatie waar dit ooit stond is heden een klein parkje. (Foto: Replica)

Er ontstond bij gebrek aan beschikbare infanteristen een merkwaardige situatie op Wetters grondgebied. Omdat the 7th Armoured Division ondertussen een bevrijdingsopdracht aan het uitvoeren was over een gebied van meer dan 128 km lang, hadden zij gebrek aan voldoende manschappen en zwaar materieel. Daarom werden zij in Wetteren na het uitsturen van de eerdere zwaardere eenheden zoals hierboven omschreven, verplicht eenheden in te zetten voor de bewaking van de enige nog niet vernielde brug over de Schelde in de directe regio, die hier totaal niet waren voor opgeleid. Zo werd in Wetteren the 4th Squadron of the Royal Engineers (de Genietroepen die eerder al hielpen met het neerlaten van de openstaande brug) belast met de taak deze brug de komende periode te bewaken en te herstellen. Dit squadron was ondertussen wel vervolledigd en omvatte in totaal 7 officieren en 250 soldaten. Zij beschikten over geen zware eigen tanks. Wel beschikten ze over een aantal stuks zwaarder door voertuigen getrokken geschut (2 17-ponders). Daarnaast beschikten ze over 6 Humber verkenningswagens, 6 Halftracks waarvan er enkele met een .50 mitrailleur waren uitgerust, 16 3-tons lichte vrachtwagens en nog eens 13 15-tonners vrachtwagens.

Het hoofdkwartier werd gevestigd in de gebouwen van het huidige Sint Jozefsinstituut (toen nog een klooster) langs de Wegvoeringstraat.

De Geniesoldaten werden opgedeeld in verschillende groepen en een eerste groep diende de nog altijd licht beschadigde brug verder te herstellen. De andere groepen werden belast met verkenningsopdrachten in de directe omgeving van de buurt om niet het risico te lopen verrast te worden door nieuwe toestromende Duitse troepen. Dit laatste omdat zij nogal veel geruchten te horen kregen van burgers die her en der Duitse troepen "meenden" te hebben opgemerkt.

Een eerste verkenningsgroep vertrok met een halftrack uitgerust met een zware mitrailleur via de Wegvoeringstraat in de richting van Schellebelle. Amper een 3 tal kilometer verder stoten ze op een Duitse groep verkenners langs de oever van de Schelde. Ze openen het vuur met de zware mitrailleur en doden hierbij 1 van de Duitsers. De rest weet te ontkomen.

Een tweede verkenningsgroep vertrekt met een Humber verkenningsvoertuig in de richting van Melle langs de noordkant van de Schelde. Ze moeten de eerste geallieerden geweest zijn aan deze kant van de Schelde want waar er huizen waren, werden ze op gejuich onthaald als de eerste bevrijders. Deze verkenningseenheid slaagde er op dit moment in zonder slag of stoot de buskruitfabriek in Wetteren te bevrijden. Deze verkenners moeten tot hun eigen grote verbazing vaststellen dat zich zo kortbij aan de overzijde van de brug, een dergelijke van belang zijnde wapenfabriek was gevestigd en operationeel. Ook Wetteren ten Ede werd door hen officieel bevrijd. Ze stopten hun verkenning in een plaatselijk café iets verderop omdat ze hier melding kregen van aanzienlijke hoeveelheden aanwezige Duitse troepen "iets" verderop. Ze keerden dan ook iets later veiligheidshalve terug in de richting van Wetteren.

Een derde groep voerde een verkenning uit vanaf de noordkant van de Schelde op Wetteren in de richting van de Aard in Schellebelle. Zij konden bij hun verkenning nergens Duitse troepenbewegingen vaststellen.

Rond 19 uur werd beslist enkele wachtposten te bemannen op een aantal belangrijke punten juist over de brug.

Terreinschets van hoe de verschillende eenheden werden uitgezet om een mogelijke Duitse tegenaanval op de brug te kunnen afslaan.

De belangrijkste straten die gemeld worden in de komende feiten zijn enerzijds een aantal straten aan beide zijdes omgeven door huizen. Dit waren de Cooppallaan en iets zuidelijker de Peperstraat (dichter bij de Schelde). Op het uiteinde waren ze met elkaar verbonden via het Peperstraatje. Tussen deze twee straten had men een aaneensluiting van huizen, vrije percelen en tuintjes. Iets noorderlijker had men de Vennestraat lopen die de Cooppallaan verbind met de oostelijke hoofdweg naar de brug, de Kapellendries. In de bocht van de Cooppallaan aan de oostkant had men nog het Molenstraatje dat een doorsteek maakte naar opnieuw de Kapellendries naar de brug toe. Het ingesloten gedeelte was het park van het verdwenen kasteel "De Vijvers.

The 4th Engineers was ingedeeld in 3 Troops (Pelotons) die op hun beurt waren ingedeeld in verschillende Secties. De losse secties hieronder allen vermeld, maakten deel uit van Troop 1.

Troop 1 was als in detail als volgt opgebouwd:

  • De staf: Een halftrack met de commandant, een sergeant en 4 soldaten
  • De Staf: Een pantserwagen met 2e in commando, 1 korporaal en 1 soldaat
  • Sectie 1: Een halftrack met 1 korporaal en 6 soldaten
  • Sectie 2: Een halftrack met 1 korporaal en 5 soldaten
  • Sectie 3: Een halftrack met 1 korporaal en 7 soldaten
  • Sectie 4: Een vrachtwagen van 1.5 ton met 1 soldaat 1e klas en 4 soldaten
  • Sectie 5: Een vrachtwagen van 3 ton met 1 soldaat 1e klas en 5 soldaten

Deze werden als volgt opgesteld:

  • Sectie 1 werd opgesteld in de buurt van de kruising van Cooppallaan en Molenstraatje.
  • Sectie 2 werd opgesteld ongeveer halverwege tussen het vorige kruispunt en het Peperstraatje.
  • Sectie 3 stelde zich op aan het kruispunt van de Cooppallaan en het Peperstraatje.
  • Sectie 4 stelde zich verdoken op achter heggen die het Peperstraatje scheiden van de overstromingsgebieden gekend als "den Ham".
  • Sectie 5 dichtte het gat tussen de hoofdweg ten zuiden van het Peperstraatje en de Schelde.
  • Voor deze 5 secties werd een vooruitgeschoven Luisterpost geplaatst met 2 man in een uitgegraven schuttersput, voor het kruispunt van Cooppallaan en Vennestraat. Dit zullen soldaten van de Stafeenheid geweest zijn.
  • Het tijdelijke hoofdkwartier voor deze Secties werd gevormd door de halftrack van de Staf en de pantserwagen (Jeep) die opgesteld waren ten zuiden van het kruispunt van Peperstraat en Cooppallaan, nabij de Schelde. Een tweede Jeep (wel onduidelijk want deze klopt dus niet met bovenstaande telling van materiaal) was geplaatst in dezelfde zone achter sectie 5, tussen Schelde en Peperstraat, kijkende op de kleine Peperstraatje.
  • In totaal dienden hier dus 2 officieren en 39 soldaten deze situatie in de hand te houden, bijkomend beschikkend over 3 Browning .50 mitrailleurs opgesteld op halftracks, 4 Browning .30 mitrailleurs, 5 handmitrailleurs (Brenguns) en 2 PIAT's (Britse bazooka's).

Een resterend gedeelte van de troepen van the 4th Field Squadron bezetten onderstaande zones:

  • Troop 2 bezet het oude park van het verdwenen kasteel "De Vijvers", ingesloten tussen Cooppallaan, Peperstraat en Molenstraatje.
  • Troop 3 bezet het plein voor de brug en het oude kasteeldomein.
  • De Zuidelijke oever (plein voor brug, Moerstraat, Markt en Wegvoeringstraat) werden bewaakt door troepen die eigenlijk waren afgeroomd van vorige groepen om alles bewaakt te krijgen.

2 17-ponders kanonnen werden opgesteld. 1 in de buurt van het kruispuntje Peperstraat en Peperstraatje, achter sectie 4 en 5. Een tweede gelijkaardig tuig stond rechts van de brug uitkijkend op de Kapellendries komende uit noordelijke richting (hoofdweg op de brug).

Er werden radioverbindingen voorzien van elk van de opgestelde eenheden naar het hoofdkwartier. De overige vrije soldaten waren vrij de stad zelf te verkennen.

Het eerder vanuit Wetteren doorgetrokken 5th Royal Inniskilling Dragoon Guards Regiment kreeg als opdracht de Duitse troepen te verhinderen enerzijds de ontsnappingsweg tussen Gent en Lokeren te gebruiken en anderzijds zouden zij dienen de weg tussen Gent en Overmere te bewaken. Op die manier zou doortrekken en vluchten voor de nog achtergebleven Duitsers, al heel wat moeilijker worden. Tijdens e uitvoering van deze opdracht kwam het tot een treffen tussen the B-Squadron en het Duitse Grenadiers Regiment 1020 tussen Gent en Overmere. Met de bijgeroepen steun van hun A-Company, werd de aanval afgeslagen. Hierbij raakt de Duitse Regimentscommandant zwaar gewond.

Men verwachte contact met de Duitsers die meest waarschijnlijk uit de richting van Heusden zouden komen. Er vonden 's avonds nog 2 beperkte bijkomende verkenningen plaats. Een halftract van Troop 1 deed nog eens een verkenning op de noordelijke dijk richting Melle. Op ongeveer anderhalve kilometer werden in de verte Duitsers gespot. De mitrailleur van de halftrack opende het vuur en de Duitsers trokken zich terug. De verkenning in deze richting werd bij deze ook gestopt en de halftrack keerde terug richting brug.

Een tweede verkenner richting Schellebelle op de noordelijke dijk, leverde niets op.

Aan Wetteren brug bleef voorlopig voor die avond voor de rest alles rustig.

Diezelfde dinsdagavond was aan de bossen tussen Landskouter en Gijzenzele ook the Headquarters of the 1th Company of the 6th Queens Regiment aangekomen. Een Eskadron van de 5th Royal Inniskilling Dragoon Guards Regiment overnachtte te Gontrode aan het station op een weiland. Deze geallieerde troepen waren bijna zonder stoppen vanaf de Seine doorgereden om zo snel mogelijk noordwaarts te geraken.

Nog diezelfde avond volgde vanuit Eeklo een Duitse beschieting van het station van Melle. De geallieerde troepen vreesden nog meer beschietingen van de regio Melle en Wetteren omdat er kort voordien berichten binnen kwamen van Duitse artilleriestukken opgesteld te Destelbergen. Deze vuurmonden stonden opgesteld met als vuurrichtingen zowel Melle als Wetteren.

Woensdag 6 September 1944.

Reeds kort na middernacht rond 1 uur probeerde een Duitse patrouille in de duisternis doorheen de velden tussen de Vennestraat en de Cooppallaan in de richting van de Schelde te geraken. Ze werden pas ontdekt door de uitgezette secties als ze bijna Sectie 2 (centraal in de Cooppallaan tussen het kruispuntje met het Molenstraatje en het kruispunt met het Peperstraatje) hadden bereikt. De genisten openden het vuur met hun handmitrailleurs maar de Duitsers waren reeds zo dicht genaderd dat het tot een hevig vuurgevecht kwam waarbij de beide Genisten die het voorpostje stonden, gewond geraakten. Door een tussenkomst met de zware op een halftrack gemonteerde .50 mitrailleur kon de situatie hier bedwongen worden en trokken de Duitsers met beperkte verliezen terug. De twee gewonde Genisten werden uit de voorlinie gehaald maar Genist Anthony Schofield was er zo ernstig aan toe dat hij dringend in een hospitaal zou dienen te geraken. Hij werd hals over kop in een Jeep vervoerd naar een bestaand militaire hulppost enkele kilometers buiten Wetteren (Allicht was dit het MPI te Kwatrecht of het College in Melle). De chauffeur zou echter geruime tijd later terugkeren met het bericht het betreffende hospitaal niet te hebben kunnen vinden. Met behulp van een plaatselijke burger lukte dit uiteindelijk toch maar bij aankomst zal blijken dat de ongelukkige gewonde net aan zijn verwondingen was overleden.

Kort na vorig incident werden de bestaande wachtposten verdubbeld en ging een eigen patrouille zoeken van waar de Duitsers kwamen die hen net hadden aangevallen. Ze konden echter de locatie van waaruit de Duitsers origineel vertrokken waren, niet terugvinden.

In de ochtendschemering rond 5u45 stelde de Luisterpost voor het kruispunt van Vennestraat met Cooppallaan een vrij grote Duitse patrouille vast die hun posities naderde, komende uit de richting van de Buskruitfabriek. Er werd alarm geslagen. Omdat de Duitsers uitzwaaiden en zich zelfs verplaatsten achter de huizen doorheen tuintjes, waren ze bijna direct tot bij Sectie 4 geraakt (ter hoogte van kruispuntje Peperstraat en Peperstraatje). Een soldaat van Sectie 5 (gelegen tussen Schelde en Peperstraat) snelde echter ter hulp en opent met zijn Brengun vanaf de heup afgevuurd op de aanstormende Duitsers. Er werden er minimum 3 verwond. Door zijn actie kreeg Sectie 3 (ter hoogte van kruispunt Cooppallaan met Peperstraatje) de kans het vuur accuraat op de aanvallende Duitsers te richten. De heldendaad van Soldaat eerste klas Crutchley werd echter niet beloond. Hij werd door een Duitse kogel recht in het hoofd getroffen en viel zwaar gewond neer.

Door het hevig mitrailleurvuur van Britse kant, trokken de Duitsers zich totaal verward terug tot in de buurt van het kruispunt Cooppallaan en Vennestraat. De Britse commandant gaf zijn chauffeur de opdracht met de Humber verkenningswagen waar ook een .30 mitrailleur stond op gemonteerd, tot de plaats te rijden waar de gewonde soldaat in open terrein op de grond lag, Ondertussen werd met de mitrailleur op de Humber dekkingsvuur gegeven. De gewonde bleek bewusteloos te zijn en werd in de Humber gesleept en eveneens als de eerder zwaar gewonde van die nacht naar het hospitaal gebracht even buiten Wetteren. Ook soldaat Crutchley zou later die dag aan zijn verwondingen overlijden.

De grootste confrontaties bleken ondertussen wat geweken en het geweld beperkte zich tot vervaarlijk vuren van beide zijdes van sluipschutters. Gelukkig was het buiten nog altijd vrij donker zodat dit vuren niet zoveel effect opleverde.

Omdat beide vorige afgevoerde zwaar gewonden zeer moeilijk in het voorziene hospitaal waren geraakt, werd beslist mogelijks volgende slachtoffers af te voeren naar het burgerlijk hospitaal te Wetteren die zich veel korter bij bevond in de Wegvoeringstraat naast hun eigen hoofdkwartier in het Sint Jozefsinstituut. Omwille van deze georganiseerde wijziging vervoegde hun medisch officier zich tijdelijk bij het burgerlijk hospitaal om daar de leiding te nemen over de eventueel binnenkomende gewonde militairen.

Rond 6u30 begint een Duits anti-tankkanon, opgesteld ergens in de velden achter de Vennestraat de Sint Gertrudiskerk te Wetteren te beschieten. Vermoedelijk dachten ze dat deze werd gebruikt als uitkijkpost. De korporaal van Sectie 1 (hoek Cooppallaan en Molenstraatje begon met zijn Browning 0.50 mitrailleur dit geschut het zwijgen op te leggen. Rond dezelfde periode wist men ook een tweede gelijkaardig type geschut op te merken aan de toegang van de buskruitfabriek. Er werd echter voorlopig niet mee gevuurd. Er werd in de schemering enige malen op gevuurd met de 17-ponder opgesteld achter Sectie 4 en 5 maar voorlopig zonder succes. Kort daarop haalden de Duitsers het gespotte geschut weg.

Kort daarop werden ook de stellingen in de buurt van het kruispunt Cooppallaan met Peperstraatje onder vuur genomen met mortieren, eveneens opgesteld in het open veld achter de Vennestraat. Deze beschieting duurde ongeveer 15 minuten. Er werden ondertussen ook Duitse troepenorganisaties vastgesteld om allicht een nieuwe aanval voor te bereiden op de brug. Sectie 2 en 3 openen het vuur op de zichtbare Duitse troepen en er vielen opnieuw zeker enkele gewonden aan Duitse kant. Aan de kant van de Genisten valt een mortier tussen de troepen waarbij 4 Genisten gewond geraken, namelijk Luitenant Turpin, Korporaal William Howkins, Genist Hedley Alway en Genist Ott. De 4 slachtoffers werden voorlopig naar een huis gebracht van waaruit ze nog dienden geëvacueerd te worden als de kust weer veilig zou zijn. Tussen de strijd door werden opnieuw met de jeep van een Sergeant de gewonden opgehaald en naar de plaatselijke kliniek gebracht. Genist Alway zou de dag nadien in het hospitaal overlijden aan zijn verwondingen. Korporaal Howkins onderging hetzelfde lot de dag nadien. Luitenant Turpin die zwaar gewond werd aan zijn been werd enkele dagen nadien zijn been geamputeerd. Sapper Ott was enkel gewond door rondvliegende scherven en voor hem vielen de verwondingen vergeleken met de anderen dus nog mee.

Sectie 3 was door dit incident zo goed als uitgeschakeld. Luitenant Warren die nu de leiding had over de verschillende Secties, zag vanuit een het raam van een woning op de eerste verdieping 25 a 30 Duitsers over de velden tussen de Vennestraat over het toenmalige sportterrein trekken. Ze werden door de Luitenant met zijn Brengun onder vuur genomen waarbij er meteen toch al enkele slachtoffers vielen. Gelijktijdig spotte hij zeker nog eens 20 Duitsers die hun Secties aan het Peperstraatje naderden onder dekking van de bestaande bewoning. De Luitenant verliet hals over kop zijn positie en vervoegde de rest van Sectie 4 die niet echt bleek te beseffen vanwaar de Duitsers allemaal naderden.

Plots bleken de Duitsers de Britse troepen onder de voet te lopen, hierbij werden ze nog eens bijgestaan door Duitse sluipschutters die in de toren van de schoolkapel van het Sint Barbaraschool (huidige Scheppersinstituut) en enkele nabijgelegen huizen waren opgesteld (Noordkant Cooppallaan). De sluipschutters werden onder vuur genomen door de soldaten van Sectie 4 en 5 (buurt Peperstraatje) alsook de daar geplaatste Britse 17-ponder.

Door de Duitse overmacht geraakten Luitenant Warren en enkele soldaten van Sectie 4 ingesloten in een woning op de hoek van het Peperstraatje en de Cooppallaan. Ze dienden de vlucht te nemen via tuintjes, achterpoortjes en enkele open stroken om opnieuw veilige grond te kunnen bereiken.

De Genisten werden genoodzaakt het gebied dat ze bezetten met hun secties te verkleinen en Sectie 5 kreeg opdracht stand te houden tot de wagen in positie gebracht kon worden om de bijhorende 17-ponder te kunnen behouden. Deze actie lukt en men wist het kanon via de Peperstraat te recuperen. Het werd in de nabijheid van de brug opnieuw opgesteld en de bezette Britse zone werd drastisch verkleind tot de directe zone achter de brug.

Ondertussen was ook Genist William Allen, deel uitmakend van Sectie 3, zwaar gewond geraakt door een nieuwe ingeslagen mortier. Een tweede Genist geraakte bij deze inslag ook nog licht gewond. De zwaar gewonde Allen werd tijdelijk achtergelaten in een woning langs de Peperstraat waar in de kelder twee vrouwen en een jongen bleken te schuilen voor de aan de gang zijnde strijd. De situatie was op het moment zo gevaarlijk dat het niet doenbaar was de gewonde op de klassieke manier op te halen om hem naar het hospitaal te evacueren.

De eerder reeds bestookte Duitsers tussen Vennestraat en Cooppallaan waren nu doorgetrokken tot op het uiteinde van het Molenstraatje aan het kruispunt met de Kapellendries. Dit gaf hen een perfect zicht op de brug. Ze werden hierbij echter zwaar onder vuur genomen door de Secties 1 en 2. Deze secties kregen ondertussen vuursteun van Troop 2 opgesteld in het park van Château "De Vijver". Korporaal Stuckfield wist onder het vuren van zijn Brengun uit de heup de ondertussen in huizen opgestelde geïsoleerde Genisten opnieuw te verzamelen en zo de verdediging te organiseren langs de Cooppallaan.

Troop 3 die nog geen contact had gehad met de Duitsers diende aanvullende secties af te staan aan de ondertussen uitgedunde Troop 1 waartoe alle eerder uitgezette Secties behoorden. Er werd een "runner" uitgestuurd achter meer munitie en verbandmateriaal voor de voorste troepen. Het huizenblok dat bezet was door Sectie 2 was voorlopig het verste nog ingenomen punt van de Britten. Ook de eerder gemelde Korporaal Stuckfield bevond zich heden daar.

Kort nadien zouden zij opnieuw proberen het huis in het Peperstraatje te bereiken waar de gewonde Allen zich bevond. Dit bleek echter een onbegonnen zaak wegens te intens vuur van machinegeweren en scherpschutters in hun richting.

Een grote groep Duitsers zat zelf blok achter een huizenblok in de Vennestraat. Achter hen waren de mortieren opgesteld die nog steeds tussendoor mortieren afvuurden op de Britten.

Sectie 1 op de hoek Cooppallaan en Molenstraatje werd aangevuld met de extra Sectie van Troop 3. Op dit ogenblik verscheen op het aanvalsterrein kolonel Hunter met zijn verkenningswagen. Deze dacht dat de ganse situatie aan de brug fel overdreven werd en kwam zelf eens hoogte nemen van de situatie. Toen enkele mortieren vlakbij zijn wagen insloegen keerde deze zich zo snel als het kon om om extra hulp in te roepen van tanks en Infanterie.

In de hoop meer zicht te krijgen op de Duitse plannen, slopen Luitenant Warren en Korporaal Stuckfield naar een houten schuurtje op de Cooppallaan van waaruit ze goed zicht hadden op de velden in de Vennestraat. Toen ze de Duitsers probeerden te bespieden viel een mortier (die gelukkig bleek een rookgranaat te zijn) net voor hun schuurtje. Toen ze beseften dat het een rookgranaat was, werd hen ook duidelijk dat er een nieuwe aanval te verwachten viel. Korporaal Stuckfield opende met zijn Brengun nogmaals het vuur op de zich op een aanval voorbereidende Duitse soldaten. Deze stoven hierbij als vliegen uit elkaar.

15 minuten later arriveerden enige tanks van the C Squadron van de 5th Royal Inniskiling Dragoon Guards Regiment aan de andere oever van de brug. Hier hielden ze halt om te kijken welke actie ze aan de Noordkant dienden te ondernemen om de lopende bedreiging af te slaan.

Op bovenstaande foto zie je een Britse Cromwell-tank voorbijrijden, komende vanuit de richting Gent, richting Wetteren. We zien deze tank juist voorbij het kruispunt rijden van de kerkstraat en de Brusselsesteenweg. Dit was tevens ook het kruispunt dat in de meidagen, in de nacht van 22 op 23 mei 1940 door de terugtrekkende Belgen werd opgeblazen om de hun op de hielen zittende Duitsers te proberen vertragen. In 1944 was zoals op deze foto te zien, de schade zeker nog niet geheel hersteld. (Foto: Collectie Georges Van Oostende)

Boven: Een zware Sherman Firefly gespot op de Brusselsesteenweg te Melle. De foto is te situeren ter hoogte van het huidige zakenkantoor Poppe te Melle. (Foto: collectie Georges Van Oostende). Onder: Mogelijks dezelfde tanks enige tijd later gespot te Massemen in de nabijheid van de Blekerij langs de Massemsesteenweg. Deze tanks zouden eerder volgens locale verhalen ook eerder gespot zijn op de Brusselsesteenweg te Kwatrecht in de nabijheid van de verdwenen bunker D21 (Dokter Francois). Het zou dan ook perfect kunnen kloppen dat het hier op beide foto's over dezelfde eenheden gaat die doortrokken richting Wetteren brug. (Foto links onder: Replica). De locatie van deze tanks op de Massemsesteenweg verklaart ook wel waarom er zo snel tanks konden opgeroepen worden, en ook aan de brug opdoken, toen het daar niet zo pluis was.

Vermoedelijk dezelfde tanks doorgetrokken tot in de Moerstraat te Wetteren, kort voor dat ze de brug zullen overtrekken om de Duitse aanvallen op de noordoever af te slaan. Binnen de 7th Armoured Division waren de Compagnies standaard uitgerust met Cromwell-tanks met 75 mm kanonnen. Elke Company bezat echter ook 1 Sherman Firefly met een 17-ponder kanon zoals hierboven (en ook op vorige foto's) een exemplaar te zien. (Foto linksboven: Replica)

Kort nadien reed een Cromwell-tank gevolgd de eerder teruggetrokken Secties 4 en 5 van Troop 1 te voet via de Peperstraat naar waar Sectie 5 origineel stond opgesteld. Een tweede tank die hen volgde draaide op het uiteinde rechtsaf door het Peperstraatje in de richting van het vroegere sportterrein tussen Cooppallaan en Vennestraat. Een Sergeant en een Genist stapten af aan het huis waar de gewonde Allen eerder die dag was achtergelaten. De gewonde Genist werd geëvacueerd naar het hospitaal maar ook hij zou daar 4 dagen nadien overlijden aan zijn verwondingen,

Een derde Cromwell-tank probeerde via de Cooppallaan de Duitse troepen in de Vennestraat te bereiken. Echter eenmaal aangekomen in de buurt van de Vennestraat werd hij beschoten door anti-tankgeschut. De tank probeerde zich daarop verdekt op te stellen tegen dit geschut maar reed zich hierbij vast in een eerder gegraven loopgraaf. Een 4e tank zocht hem daarom een veilige plaats in de in de buurt van Sectie 2 van waaruit hij vrij verdekt de Duitsers in de Vennestraat onder vuur kon nemen.

Kort nadien worden de huizen in de Vennestraat die bezet werden door de Duitsers door de tanks met explosieve granaten beschoten. Hierbij werden deze bijgestaan door de halftracks met hun zware mitrailleurs.

Toen plots uit een van de huizen een witte vlag werd opgestoken stopte plots het vuren van beide partijen. Het bleek niet de overgave te zijn van de aanwezige Duitsers maar een ouder echtpaar dat duidelijk wilde maken dat zij hun huis nog niet hadden verlaten. De Genisten hebben het oudere paar ontzet uit hun woning waarna de zuiveringsactie gewoon verder ging.

De hevigste Duitse weerstand bleef nog komen van scherpschutters uit de kapel van het Sint Barbara kapel. Een Britse scherpschutter soldaat 1e klas Stubbs wist echter 2 van deze scherpschutters uit te schakelen.

Korporaal Stuckfield maakt samen met een Sherman Firefly voorzien van een 17-ponder kanon een omtrekkende beweging naar rechts, steun krijgend van een Cromwell-tank en een verkenningswagen. Zij rijden door het open veld tussen Cooppallaan in de richting van de huizen van de Vennestraat waar de nog aanwezige Duitsers zich hadden verschanst in de kelders van de bestookte huizen. Twee Duitsers worden verwond in de voortuin van een woning. Het merendeel van een ganse groep in een kelder verschanste Duitsers gaf teken zich te willen overgeven aan de Britten. Op dat moment gooide echter een van de meer achteraan staande Duitsers een steelgranaat die gelukkig voor de Britten het plafond van de kelder raakte en totaal zijn doel miste. Omwille van deze dwaze daad openden de Britten het mitrailleurvuur met hun Brenguns op de aanwezigen in deze kelder. Er werden na deze slachtpartij nog 9 Duitsers versuft en vaak gewond uit deze kelder gehaald. Na deze ongelukkige actie voegden al heel snel nog 22 Duitse soldaten zich toe die nog verschanst zaten in en rond de huizen aan de Vennestraat.

Ondertussen hadden ook de soldaten van Sectie 2 en de toegevoegde Sectie van Troop 3 de huizen aan de Vennestraat bereikt. Alle gevangenen werden onder Escorte afgevoerd. De Duitse gevangenen werden in het algemeen afgevoerd naar de gebouwen van de muziekschool te Wetteren.

Rond 15u was de slag om Wetteren brug gestreden.

Een aantal gevangen genomen soldaten zitten op de kade aan de noordkant te wachten om afgevoerd te worden als krijgsgevangene. Je kan zo de bange blikken op de gezichten van deze soldaten aflezen, ongerust voor wat hun directe toekomst zal brengen. Op de achtergrond zie je trouwens ook nog duidelijk het wrak van het binnenschip de Alligator liggen. De onderste foto toont de afvoer van Duitse gevangenen naar de lokalen van de oude Muziekschool. (Foto onderaan links: Replica)

Zeer kort aansluitend op deze zeer geslaagde actie zonder te betreuren bijkomende Britse verliezen sloten ook de infanteristen van de A-Company and the 1th Company of the 6th Queens Regiment zich aan bij de Genisten, nog eens bijkomend gesteund door 2 extra Cromwell-tanks. Er werd beslist meteen door te trekken naar wat ondertussen werd beschouwd werd als het epicentrum van de Duitse troepen in de directe omgeving, de buskruitfabriek van Cooppal meer westelijk de Cooppallaan.

Vrij snel bij het begin van de aanval werd een Cromwell-tank met een 95 mm kanon uitgeschakeld door Duitse Pantserafweer. De tank vloog in brand. De bemanning wist gelukkig zonder gekwetsten de tank te verlaten. De inzittenden trokken gewapend met hun Tommy-guns te voet mee in de aanval op de fabriek. Twee van hen zouden bij de gevechten trouwens nog gewond geraken.

De Cromwell-tank met 95 mm kanon die werd uitgeschakeld bij de verovering van het Buskruitfabriek zou later opnieuw over de brug van Wetteren worden gesleept. Hij zou nog geruime tijd op de hoek van de Brugstraat blijven staan voor de bijbouw van bovenstaand gebouw (lage gedeelte gebouw zichtbaar op foto rechts).

In een uur tijd zou de ganse fabriek gezuiverd worden en werden nog eens 28 Duitsers gevangen genomen, inclusief de Duitse Compagniecommandant. Ook het tweede anti-tankkanon kon tijdens deze gevechten geneutraliseerd worden.

Bovenaan: Duitse troepen geven zich over aan de Buskruitfabriek. Onder hen ook een gedeelte burgerpersoneel tewerkgesteld op de site voor de Duitse bezetter. 2e Rij: De bevrijders in de nabijheid van het witte gebouw op de rechter zijkant nog zichtbaar op de bovenste foto. Heden zijn deze gebouwen allen verdwenen. De 3e rij geeft een zicht van de gebouwen van de buskruitfabriek. Achteraan zijn duidelijk nog gebouwen aan het uitbranden of juist uitgebrand. De foto daarnaast geeft nog dezelfde gebouwen anno 1999. Al deze gebouwen zijn heden verdwenen en niet meer bestaande op de huidige site. Onderaan nog een beeld van de Wetterse Brandweer die (allicht ook de branden op vorige foto zichtbaar) is gaan blussen op de site van de buskruitfabriek. (Foto: Collectie Daniel De Mol).

De Compagniecommandant verklaarde bij zijn gevangenneming de opdracht gekregen te hebben de brug van Wetteren opnieuw te heroveren op de geallieerden maar wist niet dat deze zo zwaar verdedigd zou worden. De ganse verdediging van Wetteren Brug gebeurde door het Duitse Grenadierregiment 1020 dat mogelijks beperkt was versterkt door andere eenheden en mogelijks enkele SS-ers. Er vielen aan Duitse kant 25 doden en er werden 59 man gevangengenomen (inclusief de gewonden) van een totale beginsterkte geschat op 100 man.

Troop 1 van het 4e Field Squadron had 10 gewonden te betreuren waaronder 5 doden. Zij begonnen aan de slag met 41 man.

Deze foto's tonen tanks die terugkeren van de gevechten om de brug die net zijn beëindigd. Bovenaan zie je de tanks terugkeren over de brug te Wetteren. Op de achtergrond de puinen van het op 4 september opgeblazen transformatorgebouwtje. De onderste foto toont de aanwezige Sherman Firefly die terugkeert van de brug doorheen de Moerstraat. (Beide foto's links: Replica)

Her en der in de stad ontstaat opnieuw een volkstoeloop om de bevrijding van de stad nu definitief te vieren. Hier alvast een foto van het toenmalige Felix Beernaertsplein. (Foto: Replica)

Vrij kort na de bevrijding van Wetteren zouden ook de eerste treinen met legermateriaal in het station van Wetteren voorbijdenderen. (Foto links: Collectie Daniël De Mol)

Ondanks dat de gevechten ten einde bleken, werden veiligheidshalve toch opnieuw alle originele posten bemand. Troop 1 die het bij de gevechten zwaar te verduren kreeg werd teruggetrokken naar de zuidkant van de brug, richting Wetteren om te bekomen van de geleden strijd. De wacht werd tot een minimum beperkt maar iedereen kreeg de opdracht te slapen in hun kleren.

Er werd onder andere een wachtpost opgezet aan de Noordkant van de brug ter hoogte van de Kapellendries, bemand door 2 man met een Brengun. De Luitenant sliep zoals de dag voordien in zijn verkenningsvoertuig dat eveneens uitkeek op de Schelde en de Kapellendries.

Tegen middernacht werd de Luitenant gewekt door een licht getik op de ruit van zijn verkenningsvoertuig. Voor hem stonden de 2 bewakers van de wachtpost omgeven door een dozijn Duitsers. De Luitenant schrok wakker en greep zo snel als hij kon naar zijn wapen maar werd meteen aangemaand rustig te blijven. Het betrof nog een dozijn Duitse soldaten die hun eenheden waren kwijtgespeeld en de huidige oorlogssituatie behoorlijk zat waren. Ze kwamen zich vrijwillig aangeven voor gevangenschap.

Deze zelfde dag, rond de middag, hadden de geallieerden als tegenreactie op de Duitse artillerie die de avond voorheen al was gespot te Destbelbergen en de effectieve beschietingen van Melle station de dag voorheen, hun artillerie opgesteld in de velden tussen Gontrode en Lemberge, opnieuw allicht langs de Scheldestraat, het vroegere Duitse WO I vliegveld te Gontrode. De munitie was opgestapeld in enkele hoven behorende bij het kasteel De Bueren, het kasteel van Kwatrecht, op Melle Kalverhage. Hierdoor waren er permanent Engelse troepenbewegingen en vooral munitietransporten door de wegels van Kalverhage.

Ook te Melle hadden zich deze dag gevechten voor gedaan. Sergeant R. Wingfield en 8 soldaten van the 1th Company of the 6th Queens Regiment kregen de opdracht aan de overkant van de Schelde in het kasteel Beernaerts de daar aanwezige Duitse sluipschutters uit te schakelen. Samen met een andere groep van nog eens 8 soldaten onder leiding van Sergeant Harris zouden zij met de hulp van 1 tank en een burger die als gids zou optreden deze opdracht dienen tot een goed eind te brengen.

Dit fameuze kasteel Beernaerts is niet zo vlot terug te vinden. Het is trouwens ook voor vele mensen allicht totaal onbekend gezien het op geen enkele manier via openbaar terrein zichtbaar is. Het zit namelijk ingesloten achteraan de terreinen van de huidige Landbouwschool te Melle, tussen de steenweg Aalst-Gent, de Schelde en de R4. (Oude foto: Collectie Vanden Berghe - Melle)

De burger die de soldaten diende te begeleiden bleek de toenmalige burgemeester van Melle te zijn, namelijk de Potter d'Indoye. Deze was pas sinds de maandag opnieuw te Melle aangekomen. Kort nadien vertrok het gezelschap met een vrachtwagen tot enkele kilometers van het doelwit in Melle. Aangekomen aan de Schelde dienden ze nog enkele kilometers naar rechts de Schelde te volgen. Allicht zijn ze dan ook via de huidige Heusdenbaan tot aan de Schelde gegaan om via daar de zuidelijk dijk naar het kasteeldomein op te trekken. Op de verzamelplaats stond zoals afgesproken een tank klaar voor assistentie.

De 2 groepen bijgestaan door een Britse tank trokken langs de dijk in de richting van het kasteeldomein. Dit verliep in eerste instantie vrij vlot omdat ze hierbij dekking hadden van een dijk van ongeveer 2 meter hoog die hen aan het zicht ontrok. Toen de twee groepen met gids aankwamen in de nabijheid van de achterkant van het kasteeldomein, kreeg de eerste groep vrij snel contact met een Duitse patrouille. Het kwam ogenblikkelijk tot een eerste vuurgevecht waarbij de aanwezige Britse tank ook meteen het vuur op de Duitsers opende.

Toen de tweede groep probeerde het kasteeldomein te bereiken werd er niet meteen Duits geschut vanaf het kasteeldomein waargenomen maar wel vanaf de overkant van de Schelde. Er ontstond namelijk een mortieraanval in de richting van de soldaten die nog verscholen zaten achter de dijk en de aanwezige Britse tank. Iedereen, inclusief 4 door de 1e groep gevangen genomen Duitse snipers lagen tegen de dijk dekking te zoeken voor de inslaande Duitse mortieren. Het is voorlopig onduidelijk of hierbij slachtoffers vielen. Deze beschieting duurde een klein halfuur.

Daarna konden alle aanwezigen terugtrekken naar het Dorp van Melle en bleek ook deze opdracht beëindigd. In de loop van de nacht kwam het in het dorp van Melle enkel tot wat schermutselingen maar echt Duitse weerstand werd er niet meer vastgesteld. De aanwezige Britten hadden een mitrailleurpost opgezet gericht op de sluisdeuren op de Schelde omdat dit nog de enige manier zou zijn om de Schelde deels te overschreiden. De Brug zelf was zoals eerder gemeld, reeds opgeblazen.

Tegen de ochtend werd bevestigd dat er geen Duitsers meer werden gezien nabij het kasteel Beernaerts.

Vanaf hier trokken ondertussen ook bevrijders door richting Gent. Daar zou nog enkele dagen verder gevochten dienen te worden vooralleer de stad bevrijd zou kunnen beschouwd worden. Er waren vooral nog zware gevechten op de Ferrerlaan, het Ghislaingesticht en de Demetsstraat. Het eerder bevrijde kasteel Beernaerts zou die periode nog dienst doen als een geallieerde verpleegpost. Deze verpleegpost was eerder opgesteld aan de Potaardewijk te Gontrode en naar hier verplaatst. Soldaten die gewond naar hier werden overgebracht en hier kwamen te overlijden werden voorlopig op een tijdelijk kerkhof begraven. Dit tijdelijke kerkhof lag aan de overzijde van de Brusselsesteenweg, rechtover het kasteel Beernaerts. Dit moet ongeveer ter hoogte van de huidige afrit van de R4 zijn geweest. Op dit kleine tijdelijke kerkhof lagen na de bevrijding 13 Britten en 4 Duitsers begraven.

Oude foto van het toenmalige tijdelijke kerkhof rechtover het kasteel Beernaerts. Dit dien je nu te situeren op de afslag van de R4 te Melle. (Foto: Collectie Georges Van Oostende)

Donderdag 7 September 1944.

Ondanks dat iedereen vermoedde dat het ergste leed was geleden, was men in de regio van Melle en Wetteren zoals reeds eerder gemeld toch nog bevreesd om nog nieuwe Duitse artillerie-aanvallen te moeten verwerken. Om die reden werd alvast op de hoeve Poelman-De Grootte op Melle Kalverhage door verschillende personen in een aardappelkelder gescholen voor mogelijkse nieuwe projectielinslagen.

Rond 5 uur schrokken de aanwezigen op deze hoeve toen ze dienden vast te stellen dat ondanks de voorheen aanwezige Britten plots op de boerderij 3 Duitse soldaten opdoken. De 3 waren in geen geval van plan zich over te geven aan de in de buurt aanwezige geallieerde troepen.

Rond 9 uur werd na heel wat overleg, onder andere met een aanwezige in de kelder die de Duitse taal machtig was, dat de Duitsers 's avonds als het donker was, zouden proberen ontkomen uit het ondertussen geallieerd gebied.

Op een onduidelijke manier kwam echter de aanwezigheid van de 3 Duitse soldaten ter ore van de geallieerden en al vrij snel werd een Britse patrouille van een Bren-carrier, een jeep en een wagen van het rode kruis in de richting van de hoeve gezonden. Toen de actie zou starten om de Duitsers te ontzetten uit de hoeve, kwam in feite toevallig ook nog een Rijkswachterspatrouille ter plaatse toe. Omdat de 3 Duitsers zwaar gewapend waren, werd vrij omzichtig door Britse soldaten de hoeve betreden. Na het binnengooien van een granaat in een via de straat bereikbaar keldergat, werd zo goed als opeenvolgend de kelderdeur die toegang gaf tot deze zelfde kelder opengegooid en binnengestormd met de handmitrailleur een salvo naar binnen vurend. Ondanks dat men vreesde dat de Duitsers in verdediging zouden hebben gelegen, lagen ze gewoon te slapen.

Dit zijn 3 foto's die teruggevonden kunnen worden naast dit getuigde verhaal wat zich afspeelde op Melle-Kalverhage in het boek Melle 1914-1918, 1940-19400 van Georges Van Oostende. Of de foto's effectief van Melle-Kalverhage zijn, is zeer onduidelijk maar ze tonen in elk geval een zeer gelijkende gebeurtenis. (Foto's: collectie Georges Van Oostende)

Een van hen werd volop in de buik geraakt. De andere twee gaven zich spontaan over. De gewonde Duitser werd nog met de Carrier afgevoerd maar zou de dag nadien aan zijn verwondingen overlijden. De andere 2 werden als krijgsgevangenen afgevoerd.

De avond van 7 september tussen 18u en 21u30 zou Wetteren zoals eerder gevreesd met de aanwezige artillerie op Destelbergen, nog eens het doelwit worden van een Duitse wraakactie omwille van het verlies van de plaatselijke brug. Er zouden nog enige artilleriegranaten neerkomen in de regio van Wetteren centrum met gelukkig alleen maar materiële schade tot gevolg.

Rond dezelfde periode zouden ook nog enkele obussen neerkomen op Kwatrecht in de nabijheid van de kerk. Hierbij zou pastoor Callebaut gekwetst geraken in het aangezicht door rondvliegende scherven.

Merkwaardig en tot op de dag van vandaag nog altijd onduidelijk om te plaatsen in de tijd zijn een aantal schadefoto's, allen regio Wetteren Centrum. Het betreffen foto's van de Kouterstraat, de Broeckaertlaan, de Stationsstraat en de Molenstraat. Er is ook een foto van spoorwegarbeiders die schade herstellen aan de sporen in de nabijheid van het station. Alleen is het vervelend dat deze zelfde foto's ook soms gekoppeld worden aan de ochtend van 20 mei 1940, kort voor de Duitse aanvallen op Bruggenhoofd Gent. Toen is er namelijk door Belgische of Duitse artillerie (ook dat blijft onduidelijk) gevuurd op Wetteren centrum. Of onderstaande schadefoto's dan ook te wijten zijn aan de meidagen '40 of aan de laatste Duitse stuiptrekkingen bij de bevrijding, blijft dan ook voor mij een raadsel. Alle bijkomende info, blijft hierover zeker welkom.

Op deze foto zie je spoorwegpersoneel de sporen herstellen na schade opgelopen door projectielinslagen. Op de achtergrond zie je, al zijn de huizen zeer moeilijk nog te koppelen (en ook is de originele oude foto op dat gebied niet duidelijk genoeg) zo goed als zeker bovenstaande reeks huizen gelegen langs de Victor Van Sandelaan.
Ook deze beschadigde woning, vrij kort nabij vorige locatie langs de Broeckaertlaan is nog actueel traceerbaar naar haar huidige locatie. (Foto: Collectie Georges Van Oostende)
Merkwaardig genoeg is ook deze schadefoto waar je nog amper een woning op kan herkennen, nog traceerbaar naar de respectievelijke woning op de Kouterstraat. Als je goed kijkt kan je naast de grote poort (daar stond de beschadigde woning) nog duidelijk het stalen deurlinteel met het bloemetje op de uiteinden herkennen op beide foto's. Dit is nog altijd aanwezig bij de huidige woning. (Foto: Collectie Georges Van Oostende)
Deze 3 foto's behoren ook nog tot dezelfde fotoreeks uit dezelfde periode. Alleen ben ik er nog niet in geslaagd deze nog terug te brengen naar waar ze exact werden genomen. Veel kans dat de respectievelijke huizen niet meer bestaan. Rechts: De Stationsstraat, Linksonder: de Schoolstraat, Rechtsonder: de Molenstraat (Foto's: Collectie Georges Van Oostende)
Op 9 september 1944 zouden de 3 in het Wetters hospitaal overleden Genisten met militaire eer begraven worden. Ze werden in eerste instantie bijgezet op het plaatselijke kerkhof te Wetteren. Jammer genoeg bleken de later in Wetteren geplaatste gedenkstenen alvast enkele fouten te bevatten qua data, Howkins overleed op 7 september en niet de 9e en Alway overleed niet op de 8e september maar op de 6e. Alle 3 de graven verhuisden in de jaren '50 naar het Britse oorlogskerkhof van Heverlee. De twee eerste gesneuvelde Genisten werden op de begraafplaats van Leopoldsburg begraven.
Herdenkingsplaat gesneuvelde Genisten Wetteren bevrijding

Om eer te brengen aan de 5 Genisten die hun leven lieten voor de bevrijding van Wetteren, werd in 1989 bij de 45e verjaardag van de bevrijding van Wetteren op de kop van de huidige voetgangersbrug, een gedenkplaat opgericht voor deze gesneuvelden.

  • Anthony Francis Schofield - 6 september 1944 - 19 jaar - Genist
  • Douglas Edmund Crutchley - 6 september 1944 - 25 jaar - Soldaat 1e klas
  • Hedley Richard Alway - 6 september 1944 - 24 jaar- Genist
  • William James Howkins - 7 september 1944 - 30 jaar - Korporaal
  • William Allen - 10 september 1944 - 27 jaar - Chauffeur

Bij deze zou ik toch ook graag van de gemeente Wetteren graag eens uitsluitsel krijgen wat nu zal gebeuren met dit gedenkpaneel op het moment dat deze voetgangersbrug zal verdwijnen. De huidige voetgangersbrug zal namelijk dienen te wijken voor de aanleg van een nieuwe voetgangers- en fietsersbrug die onderdeel zal uitmaken van het project Wetteren aan de Schelde. Uitsluitsel wat hierbij met dit herdenkingspaneel zal gebeuren, is tot op heden nog niet gekend.

Ook te Melle werden op het officieel kerkhof met alle eer de op hun grondgebied gesneuvelde geallieerde soldaten begraven. Waar de op hun grondgebied gesneuvelde Duitsers definitiever werden begraven is ook mij nog onduidelijk. Hieronder alvast een foto na de officiële begraving genomen. (Foto: Collectie Georges Van Oostende)

Er werden in totaal op het kerkhof van Melle 13 in de regio gesneuvelde Britse militairen begraven. Deze werden in een latere fase opnieuw ontgraven en herbegraven op het Brits verzamelkerkhof van Adegem.

Hier alvast het overzicht van wie hier ooit begraven lag. Geen enkele overleed tijdens de hierboven beschreven gevechten. Ze overleden allicht allen tijdens de gevechten de dagen nadien voor de bevrijding van Gent en overleden na overbrenging naar het tijdelijke veldhospitaal dat werd opgericht in het Kasteel Beernaerts. Zoals hierboven reeds gemeld, werden ze allicht eerder eerst begraven op een tijdelijk kerkhofje rechtover het kasteel langs de toenmalige Brusselsesteenweg:

  • The Queens Royal Regiment
    • Jack Athron - 1/6th Bn Q.R.R. - soldaat - stamnr: 14580742 - 19 jaar oud en overleden op 10/09/1944.
    • Ronald Roy Burbidge - 1/6th Bn Q.R.R. - soldaat - stamnr: 14429111 - 19 jaar oud en overleden op 9/09/1944.
    • Albert Ernest Evans - 1/6th Bn Q.R.R. - soldaat - stamnr: 6925204 - 20 jaar oud en overleden op 10/09/1944.
    • William Scot Hawthorne - 1/6th Bn Q.R.R. - Sergeant - stamnr: 5952079 - 26 jaar oud en overleden op 9/09/1944.
    • Hathaniel Adolph Lazarus - 1/6th Bn Q.R.R. - soldaat - stamnr: 645863 - 30 jaar oud en overleden op 10/09/1944.
    • Patrick Joseph Wesley Martin - 1/6th Bn Q.R.R. - Eenheidsadjudant - stamnr: 6400731 - 26 jaar oud en overleden op 10/09/1944.
    • James Edward Triggs - 1/5th Bn Q.R.R. - soldaat - stamnr: 6095600 - 24 jaar oud en overleden op 9/09/1944
    • Arthur Ralph Wilkins - 1/5th Bn Q.R.R. - soldaat - stamnr: 14205745 - 22 jaar oud en overleden op 9/09/1944.
    • Robert Georges Woodhams - 1/7th Bn Q.R.R. - soldaat - stamnr: 14572003 - 19 jaar oud en overleden op 9/09/1944.
  • The Glasgow Highlanders Regiment
    • Thomas Herbert Leslie Herrick - 2nd Bn G.H. - soldaat - stamnr: 14703747 - overleden op 10/09/1944.
  • The Royal Northumberland Fusiliers
    • Frederick Douglas Osborne Pepper - 4th Bn R.N.F. - Korporaal - stamnr: 5827674 - 25 jaar oud en overleden op 9/09/1944.
  • The Highland Light Infantry
    • Ronald Grossé - 2nd Bn G.H. - Korporaal - stamnr: 3447023 - 31 jaar en overleden op 10/09/1944.
  • The Royal Tank Regiment
    • B.L. Butler - C. sqn 5 R.T.R. - Kapitein - 25 jaar oud en overleden op 9/09/1944.

Bronnen:

Als basismateriaal voor dit artikel werden gebruikt:

Tijdschrift '40-'45 Toen & Nu nummer 107: De Slag om de Brug van Wetteren - Jean Paul Marchal. De oude foto's uit dit artikel maakten allen deel uit van de collectie Daniël De Mol of de Collectie Firmin De Waele. Indien er dus bij het artikel geen bron bijstaat, zijn de oude foto's uit deze collecties afkomstig. De actuele foto's zijn allen hernomen door www.bunkergordel.be in oktober 2014.

Boek "Melle 1914-1918, 1940-1944" - Georges Van Oostende

www.nl/wikipedia.org/wiki/7e _Pantserdivisie_(verenigd_Koninkrijk)

www.ablhistoryforum.be

Google Streetview voor actuele foto's van bepaalde oude foto's.